De Wereldbank en Oost-Europa

De krant “Le Monde” (18/2/96) publiceerde onder de titel “Zonder sociale vooruitgang geen voldoening gevende ontwikkeling”, een interview met James Wolfensohn, de sinds juni 1996 nieuwe voorzitter van de Wereldbank.

De voorzitter vestigt hierbij, in tegenstelling tot wat tot heden steeds de politiek van de Wereldbank was, en is, de nadruk op de noodzaak meer aandacht te schenken aan de sociale aspecten in de samenleving.

Interessant is hierbij het antwoord dat hij verstrekt op volgende vraag: uw reactie, is deze niet in biezonder ingegeven door de politieke problemen in Oost-Europa? Antwoord van Wolfensohn:

“Het fenomeen betreft eveneens de duur. Neem de landen van de ex-USSR. Tijdens de communistische periode hadden de regimes de nadruk gelegd op de sociale kwesties. Gelijktijdig met de beperking van de vrijheid, bekommerde men zich over de kinderen en de zieken. De cultuur werd bevoordeligd en een “sociaal vangnet” werd gewaarborgd door de regering en de staatsbdrijven. Na de val van Berlijn ontstond er een grote hoop bij de bevolking. Maar deze moest ook spoedig vaststellen dat er ook een streep getrokken werd door de sociale verworvenheden die de vroegere regimes toegelaten had hun systeem te consolideren. Het zijn de werkloosheid, de inflatie die de lonen en pensioenen aantast, het verlies van de sociale voordelen, het ontbreken van sociale diensten kortom zoveel factoren die, samengevoegd, de actuele ontevredenheid uitlegt. Dit is niet alleen waar voor Rusland maar ook voor andere landen van de gewezen Sovjetunie, evengoed voor Oesbekistan al voor Oekranië”.

James Wolfensohn besluit hieruit dat de Wereldbank meer aandacht moet schenken aan de sociale en educatieve aspecten in de ontwikkeling.

Uit bovenstaande kan men zeker twee conclusies trekken. Vooreerst dat, in tegenstelling met wat men sinds jaren vertelt alles niet zo negatief was in Oost-Europa en er voor de gewone mensen een hele boel positieve zaken hadden kunnen overgenomen worden. Vervolgens dat de vermelde goede intenties van Wolfensohn, in tegenspraak zijn met de grote principen die de Wereldbank als basis heeft: “Vrije markt economie” en “Vrije concurrentie”. Hierin is geen plaats voor een sociale politiek.

(ads)