Een minderheid met grote angst voor verdwijning

Koerden in de Kaukasus

Kaukasuslanden kennen multiculturele samenlevingen. Sinds eeuwen leven er verschillende volkeren samen. Soms in armoede, soms in grote welvaart, soms in oorlog en soms in vrede. Nu zijn er serieuze etnische spanningen.

Ondanks alle omstandigheden bleven de volkeren vroeger rekening houden met elkaars waarden. Staatsbelangen konden de gevoelens van wederzijds respect voor elkaar niet de baas. Het soldidariteitsgevoel tussen volkeren tegen de totale uitmoordingen bleef altijd leven. Armeniërs, Koerden, Lazen, Georgiërs, Osseten, Abchaziërs en nog vele andere volkeren hebben zeer moeilijke tijden meegemaakt. Maar toch bleven ze buren met volle respect voor elkaar. Dat was een niet geschreven wet bij die groeperingen.

Wat gebeurt er nu? Hoe is het mogelijk geworden dat deze broederlijke samenlevingen met wederzijds respect veranderd zijn in vijandschap? Deze toestand dreigt diep geworteld te geraken. Want er is sprake van raciale zuivering in de diverse kleine staatjes van de Kaukasus.

Azerbeidzjan

De Azeri’s genieten van de volle steun van de andere landen van Turkse origine en ze hebben de laatste tientallen jaren hun land van niet-Azeri’s gezuiverd. Van de meer dan 40.000 islamitische Koerden vindt men bijna geen sporen meer. In 60 jaar tijd werden alle Koerden geassimileerd. De identiteit werd langzaam aan maar gedwongen veranderd. Zonder veel lawaai werd van deze Koerden Azeri’s gemaakt. Wie niet akkoord ging met de staatspolitiek en de ‘Azerische’ identiteit moest uit het land vertrekken.

Armenië

In Armenië is de situatie erger. De Armeense staat heeft eerst de islamitische Koerden uit het land weggejaagd. Deze politiek zorgde er voor dat de zelfs de Koerden onderling tegen elkaar werden opgezet. De Yezidische Koerden werden opzettelijk en met een langdurige strategie tegen de islamitische Koerden gebruikt.  De fanatieke Yezidi-groep

kreeg enorm veel morele en financiële steun en dat werd tegen de islamitische Koerden in praktijk omgezet. Al de bezittingen van de islamitische Koerden werden als staatseigendommen geregistreerd, zodat ze later geen aanspraak op die eigendommen konden maken. Deze politiek heeft tientallen jaren geduurd. De Koerden die van Armenië gevlucht waren zijn terecht gekomen in een Azerbeidzjan of Kazachstan, waar ze gedwongen werden geassimileerd. In Azerbeidzjan is die assimilatiepolitiek gelukt. Maar in Kazachstan bestaan er nog mensen met ‘Koerd’ als kenmerk op hun identiteitskaart.

Georgië

In Georgië, vooral in de hoofdstad Tbilisi, wonen er ongeveer 35.000 Koerden van Yezidi oorsprong. Ze zijn in Tbilisi gevestigd sinds meer dan 80 jaar. Tot enkele jaren geleden werden ze beschouwd als burgers met evenveel rechten als de Georgiërs. Hoewel er in het dagelijkse leven duidelijke tekenen waren van discriminatie (onderwijs, leger, ambtenarij) waren er geen verschillen voor de wet.

Pas na de bekende perestrojka van enkele jaren geleden en de machtsuitoefening van bepaalde groeperingen is de discriminatie openbaar gemaakt. Sindsdien worden niet-Georgische minderheden, die een ‘politieke fout’ begaan, in Georgië letterlijk en figuurlijk belaagd, gediscrimineerd en zelfs gedwongen om het land te verlaten. De wettelijke bescherming voor zij die politiek actief zijn, is weggevallen. Er is geen politie of staatsapparaat meer die de rechten van alle burgers op gelijke basis verdedigd. Er zijn verschillende groeperingen met elk hun eigen territorium. Het is de politieke groep rond Shevarnadze, de huidige president, die de lakens uitdeelt. Al de rest werkt in de vorm van maffiaclans, die dikwijls zeer veel invloed hebben.

De meeste minderheden hebben een land waar ze in geval van nood naar toe kunnen. De Joden bijvoorbeeld kunnen zonder problemen naar Israël, de Armeniërs naar Armenië, de Russen naar Rusland, de Azeri’s naar Azerbeidzjan, enz… Maar wat met de Koerden, die ooit de kant van een andere politieke partij hebben gekozen? Door de interne oorlogen vluchten veel dorpelingen naar de stad Tbilisi. De bevolking is er in enkele jaren verdubbeld.

Er is een gebrek aan woningen en aan voorzieningen, er zijn economische behoeften, en er is een tekort aan arbeid. En juist dat maakt het moeilijk voor de ‘vroegere vijanden’. Ze worden als zondebokken behandeld, tenzij ze zich uitdrukkelijk bekennen als medestander.

Nergens welkom

De extreem-nationalisten vallen iedere opposant aan om hun woningen, hun werkplaatsen en hun andere bezittingen te onteigenen. De staat kan en wil blijkbaar niet meer tussenkomen om de rust te handhaven. Dagelijks worden er mensen vermoord. Vooral de groeperingen, zoals de Koerden die politiek actief waren en ‘een vijandelijke kant’ hadden gekozen, zijn de voornaamste doelwitten. Ze hebben geen land waar ze een beroep op kunnen doen en naartoe kunnen. Ze worden in zekere zin geterroriseerd. Daarom moeten ze vluchten naar andere republieken waar ze evenmin welkom zijn. Daar rest hen geen andere keus dan de illegaliteit. Op alle momenten kunnen ze door de politie opgepakt worden en komen ze pas vrij na het betalen van fikse geldboetes vooraleer te worden uitgewezen.

Velen vluchten naar Europese landen een onzekere toekomst tegemoet. Ook daar zijn ze hulpeloos. Er bestaat geen enkele instantie die hen kan helpen.

De verdedigers van de fundamentele mensenrechten van de Koerden worden in vele gevallen zwaar gestraft. De meeste Koerdische intellectuelen hebben het land verlaten na allerlei pesterijen. Een verbetering van de situatie in de nabije toekomst is moeilijk in te schatten. Want alles hangt af van de politieke en economische toestand van het land. De economie is een ware puinhoop. Sociale en politieke stabiliteit ontbreken en het lijkt er op dat het nog lang zal duren eer die zal zijn hersteld.

Basa Mamed Adjamova

Lid van Ronahi en het Koerdisch Volkstheater