Ontwikkelingssamenwerking
De laatste weken is ontwikkelingssamenwerking haast niet meer uit het nieuws geweest. Pas had de nieuwe staatssekretaris zijn – wel beknopte -beleidsnota bekend gemaakt of hij raakte tot over zijn oren betrokken in discussies en afrekeningen binnen zijn departement (de persoonlijke vetes van de ABOS-top werden voor de Raad van State uitgevochten), in een ganse stoet oude “witte olifanten” die plots in de media opdoken, in kritiek over het mislukken van de antifraude-cel binnen zijn departement. Er verschenen aantijgingen, beschuldigingen van vroegere ABOS verantwoordelijken en politici.
Ongeloof, verontwaardiging en ontmoediging waren de reakties van vele gewone burgers. Zij hebben het immers zeer moeilijk om het onderscheid te maken tussen alles wat er fout is gelopen (en nog loopt) en de “goede projekten” waarin zij nog geloven.
Bij velen is de reaktie op al die negatieve berichtgeving dan ook om alles over eenzelfde kam te scheren en elke vorm van ontwikkelingssamenwerking af te wijzen.
Onafgezien van de vraag waarom al deze negatieve kritiek naar boven komt nu we voor de eerste maal een staatssekretaris op het departement hebben die geen beroepspolitieker is, die integer is en werkelijk begaan met het lot van de armsten en meest uitgebuiten in onze wereld, is het toch een goede zaak dat veel van wat er misloopt nu bekend wordt en er een grondig debat komt over ontwikkelingssamenwerking.
Want wij kunnen er toch niet omheen dat ondanks honderden projekten, generaties idealisme en goede wil en ondanks vele miljarden ontwikkelingsgeld, de toestand op het terrein er steeds verder op achteruitgaat. Nog nooit is de honger zo nijpend, het geweld en de kriminaliteit zo wreed, de afschuwelijke tropenziekten (en daarboven op nog Aids) zo moordend geweest, nog nooit zijn er zoveel mensen uitgemoord of verdreven uit hun geboortestreek en nog nooit heeft dit zo weinig belangstelling of verontwaardiging opgeroepen in de rest van de wereld.
Men spreekt van “ontwikkelingsmoeheid”, antitiermondisme, informatieover-verzadiging…
Oorzaken
Maar waar liggen de diepere oorzaken van al deze mislukkingen en is er nog een alternatief voor deze ontmoedigende situatie ?
In deze bijdrage wil ik me beperken tot Afrika, omdat dit het kontinent is waar ik zelf een beetje ervaring heb als ontwikkelingshelper en omdat ik meen dat de toestand in zwart Afrika de meest schrijnende is van de ganse wereld.
Ontwikkelingshulp Neen, geen hulp…
Volgens mij ligt de diepe oorzaak van de grote mizerie van dit kontinent in een nog niet zo ver verleden en heeft het te maken met de fundamenteel verschillende filosofie en levenswijze tussen ons en de Afrikaanse mens. Toen wij westerlingen ontdekten dat er een kontinent bestond met ontzaglijke bodemrijkdommen en een onuitputtelijke bron spotgoedkope werkkrachten voor onze opkomende industrie, is een periode van plundering, uitbuiting, ontworteling van de inheemse bevolking begonnen. Onder steeds wisselende vorm en gedaante gaat dit tot op de dag van vandaag voort.
Na de slavendrijvers kwamen de “bevrijders” met mijningenieurs en wegenbouwers en in hun kielzog militairen en missionarissen. Sedertdien is Afrika’s eigen ontwikkeling, kuituur, geschiedenis en toekomst op een brutale en schaamteloze manier gestopt. Wij westerlingen bepaalden de grenzen tussen alle Afrikaanse staten zonder het minste rekening te houden met de oorspronkelijke etnische, politieke, sociale of religieuze instelling van de lokale bevolking. Al onze opvattingen op gebied van staatsvorm, economie, ideologie, kuituur, sexualiteit, mensenrechten en godsdienst werden en worden hun nog steeds opgedrongen en er desnoods met geweld ingeklopt. Ging dat tijdens de kolonisatie met uitmoording van ganse dorpen of stammen gepaard, nu gebruiken wij de SAP’S (de Structurele Aanpassingsprogramma’s) van de Wereldbank en het IMF om ganse bevolkingsgroepen uit te hongeren en korrupte diktators aan de macht te houden.
Na de koloniale periode en de zogezegde “Indépendance” is Afrika gedurende meer dan dertig jaar het “theater” geweest waar wij onze koude oorlog uitvochten. De mythe van de langste periode van vrede is gekleurd met het bloed van miljoenen zwarte Afrikanen in Mozambique, Angola, Zaïre, Zuid-Afrika, Ethiopië…
Het is nog maar sedert enkele jaren, sedert de implosie van het Sovietrijk en het nakende bankroet van het kapitalistische westen, dat de belangstelling voor Afrika afneemt en iedereen er zich meer en meer uit terugtrekt. Op wereldschaal bedraagt de handel met dit zwarte kontinent minder dan 5 % en van alle investeringen in de wereld gaat er nauwelijks nog 2 % naar Afrika. Ik vermoed dat degenen die er het langst zullen blijven de wapenhandelaars zijn en de ontwikkelingsorganisaties omdat er voor hen nog lang een onbeperkt werkterrein zal blijven open liggen.
Uitwegen
Paradoxaal genoeg ligt de toekomst voor Afrika juist in het feit dat de rest van de wereld er zich niet meer voor interesseert. Zijn andere ontwikkelingsregio’s zoals Latijns-Amerika en Zuid Oost Azië er blijkbaar wel in geslaagd om zich -meestal ten koste van een vreselijk hoge prijs – in te schakelen in ons westers stelsel van de vrije markt-economie, dan zien we dat dit, na meer dan 150 jaar kolonisatie en nog eens bijna 40 jaar “onafhankelijkheid” en ontwikkelingshulp, niet lukt in Afrika en m.i. nooit zal lukken. Iedereen die een tijd in Afrika heeft gewoond – niet in verwesterste en opgeblazen hoofdsteden als Kinshasa, Nairobi of Bujumbura, maar in het echte Afrika op het platteland – weet immers dat de Afrikaanse mens een filosofie en een levensaard heeft die met onze westerse logika niet overeenkomt en nooit kan overeenkomen.
Vele waarden die bij ons reeds lang zijn verloren gegaan of misschien zelfs nooit hebben bestaan, leven daar onverminderd voort en bepalen er alle familiale en sociale relaties. Het laagje “beschaving” dat missionarissen, onderwijsmensen en gezondheidswerkers er hebben gebracht is – ondanks vele mooie rapporten en suksesverhalen – slechts een heel dun vliesje waaronder een eigen Afrikaanse energie en vitaliteit is weggedrukt die af en toe (bijvoorbeeld in hun muziek en dans, in allerlei rituelen en jammer genoeg ook in ongebreidelde slachtpartijen) als een vulkaan naar buiten barst. Met welk ongeloof en ontsteltenis hebben onze “Afrikakenners” gereageerd op het inferno in Ruanda!
Westers eigenbelang
In feite komt de mislukking van ons ontwikkelingsbeleid en wat wij “beschaving” noemen voornamelijk voort uit de overtuiging dat de noden van de plaatselijke bevolking ondergeschikt zijn en blijven aan onze eigen belangen. Wij blijven de zwarte mens nog altijd zien als een “neger”, in het beste geval als een “negerke” dat we moeten gaan helpen en beschaven. Van echte “samenwerking” of een behandeling als gelijke partners is er nog lang geen sprake.
Afrika zal nooit uit zijn miserie en ellende kunnen opstaan zolang wij in het Westen blijven geloven in een oneindige groei-economie en de dogma’s van ongeremde konkurrentie en vrije wereldhandel. Om te kunnen blijven groeien hebben we immers steeds meer goedkope grondstoffen en weerloze arbeidskrachten nodig… en die zijn er in Afrika nog voor vele generaties! Als we echt om Afrika en de zwarte mens bekommerd zijn moeten we het over een andere boeg gooien; maar dat betekent voor ons het maken van fundamenteel politieke keuzes, niet enkel voor ons ontwikkelingsbeleid maar ook voor alle andere domeinen van onze samenleving. En daar zijn we nog lang niet aan toe.
Zelfs in de beleidsnota van Staats-sekretaris Moreels, die het zeker eerlijk meent en de grote mizerie van Afrika meermaals aan de lijve heeft ondervonden, vinden we nog geen aanzet van deze andere benadering voor zijn beleid. Ook bij hem blijft het een goedbedoeld “Kurieren am Symptom” maar wordt de kern van het probleem niet aangeraakt. Dit zou hij trouwens niet kunnen doen zolang hij in de partij blijft die sedert mensengeheugenis mede-en hoofdverantwoordelijk is voor het miserabele beleid dat wij in Afrika hebben gevoerd (en meestal niet gevoerd).
Konkreet
De vraag, die zich voor iedereen die van Afrika houdt en die gemeend met het lot van zovele ongelukkige medemensen begaan is stelt, is natuurlijk : Wat kunnen wij konkreet doen ? Moeten wij ons volledig terugtrekken en de zwarten aan hun lot overlaten ?
Volgens mij moet Afrika inderdaad zelf zijn weg en zijn toekomst bepalen en hebben wij er in de grond niets verloren. Als zij er voor kiezen hun eigen en een andere weg te gaan dan die wij menen dat voor hen goed is, is dat hun volle recht;… Maar dat is natuurlijk een utopie; nooit zullen de multinationals stoppen met hun uitbuiting; nooit zullen wapenhandelaars en gewiekste zakenlui ophouden om voor eigen gewin bloeddorstige diktators aan de macht te houden en etnische of religieuze tegenstellingen aan te wakkeren en nooit zullen de “Lords of Poverty” * hun vetbetaalde postjes spontaan opgeven en terug naar huis gaan.
Dus moet – als tegengif – ontwikkelingshulp blijven bestaan, maar los van alle politieke en economische belangen van de “donor”landen, enkel gericht op de noden en de vraag van de lokale basis-
groepen. Wij moeten ophouden (pet oplossingen voor te stellen en uit te vpe-ren voor problemen die wij menen daj zij hebben, met systemen op te leggen pie wij in het Westen na eeuwen evolutie! en revolutie hebben verworven maar pie niet per definitie universeel en onaantastbaar zijn.
Als wij naar Afrika gaan zouden wij ons superioriteitskompleks en pretentie moeten thuis laten, al beginnen met de lokale taal, eet- en andere gewoonten aan te leren en bereid zijn om eerst te luisteren en dan te “doen”. Dat is volgens mij de enige manier om Afrika te helpen zijn eigen ontwikkeling en toekomst od te bouwen. Dat die toekomst voor de Afrikaanse mens bestaat, daarvan beift ik overtuigd omdat ik weet welke kracht en vitaliteit er leeft bij de zwarte bevolking en dan vooral bij de zwarte vrouw.
Hun toekomst zal zeker niet zijn wal wij “beschaafde” westerlingen er van verwachten, maar eigen, zwart-Afrikaans, aansluitend aan hun traditionele kultuur, bevrucht met elementen uit de voortschrijdende Islam-wereld en het kontakt met 150 jaar Westers denken en doén… “a Triple Heritage” ** zoals de Kenyaanse filosoof Ali Mazrui dit in zijn visie op de toekomst voor zijn kontinent noemt.
M. Van Opstal, De Haan.
* Graham Hancock “Lords of Poverty” – Mandarin Paperbacks, London.
** Ali A. Mazrui “The Africans – A Triple Heritage” – BBC Productions, London.