De “Boemerang” ?

Polen

Het is in de voormalige communistische landen van Oost-Europa een vrijwel algemene trend geworden, dat de huidige sociaal-democratische partijen, afstammend van de oude communistische partijen, bij verkiezingen sterk vooruitgaan. Deze “ruk naar links” heeft in de diverse landen wel een enigszins andere inhoud met andere accenten. Maar de sociale achteruitgang en de massale werkloosheid vormen toch wel overal de basis van deze verschuiving. Zo verwonderlijk is het dus niet, al hebben wellicht weinigen gedacht dat dit fenomeen zich zo snel na de ineenstorting van de gediscrediteerde regimes zou voordoen.

Verbazingwekkend is wèl dat uitgerekend in Polen de recente presidentsverkiezingen een overwinning van de ex-communist Kwasniewski heeft opgeleverd. Verbazingwekkend, primo omdat Polen het meest anti-communistische land van Oost-Europa was, secundo het land was dat het sterkst gedomineerd werd door de katholieke kerk en aartsbisschop Glemp met veel nadruk had opgeroepen voor Walesa te stemmen (zij het dat de Kerk liever een andere kandidaat dan Walesa had gezien). Hoe komt het dat, in die omstandigheden, de man die jarenlang de populairste figuur van Polen is geweest toch de verkiezingen heeft verloren?

Primo was er de man Walesa zelf, een man die niet in staat is geweest met de macht om te gaan op een evenwichtige manier. Sluw, zelfgenoegzaam, arrogant, grof, machtsgeil, autoritair, bekrompen. Sommige van die eigenschappen hebben eertijds van hem de leidende figuur van Solidarnosc en van de revolte tegen het communistisch bewind gemaakt. Een aantal andere van die eigenschappen maakten hem ongeschikt om president te zijn. De intelligente en gematigde mensen die hem aanvankelijk omringden zijn uit zijn gezichtskring verdwenen. Hij heeft met ongeveer iedereen ruzie gemaakt. Zijn nieuwe entourage bestond uit onbenullige opportunisten. Hij mag het model genoemd worden van de man die zich door de macht heeft laten corrumperen en niet in staat was naar behoren te functioneren in een democratisch bestel waarin “checks and belances” een integrerend onderdeel zouden moeten uitmaken. Een groot deel van de Poolse bevolking was de man gewoon beu.

Maar het gaat natuurlijk niet alleen en zelfs niet hoofdzakelijk om de man, maar om de situatie. Een analyse van de verkiezingsuitslag heelt uitgewezen, dat wat de oudere generatie betreft – de generatie die nog het oude bewind heeft gekend – het stemmenaantal ongeveer gelijk verdeeld was onder de kandidaten (wat op zichzelf al een vernietigende nederlaag was), maar dat de jongeren massaal voor Kwasniewski hebben gestemd – of moeten we zeggen: tégen Walesa hebben gestemd. Die jonge mensen waren nog kinderen toen Walesa zijn grote triomfen vierde als leider van Solidarnosc. Ze waren twaalf jaar toen de Berlijnse muur omver werd gehaald. Voor hen is dat recente verleden nu al geschiedenis. Zij stellen gewoon vast dat onder Walesa de werkloosheid massaal is geworden, hun kansen voor de toekomst schamel. Zij hebben geen boodschap aan de beloftes voor de toekomst (hoe ver ligt die toekomst wel?) en aan zoete broodjes over de zegeningen die het kapitalisme Polen en zijn bevolking zal brengen, zelfs van een president met méér prestige dan Walesa de afgelopen jaren nog had, zouden ze die beloftes niet of maar half geloofd hebben. Mensen leven niet in de toekomst, ze leven nü, des te meer wanneer dat verleden intussen geschiedenis is geworden.

Er zal in Polen overigens wel vrijwel niemand zijn die gelooft dat met de komst van Kwasniewski het gevaar bestaat van een terugkeer naar het oude regime, en dat niet alleen omdat de nieuwe president een pragmaticus is, maar ook omdat het instinct de mens zegt dat de geschiedenis nooit kan worden teruggedraaid. Men kan aannemen – al is dat natuurlijk niet te bewijzen – dat de reflex heeft gespeeld, dat het in elk geval niet slechter kan dan voorheen, en dat een verandering tenminste de kans insluit dat het beter wordt, Dat klopt niet noodzakelijkerwijs, maar het menselijk instinct doet geen afstand van zijn hoop.

Een tweede fenomeen van deze verkiezingen is, dat niet alleen Walesa maar ook de kerk een nederlaag heeft geleden. Het beeld van een oppermachtig instituut dat niet alleen de gewetens van een bevolking beheerst maar ook haar kiesgedrag, is hiermee definitief verstoord. Glemp heeft zich misrekend. Zolang de kerk het verzamelpunt was van de revolte tegen het communistisch regime, kon de illusie in stand worden gehouden dat het Poolse katholicisme nog altijd een monolitisch blok vormde en dat de stem van de kerk die van het volk was. Het gefulmineer van Walesa uitgerekend in Sjestokowa tegen de uitslag van de verkiezingen was alleen nog grotesk.

Met de oproep van Glemp om voor Walesa en tégen de ex-communist te stemmen, heeft de Poolse kerk zichzelf ineen moeilijke positie gemaneuvreerd. Zal ze nu tegen Kwasniewski blijven ageren en op die manier de ontwikkeling van de democratie verstoren en het land in twee blokken verdelen? Of zal ze noodgedwongen een modus vivendi zoeken en haar nederlaag zo snel mogelijk verteren ? De kerk blijft in Polen hoedanook een machtig instituut en is best in staat om voor troebelen te zorgen die alles behalve gunstig zijn voor het functioneren van het politiek systeem. De kerk heeft intern weinig last van democratische impulsen, en in de voormalige communistische landen beperkte haar politieke ervaring zich tot lijdzaam of actief verzet. Zal ze er zich nu bij neerleggen dat haar politieke rol – die ze toch zal willen blijven spelen – niet straffeloos kan ingaan tegen de democratische processen ?

En wat nu verder met Walesa ? Uit zijn reactie op de nederlaag kan men opmaken, dat hij een politieke rol zal willen blijven spelen, en het ligt niet in zijn aard een andere rol te vertolken dan een hoofdrol. Welke ? Zal hij opnieuw een tegenmacht tegen het Kwasniewski-regime pogen aan te voeren zoals hij dat eertijds tegen het communistisch regime heeft gedaan ? Dan zal hij op zijn beurt meewerken aan het verstoren van het democratisch proces, met of zonder de kerk. Of zullen al diegenen die hij in zijn tomeloze eigengereidheid van zich heeft afgestoten nu wijs genoeg zijn om op hun beurt Walesa in de kou te laten staan 7| Dat Walesa op de een of andere manier een terugkeer voorbereid staat in de sterren geschreven. De vraag is : hoe en met wie ? De Zwarte Madonna zal hem dit keer niet bijstaan.

W. Courteaux