Mexico verklaart de oorlog (II)

Het Forum ter Hervorming van de Staat heeft plaats van 30 juni tot 6 juli ’96 in San Cristóbal de las Casas. Het politiek spectrum van het forum is zeer breed: er zijn vertegenwoordigers van alle partijen, vakbonden, universiteiten, NGO’s, zelfs bedrijven,…(maarliefst32 % is vrouw). De discussies gaan concreet over de overgang naar een democratie, over de parlementsverkiezingen van ’97, maar ook over het probleem dat PRD-militanten hebben met het FZLN, omdat de civiele comités van de dialoog (zoals de leden van het FZLN heten) niet openstaan voor partijen. Het forum eindigt met een zeer vage intentieverklaring over de nieuwe vorm waarin politiek zal moeten gevoerd worden. Men spreekt niet meer over partij, maar over beweging, niet over ideologie, maar over een gemeenschappelijk programma, over eenheid in verscheidenheid, over democratie gebouwd op de gemeenschappen en op broederlijkheid.

Intercontinentale Ontmoeting

In januari ’96 lanceert het EZLN een nieuw initiatief: de Intergalactische Ontmoeting voor de Menselijkheid en tegen het Neoliberalisme, of korter: de Encuentro.

Op 27 juli komen ruim 3.000 mensen uit 47 landen (van alle 5 de continenten) naardelndianengemeenschapOventic in Chiapas, om er tot 3 augustus ideeën uit te wisselen om de intercontinentale solidariteit in de strijd tegen het neoliberalisme te versterken. Tussen april en augustus zullen op de 5 continenten voorbereidende continentale bijeenkomsten gehouden zijn in Berlijn (Europa), La Realidad (Z- en N-Amerika), Tokio (Azïe), Afrika en Sidney (Oceanië). De 4 werkgroepen van de Encuentro (politieke, economische, culturele of media-kwestie, en de rol van de civiele maatschappij) leveren elk een slotdocument af, waarvan de voornaamste voorstellen op de slotont-moeting in het oerwoud te La Realidad op een rijtje worden gezet:

  • een definitievan hetneoliberalisme,
  • de legalisering van soft-drugs en de besteding van het wereldwijd drugsbestrijdings-budget aan wel-zijns-en ontwikkelingsprogramma’s,
  • de creatie van een intercontinentaal netwerk van verzet en alternatieve communicatie,
  • een  wereldwijde  campagne ter verdediging van politieke rechten, –   strijd voor d sociale  controle van de media (vandaag gecontroleerd door het grootkapitaal),… Deze Encuentro wordt vooral wat het betekent, een ontmoeting, waarin een aantal personalia (zoals Danielle Mitterrand,  Eduardo Galeano, Alain Touraine,  James  Petras,   Douglas Bravo,…) althans in de media het hoge woord voerden. In de zomer van ’97 zal er een Tweede Encuentro georganiseerd worden in Europa. Op hetzelfde moment heeft in San Salvador het Foro de Sao  Paulo  plaats,  die  andere ontmoeting van de Latijnsamerikaanse linkerzijde, waarbij ook naar oplossingen gezocht wordt om het neoliberalisme te bevechten.

Nieuwe guerrilla vanuit Guerrero en de Sierra Madre Oriental

Op 9 augustus geeft het Ejército Popular Revolucionario (EPR) een persconferentie, waarin de Comandantes José Arturo, Antonio, Victoria en Francisco de bedoelingen van het Revolutionaire Volksleger toelichten. Tijdens de herdenkingsplechtigheid van 28 juni ’96 in Aguas Blancas (Guerrero), waarin de moord door de politie op 17 boeren (28 juni ’95) herdacht wordt, verschijnt het EPR voor het eerst. In haar ‘Manifest van Aguas Blancas’ rechtvaardigt het EPR haar keuze voor de gewapende strijd, omdat er nog geen gerechtigheid is geschied in de zaak van de brutale moord op de 17 boeren, omdat de gewapende strijd een ultiem antwoord is op het geïnstitutionaliseerde staatsgeweld. Net zoals het ontstaan van het EZLN laat zien, is hier de gewapende strijd in eerste instantie een kwestie van zelfverdediging van de onder de repressie lijdende bevolking. Zoals het EPR zegt, ’tegen een niet-verklaarde oorlog door de regering van de oligarchie’ (…), ‘maar de gewapende strijd mag op geen enkel moment de volksstrijd of de legale strijd vervangen, want het is in dat proces dat het volk zijn bewustzijn opbouwt en gaat beseffen dat de wetten dode letter blijven, dat er geen rechtsstaat bestaat in Mexico. Een gewapend proces kan immers ook niet slagen zonder

Een opstandige burgerbevolking, niet zonder een radicale civiele strijd’ (Proceso, 11 augustus ’96). Het EPR is het gezamelijk revolutionair front van 14 organisaties (waaronder o.a. de Partido Revolucionario Obrero Campesina Union del Pueblo – Partido de los Pobres (PROCUP-PdIP, volgens de regering in ’75 uitgeroeid met de dood van guerrilla-leider Lucio Cabanas Barrientos), de Comandos Armados Mexicanos, de Brigada Obrera de Autodefensa, …) dat op 1 mei ’94 gevormd werd. Het EPR -dat als een nationale Mexicaanse bevrijdingsbeweging gestructureerd is- heeft sinds 18 mei ’96 ook een (nog clandestiene) partij-structuur, nl. de Partido Demo-cratico Popular Revolucionario (PDPR) die instaat voor het politieke programma van 45 eisen, en dat vooral in steden en op het platteland aan vormingswerk doet.

Op 29 augustus -enkele dagen vóórdat Zedillo zijn State of the Union zal uitspreken- voert het EPR in 6 deelstaten aanvallen uit op militaire doelwitten. Daarmee krijgt Zedillo’s Mexico, dat sinds de monetaire (economische) crisis van december ’94 dankzij veel VS-hulp ‘herstellende’ was, een rake klap en wordt Zedillo’s regering met de neus op de grond van de zaak geduwd. In zijn jaarlijks rapport verklaart president Zedillo op 2 september dat het goed gaat met de economie, maar dat het volk nog geen verbetering kan voelen, dat de regering alle staatsmacht zal gebruiken om het EPR te bevechten en dat ze zal blijven zoeken naar een vreedzame oplossing voor het conflict in Chiapas.

Prompt volgt een jaarrapport vanuit de Convergencia Nacional (een front waarin o.a. de Zapatisten (FZLN), de schuldenarenbeweging uit de middenklasse ‘El Barzón’ en het FAC-MLN nationaal samengaan) met voorstellen voor een oplossing voor de diepe neoliberale politieke crisis. Dit is een bewijs dat de  Mexicanen  weten  hoe  hun krachten te bundelen.

EZLN en EPR

Volgens een regeringsverklaring op 30 augustus is er een duidelijk verschil tussen EZLN en EPR: het EZLN, ondanks het feit dat de Zapatisten via gewapende weg zijn opgestaan, organiseert geen terreur, terwijl het EPR vanaf het begin terreuracties heeft ondernomen. Het EZLN is een beweging met een sociale basis, het EPR heeft dat niet. Nochtans heeft diezelfde regering in ’94 en ’95 de Zapatisten als terroristen gekwalificeerd en ook zo behandeld (offensief van februari ’95). De regering gaat zelfs verder door 3 Indianen- en boerenorganisaties te viseren als legale facade van het EPR: de Organización Campesina de la Sierra del Sur (OCSS), het Frente Democratico Oriental de México Emiliano Zapata (FDOMEZ) en Frente Nacional Democratico Popular (FNDP). De regering rechtvaardigt daarmee de brutale repressie t.a.v. deze volksorganisaties.

‘El Sub’ Marcos heeft eerst geen positie willen innemen in de discussie over het EPR, zeggend dat het EPR zijn legitimiteit zal moeten bewijzen. Later -in juli – zal hij zeggen dat de gewapende strijd ‘een anti-democratische methode’ is, die een anti-democratische structuur vereist, en dat die strijd een gevolg van wanhoop is, niet van een project. Ook het EZLN heeft moeten inzien dat dit gewapend-zijn zich stap voor stap tot een obstakel omvormt. Nadat de gewapende strijd een opening had gemaakt, speelden de wapens voor het EZLN nog slechts de rol van zelfverdediging.

Marcos spreekt al bij al verwarrende taal, die in de kaart van de regering speelt. De regering wil immers het EZLN tot akkoorden dwingen, door hen te omschrijven als de ‘goeden’, en ze wil het EPR uitroeien als terroristen. Op 15 oktober nodigt de regering het EPR uit om van houding te veranderen en te kiezen voor dialoog.

Op het moment van het EPR-offensief van 29 augustus is er ook een communiqué van het EZLN aan het EPR. Daarin wordt het voorstel waarin het EPR zijn steun aanbiedt, verworpen: “we nemen acte van de respectvolle toon waarin jullie ons aanspreken, (…), we willen jullie steun niet. We hebben ze niet nodig, we zoeken ze niet, we willen ze niet. (…) De steun die wij willen, is die van de nationale en internationale civiele maatschappij.(…) Ga voort op jullie weg en laat ons de onze volgen. Bemoei jullie niet met ons. (…) Onze politieke voorstellen staan diametraal tegenover elkaar. (…) Jullie strijden voor de macht, wij voor de democratie, de vrijheid en de gerechtigheid. Dat is niet hetzelfde. Zelfs als jullie erin slagen en de macht grijpen, blijven we vechten voor de democratie. (…) Het doet er niet toe wie aan de macht is, de Zapatisten vechten en blijven vechten voor de democratie, de vrijheid en de gerechtigheid.” (La Jornada, 3 sept.’96) Ook hier spreekt het EZLN verwarrende taal, omdat de Zapatistas er niet in slagen om klasse-tegenstellingen te zien, omdat ze niet het verschil maken tussen de burgerlijke partijen en de revolutionaire partijen, omdat ze het verschil niet willen zien tussen de burgerlijke democratie en de volksdemocratie die het EPR wil. Het doet er natuurlijk wél toe wie er aan de macht is!!

In een communiqué op 5 september roept het EPR alle organisaties op om op de oorlogsverklaring van de regering (daarmee bedoelend: de ‘State of the Union’ van Zedillo) te antwoorden met een algemene gewapende zelfverdediging. Bovendien herhaalt het EPR dat zij erkenning en steun zoeken bij al diegenen die een historisch machtsfront willen vormen om Mexico te bevrijden van de staatsrepressie, en herhaalt het de houding tegenover een dialoog: “Is het nodig dat wij een bereidheid tonen om te onderhandelen over waarover men niet kan onderhandelen, om daarna de wapens in te moeten leveren?” Het EPR oordeelt dat met een onderdrukkende regering die het volk vermoordt, geen onderhandelingen kunnen aangegaan worden. Dat is het grote verschil met de Zapatisten. Over het verschil met de Zapatistische leiding (in concreto met Subcoman-dante Marcos) kan het volgende gezegd worden: volgens Marcos is het Zapatisme niet gebaseerd op ideologie, de comandantes van het EPR baseren zich op de marxistische analyse; Marcos spreekt een zeer poëtische ‘convocerende’en bijna mythische taal, de comandantes van het EPR spreken een directe taal en oordelen ‘dat de poëzie niet het vervolg kan zijn van de politiek via andere media; Marcos rookt de pijp, volgens José Arturo (EPR) stijgt de rook tot 200 meter boven het bos uit, zodat men door de vijand gedetecteerd kan worden.

86 maar nog lang niet op rust

Op 21 november viert Mexico de 86ste verjaardag van de Revolutie die de generaals Emiliano Zapata en Francisco ‘Pancho’ Villa in 1910 begonnen. In de ‘Verklaring van het Noorden’ presenteert zich het Revolutionair Leger van de Volksopstand (ERIP), een nieuwe guerrilla die zich voorstelt als een volksleger, bestaande uit arbeiders, vrije beroepen, kleine ondernemers… Het ERIP eist een waarlijke landbouwhervorming (landherverdeling), de annulatie van het Nafta-vrijhandels-akkoord, een proces tegen ex-president Salinas. Het ERIP groet in het communiqué het EZLN en het EPR en zegt dat het paraat staat in de noordelijke staten van Mexico (Durango, Coahuila, Sonora).

Op 4 december kondigt zich opnieuw een guerrilla aan, het Gewapend Front voor de Bevrijding van de Gemarginaliseerde Volkeren van Guerrero (FALPMG).

De Mexicaanse bevrijdingsbeweging verdient al onze solidariteit. Op 3 jaar tijd heeft ze bewezen dat er nog hoop kan zijn op verandering. In een land met een revolutionaire geschiedenis zoals Mexico, is het logisch dat er verschillen bestaan binnen de linkerzijde. De keuze voor frontvorming, vooral in het FAC-MLN, maar ook in de Convergencia Nacional en het FZLN, maakt duidelijk dat deze verschillen niet onoverkomelijk zijn. Maar die linkerzijde moet scherpe analyses maken, wil ze niet gerecupereerd worden door het repressief staatsapparaat van Mexico. Aan de overzijde van de Rio Grande, achter het IJzeren Gordijn dat zwaar bewaakt wordt door de Border Patrol, staat immers een grote imperialistische mogendheid, die met Nafta van Mexico een wingewest van het neoliberalisme heeft gemaakt. Het EPR weet goed genoeg waarom een marxistische analyse die uitgaat van klasse-tegenstellingen, noodzakelijk is. Het EZLN weet goed genoeg waarom de strijd voor een ware volksdemocratie nodig is.

Pas als ook wij met Mexicaans temperament de strijd tegen het kapitalistisch systeem en haar burgerlijke democratie aangaan, is er ook bij ons hoop, want het is niet genoeg dat ons hart aan de linkerkant van ons lichaam zit, het moet ook kloppen I Corazón y esperanza !

Gretel Pardon en Koen Neyens