Zoekend naar de waarheid, afscheid nemen

Verslag van een ingrijpende Guatemalareis

Wij waren met 19.

Sommigen zagen elkaar voor het eerst in Zaventem, de ochtend van onze afreis. We kenden eikaars namen amper.

We verschilden op alle mogelijke manieren grondig van elkaar: een leeftijdsverschil van 50 jaar tussen de jongsten en de oudsten, verschillende levensstijlen, achtergronden, interesses en visies.

De rode draad die ons 14 dagen lang zou moeten samenhouden in Guatemala was een brok menselijk engagement van

4 Vlamingen in de recente, door burgeroorlog en bloedige repressie getekende geschiedenis van dat paradijselijk mooie land in Midden-Amerika.

Walter Voordeckers, Ward Capiau, Serge Berten en Fons Stessel brachten ons samen in Zaventem, die dinsdagmorgen 28 oktober. Elk op haar of zijn manier, wilden wij op zoek gaan naar de redenen, motieven, de drijfveren van hun geëngageerd leven, tot ter dood (letterlijk dan, ook al klinken die woorden oubollig en bombastisch), in een land dat het hunne niet was en verwikkeld in een burgeroorlog waarin zij, als vreemdelingen, niet moesten verzuipen.

Een korte voorgeschiedenis

1.   In Guatemala

Op 29 december 1996 werd er officieel een punt gezet achter een bijzonder gewelddadige burgeroorlog die 36 jaar lang het complexe maatschappelijke weefsel van een multi-etnisch land verscheurde.

Vooral de Indiaanse Maya-bevolking werd massaal uitgemoord, hun gemeenschappen vernietigd. Etnocide op het scherp van het mes. Volksorganisaties en, al dan niet kerkelijke, basisbewegingen die de nek uitstaken, ijverend en met alle legale middelen vechtend voor een stukje rechtvaardigheid, een lapje grond voor landloze boeren, een beetje gezondheidszorg en politieke aandacht voor verpauperde achterbuurten, werden brutaal genekt en onthoofd. Begin de tachtiger jaren escaleerde het repressieve geweld, deskundig’begeleid’ door Noord-Amerikaanse, Argentijnse en Israëlische deskundigen.

Naast duizenden anderen, vielen ook Walter, koelbloedig afgemaakt op 12 mei 1980, Ward, bij een wanhopige vluchtpoging neergemaaid op 22 oktober 1981 en Serge, brutaal ontvoerd op 19 januaria 1982.

Op het moment van de feiten was Walter pastoor van de parochie Santa Lucia Cotzumalguapa. Ward en Serge hadden aansluiting gezocht bij één van de 4 voorhoedebewegingen, vanuit hun

intense verbondenheid met het brede volksverzet.

Nooit werden er verantwoordelijken voor die criminele feiten tegen Walter, Ward en Serge aangeduid of met naam genoemd in Guatemala. Ook in België verkoos het ministerie van buitenlandse zaken de (medeplichtige?) stilte boven de waarheid.

Veel later, in de periode van de laatste stuiptrekkingen van de militaire dictatuur, werd Fons vakkundig vermoord in zijn parochie op 19 december 1994. Officieel ging het om een roofmoord. Fons zat echter met handen en voeten verweven in het clandestiene netwerk dat interne, maar vogelvrij verklaarde, vluchtelingen hielp onderduiken in de hoofdstad.

Volgens de vredesakkoorden moest er, na het ondertekenen van de definitieve vrede op 29 december ’96, zo vlug mogelijk een onpartijdige ‘ophelderingscommissie’ opgericht en operationeel gemaakt worden.

Op papier zagen de doelstellingen van die commissie er schitterend uit:

a.    om objectief, billijk en onpartijdig schendingen van de mensenrechten en daden van geweld op te helderen die te maken hebben met het gewapende conflict dat de oorzaak was van het lijden van de bevolking van Guatemala;

b.    om een rapport op te stellen over de resultaten van de uitgevoerde onderzoeken dat objectieve informatie bevat over gebeurtenissen tijdens de bedoelde periode met in begrip van alle factoren, zowel in terne als externe;

c.   om specifieke aanbevelingen te formuleren met het oog op de bevordering van de vrede en de nationale eenheid in Guatemala. De commissie zal in het bijzonder maatregelen aanbevelen ter nagedachtenis van de slachtoffers, ter stimulering van een cultuur van wederzijds respect voor en naleving van de mensenrechten en ter ondersteuning van het democratiseringsproces. (vertaald uit het officiële document “Agreement on  a firm and  lasting Peace”)

De euforie die het lezen van die nobele doelstellingen zou kunnen doen opwekken, wordt, een paragraaf verder in diezelfde officiële verklaring, sec weggeblazen:

“met betrekking tot de werking, voorziet de overeenkomst: (c) dat de commissie in zijn werking, aanbevelingen of rapport geen verantwoordelijkheid zal toewijzen aan een individu, en evenmin zullen de werking, aanbeveling of rapport enige juridische bedoeling of gevolg hebben”.

In de praktijk was de geloofwaardigheid van de commissie bij de publieke opinie van bij de start reeds zwaar ondermijnd, omdat het militaire apparaat zich formeel en vakkundig had ingedekt tegen de duizenden en duizenden beschuldigingen die naar boven zouden komen, en tegen de waarheid van de etno- en genocide.

Bovendien bleek de nieuwe regering maandenlang niet over de nodige fondsen te beschikken om de “commissie van de waarheid” op gang te trekken.

2.   In België

In het najaar van ’96 werd in het Vlaams Guatemala Komitee (VGK voor de insiders) – bestaande uit een kerngroep van een 15-tal vrijwilligers – de politieke strategie besproken voor het werkjaar ’97: het jaar nul van de vrede in Guatemala; het eerste jaar zonder burgeroorlog en zonder institutioneel georganiseerd geweld; hét jaar van de waarheid dankzij de ophelderingscommissie.

We beslisten, na overleg met het kabinet van minister Derycke en na een aantal mensen in Guatemala zelf geraadpleegd te hebben, om de dossiers van Walter, Ward, Serge en Fons in te dienen bij de ophelderingscommissie. De bedoeling was dubbel: enerzijds de commissie onder druk zetten om haar cruciale taak met volle ernst op te nemen, anderzijds de 4 vermoorde Vlamingen naar voor schuiven als symbool voor de duizenden en duizenden vermoorde en vermiste Guatemalteekse staatsburgers. Ook en vooral voor hen moest er recht geschieden!

Ons ministerie van buitenlandse zaken beloofde een financiële ondersteuning van de ophelderingscommissie, weliswaar gekoppeld aan ernstig onderzoek naar de zaak van de 4 Belgische landgenoten. Uiteindelijk werd een (eerste) schijf van 5 miljoen BEF uitbetaald in de loop van oktober ’97.

Op 19 januari ’97, ter gelegenheid van de nu reeds traditionele Derdewerelddag in Menen, was er een gesprek en een eerste formele ontmoeting gepland tussen minister Derycke en familieleden van Walter, Ward, Serge en Fons.

De jaarlijkse Derdewerelddag is een initiatief van het COS-SB, Comitee voor Ontwikkelingssamenwerking – Serge Berten. Het COS-SB is hét instrument bij uitstek geworden om de herinnering aan Serge in Vlaanderen levend te houden.

Na de ontmoeting met Derycke, napratend tussen pot en pint en middenin de gezellige drukte van de Derdewerelddag, kwam de vraag bovendrijven: waarom niet samen naar Guatemala trekken om de ophelderingscommissie onder druk te zetten en om misschien beter te snappen en te begrijpen waarom Walter, Ward, Serge en Fons zich zo intens betrokken voelden bij de sociale strijd van het Guatemalteekse volk?

Ter plekke zelf werd de vraag positief beantwoord. Het COS-SB zou de verantwoordelijkheid voor de praktische en inhoudelijke voorbereiding op zich nemen.

Het VGK zou in juli een paar mensen naar Guatemala sturen om de concrete agenda ter plaatse op puntte stellen en vast te leggen. Vier vrijwilligers zouden de familieleden tijdens de reis begeleiden en tolken.

Er werd contact opgenomen met de Belgische ambassadeur in Costa Ria zowel rechtstreeks als via het kabinet van Derycke.

Wij kwamen enkele keren met een aantal vertegenwoordigers van de vier betrokken families samen. En zo geraakte beetje bij beetje het definitieve concept van de reis uitgetekend, en groeide er consensus over de doelstellingen:

  • druk uitoefenen op de officiële instanties om de waarheid naar boven te halen.
  • op een waardige manier afscheid nemen van Walter, Ward, Serge en Fons via herdenkingsvieringen tijdens de Allerheiligen en Allerzielenperiode.
  • publieke solidariteitsbetuigingen aan het adres van die organisaties die vechten om het verleden niet zomaar met de mantel der liefde toe te dekken, en die eerherstel eisen voor de méér dan honderdduizend slachtoffers van de vuile oorlog.

Het reisverslag

Tussen woensdag 29 oktober en vrijdagmiddag 31 oktober bezochten wij maar liefst 10 officiële instellingen, waaronder tweemaal de verantwoordelijken van de ophelderingscommissie. Vanaf vrijdagmiddag begon het emotioneel zwaarst beladen stuk van de reis.

Wij waren te gast in Tierra Nueva, de parochie aan de rand van Guatemala Ciudad waar Fons werd vermoord. We namen afscheid van Fons op de plaats waar hij stierf, we hoorden getuigen en vierden samen met de mensen van Tierra Nueva zijn herinnering.

De dag daarna, 1 november, dag waarop in Guatemala alle kerkhoven zwart zien van het volk en kleurrijker ogen dan de regenboog, want bedolven onder massa’s en massa’s bloemen, bezochten we, vroeg in de morgen, het graf van Fons op het indrukwekkend grote ‘algemene kerkhof’ van Guatemala Ciudad. Tegen de middag werden wij in Santa Lucia Gotzumalguapa verwacht, het provinciestadje in de zuidelijke kuststreek waar Walter werd neergeschoten en ook begraven ligt. Ook daar was het afscheid nemen een heel ingrijpend gebeuren. Vrouwen, mannen en kinderen, aangesloten bij de ‘Dwaze Moeders’ en bij het ‘Comité voor Boereneenheid’, begeleidden ons naar het kerkhof met spandoeken, armenvol bloemen en scanderend “se siente, se siente el Walter esta presente” (je voelt het, je voelt het, Walter is hier aanwezig).

Op het kerkhof werd er gebeden, gezongen, hartstochtelijk geschreid en door verschillende mensen het woord genomen.

’s Avonds zat de kerk barstensvol gewoon volk voor de herdenkingsviering.

’s Anderendaags namen we afscheid van Ward. We wisten dat hij begraven lag als ‘onbekend’ tussen honderden andere ‘onbekende’ oorlogslachtoffers op een braakliggend terrein achter het prachtige, artistiek ogende kerkhof van Antiqua Guatemala. In stille processie droeg Johan, de broer van Ward, samen met een broer van Walter, een stenen kruis met de naam van Ward naar het midden van dat door struikgewas overwoekerde, kerkhof der naamlozen.

Aan de voet van een jonge boom werd het kruis ingeplant. Zoals bij het graf van Walter en Fons liet ook hier bij Ward iedereen zijn emoties de vrije loop. Afscheid nemen, vooral onder deze omstandigheden, doet ontzettend veel pijn, maar werkt terzelfdertijd heel louterend.

Op 3 november trokken we in stille manifestatie langs de overdrukke Calzada San Juan in de hoofdstad naar de exacte plaats waar Serge, samen met twee compafieros, werd ontvoerd. Op die plaats werd, een gedenkplaat in het voetpad gecementeerd. Wij stonden errond in een halve cirkel, zwijgend, totdat de plaat stevig ingemetseld en met water proper gemaakt was. Het gebeurde allemaal rustig langzaam, bijna sacraal, als onderdeel van het afscheidsritueel. De gedenkplaat werd onder bloemen bedolven. We zongen, baden, schreiden terwijl we eikaars handen vasthielden.

De volgende dagen hadden we verschillende boeiende ontmoetingen met verantwoordelijken van o.a. de ‘Dwaze Moeder Beweging’, van de ‘Stichting Rigoberta Menchu’, van de Algemene Raad van de ‘Ontwortelde Bevolkingsgroepen’, van het ‘Democratisch Front voor een Nieuw Guatemala’. Zij hielpen ons de juiste toon te vinden voor onze persconferentie, waarmee we onze reis wilden afsluiten.

De persconferentie: onze conclusies

Walter Widmann

Volgens ons wijst alles erop dat de intellectuele moordenaar van pater Walter Voordeckers bekend is, namelijk: Walter Widmann, toendertijd eigenaar van de Finca Concepcion (Departa-mento de Escuintla).

Walter Widmann’s dochter is nu echtgenote van de burgemeester van Guatemala stad, de heer Berger. De heer Berger wordt o.a. door de Belgische Ambassadeur in Costa Rica getipt als de toekomstige president van Guatemala. De zoon van de burgemeester, Oscar Berger, is de ereconsul van België.

Mgr. Rios Montt

Als christenen zijn wij diep ontgoocheld door de houding van mgr. Rios Montt. Begin de tachtiger jaren was hij de bisschop van Walter, Ward en Serge. Vanuit zijn functie als herder van de kerkgemeenschap zou hij naar ons aanvoelen moeten getuigen van solidariteit en een evangelische bewogenheid, onder andere in het verkondigen van de waarheid. Die houding hebben de families van Walter, Ward en Serge niet aangetroffen bij een toevallige ontmoeting tijdens de reis. Vanuit deze ervaring willen wij als christenen de kerk oproepen zich duidelijk te profileren voor de armen en zich de hierboven vermelde diepmenselijke waarden terug eigen te maken.

Oproep tot solidariteit

Staatsburgers van andere landen dan België onder andere van de Verenigde Staten, Filipijnen, Spanje, Italië en Canada werden ook het slachtoffer van het intern conflict.

Vanuit onze contacten met de Guatemalteekse bevolking en met officiële instanties, roepen wij de families en de regeringen van de betrokken landen op om druk uit te oefenen bij de Guatemalteekse regering om de waarheid aan het licht te brengen.

De waarheid

Een ooggetuige heeft de juiste plaats aangewezen waar Serge Berten ontvoerd werd, op 19 januari 1982 door een tiental zwaarbewapende mannen in burger.

De Ophelderingscommissie heeft ons bevestigd dat het ex-URNG, de verenigde voorhoedebewegingen, constructief met de waarheidscommissie wil samenwerken.

De minister van defensie beloofde ons om contact op te nemen met de minister van binnenlandse zaken met de bedoeling de nodige documenten vrij te geven en onder andere de plaats aan te duiden waar Serge Berten begraven ligt.

Om de waarheid aan het licht te brengen zullen wij een offficiële aanklacht indienen bij het openbaar ministerie van Guatemala via de geijkte kanalen.

Algemene conclusies

Vanuit onze contacten met MINUGUA (de Missie van de Verenigde Naties in Guatemala) zijn wij ervan overtuigd dat in de zaak van pater Fons Stessel naast de criminele piste zeker ook de politieke piste moet onderzocht worden.

Vanuit contacten met heel veel mensen zijn wij er evenzeer van overtuigd dat de democratie in Guatemala geen kans maakt zolang de straffeloosheid blijft bestaan.

De officiële instanties voor de mensenrechten toonden begrip voor onze situaties, maar staan machteloos tegenover het systeem.

Daartegenover voelden wij ons gedragen en gesteund door de warmte en solidariteit van het volk van Guatemala. Hierbij beloven wij dat deze missie niet eindigt met ons vertrek uit Guatemala.

Raf Allaert
Mede-begeleider van de reis.