Cuba, Europa en de seminaristen

Kom maar aan land …de paus is hier al geweest. Volg de voetstappen van de visser.

Robert Robaina is minister van buitenlandse zaken van Cuba. Hij behoort tot de jongere generatie van leiders die al verscheidene jaren geconfronteerd worden met de moeilijkheden om Cuba uit haar delicate socio-economische en politieke situatie te redden. Hij was in juli in Brussel waar hij de tijd had genomen om met de Coördinatie voor de opheffing van de blokkade tegen Cuba te discussiëren. We waren erbij, en publiceren hier een gesprek dat werd opgenomen in Avancées.

Je blijft horen over mogelijke sociale troebelen op Cuba?

Dat is nu al meer dan 38 jaar dat men de val van Cuba voorspelt. Maar onze revolutie heeft heel diepe wortels in de bevolking. Alle analyses hebben het steeds over de hoeveelheid petroleum, de grootte van de suikeroogst, maar men vergeet steeds een element: de Cubaan zelf. Ons menselijke potentieel is zo rijk, zo gekwalificeerd, de bevolking is politiek betrokken én bereid de onafhankelijkheid en de souvereiniteit van het land te verdedigen.

Er is nu een nieuwe campagne aan de gang die spreekt over een interne sociale beweging die de stabiliteit zou ondermijnen. Maar het ergste is voor ons achter de rug. Een paar jaar geleden zaten we veel dieper in de put: 1992-93 en 1994. Sedertdien is er een economische heropleving. Natuurlijk zijn er nog behoorlijk wat problemen op Cuba die niet zijn opgelost. We hebben problemen rond de huisvesting, we hebben niet de gewenste variëteit aan levensmiddelen, ons transportsysteem is beperkt, ook de energie. Maar wat we hebben, verdelen we. Dat is het grote verschil met de rest van Latijns Amerika. Maar wij worden steeds met Europa vergeleken, niemand vergelijkt ons met de ons omringende landen.

Ja, de toestand is gespannen, complex, moeilijk. Maar we gaan vooruit. Wij zoeken oplossingen vanuit ons revolutionair proces dat we niet bereid zijn op te geven. Men duwt het neo-liberalisme naar voor als een te volgen model. Maar dan worden de rijken alleen maar rijker, en de armen armer. Dat willen wij niet. Wij zijn trots op onze onafhankelijkheid en zijn bereid deze te verdedigen.

Cuba zoekt een compromis tussen het socialisme en de markteconomie?

Het eerste wat we zoeken is een economie voor ónze markt. Midden een veranderende wereld hebben we getracht een nieuw economisch model te vinden. De basis is en blijft een sterke implicatie van de overheid in bepaalde sectoren, waar we niet op zullen toegeven. De overheid heeft haar plichten: onderwijs, gezondheidszorg, basisdienstverlening. Op deze punten is er geen privatisering mogelijk. Nochtans denken we dat buitenlandse investeringen belangrijk zijn om onze economie te reactiveren. Op voorwaarde echter dat de overheid dit proces kan regelen en onder controle houden. We hebben het zelfstandigen-werk al geliberaliseerd in 140 sectoren en we hebben in onze socialistische planeconomie elementen van de markt-economie moeten inbrengen.

Voor ons is het belangrijk niet langer afhankelijk te zijn van een enkel economische partner, zoals dat in het verleden het geval is geweest. Vervolgens willen we niet meer afhankelijk zijn van een welbepaalde economische sector. We zijn veel te lang blijven teren op de suikerproductie alleen. Vandaag hangen we niet meer in de eerste plaats af van de suiker maar wel van het toerisme. In tweede instantie van suiker, en dan van nikkel, koffie, tabak, etc. Om Cuba te kunnen redden moesten we een economisch model ontwikkelen dat verschillende karakteristieken heeft. Gelukkig geeft het nu positieve resultaten. Alle economische sectoren groeien, behalve de suiker omwille van klimatologische omstandigheden. Alsof al onze problemen nog niet voldoende groot zijn, moest het dit jaar nog omgekeerd regenen ook! Maar het totaal beeld geeft positieve groeicijfers.

Hoe bekijkt u het pausbezoek?

Dat was een spectaculair bezoek. Het heeft voor de wereld aangetoond dat men bij ons in alle rust een religie kan belijden, een mis opdragen. Het was natuurlijk een vreselijke ontgoocheling voor diegenen die verhoopten dat het pausbezoek dingen in beweging zou brengen die het land zouden destabiliseren.

Voor ons was het een zeer positief bezoek. Onze werkrelaties met de kerken baseren zich op respect en overstijgen deze gebeurtenis. Wij kunnen veel van de kerken leren, en zij moeten van ons een boel zaken leren begrijpen. Zo bijvoorbeeld in verband met hun ongenoegen dat er geen privé-scholen kunnen bestaan op Cuba. Ook toch nog even aanstippen dat niet het katholicisme de grootste godsdienst is bij ons. Wat zouden wij moeten doen als alle religieuze groepen privé-scholen opeisen? Er zijn geen privé-scholen op Cuba, religieuze of andere. We voeren besprekingen rond dit punt met de kerk die seminaristen wil opleiden. We zoeken naar een oplossing dat de seminaristen Cubanen zouden zijn, en dus niet van ergens anders moeten komen. Het pausbezoek heeft er toe bijgedragen een klimaat van vertrouwen te scheppen, een klimaat van gezonde relaties op basis van wederzijds respect.

Wat denkt u van de Europese politiek tegenover de VS?

Ik verheug me erover dat Europa de blokkade veroordeelt. Maar dat is niet

genoeg. Er zijn 148 landen van de VN die dat doen. Maar om het werkelijk te veranderen hebben we meer nodig dan stemmen.

Europa verwerpt de wet Helms-Burton. Maar toch was ze bereid hieromtrent een regeling te ondertekenen met de VS. Het enige wat ik uit gans de zaak op kan maken is dat die regeling de schandalige extra-territorialiteit van Helms-Burton niet oplost.

Die wet bezorgt ons heel wat nadeel. Ze is trouwens helemaal niet toe te passen. We hebben door deze wet heel wat economische achterstand opgelopen. Cuba is het enige land dat zich in stilte moet openen voor de wereld. Het enige land waar de ondernemingen er op uit zijn hun aanwezigheid te verzwijgen om geen last met de VS te krijgen. Op Cuba zijn er heel wat buitenlandse ondernemingen, maar ik mag hun naam niet noemen. 650 zijn er op Cuba, waarvan 350 gemengde ondernemingen. We hebben proudctie en promotie-overeenkomsten met de 15 lidstaten van de Europese Unie. Bovendien zijn 6 van de 7 landen van de G-7 aanwezig op de handelsbeurs van Havana. Raad ’s welk land er niet bij is….

Krijgen we nu niet twee soorten Cubanen: die met en die zonder dollars?

Er doen zich nieuwe fenomenen voor op Cuba, die ons zeer zeker niet goed lijken, maar die inherent zijn aan het circuleren van de dollar, aan het groot aantal buitenlandse investeerders, aan de aanwezigheid van toeristen. Soms vraagt men ons waarom we in vredesnaam het toerisme kozen. Maar wij hebben niet gekozen. We zijn ertoe verplicht geworden door de omstandigheden. Er komen deviezen uit voort, werkgelegenheid, ontwikkeling van een nieuwe infrastructuur. We trachten een toeristische industrie te ontwikkelen die ons in staat stelt ons land te redden.

En daar zijn duidelijk risico’s aan verbonden. Voor ons is het belangrijk dat we tegenover deze risico’s, onze capaciteit kunnen behouden van dialoog, overtuigingskracht en contact met de bevolking. Alleen door een permanente dialoog met het volk zal elke transformatie, elke beslissing op steun en participatie kunnen rekenen. Op die manier willen we eigenlijk gezamenlijk beslissen hoe we uit onze moeilijkheden kunnen geraken.

En we zullen dat maar kunnen als we de essentie van onze revolutie kunnen vrijwaren: het permanente contact van onze leiders met de bevolking; alsook de toegankelijkheid van onze gezondheidszorg, ons onderwijs, onze wetenschap. Dit zijn de absolute pijlers van de Cubaanse revolutie. Daarop zullen er geen toegevingen komen, daarover zullen we nooit onderhandelen.

Met dank overgenomen uit Avancées