Indonesische zandloper

Indonesië ligt in de grootste archipel ter wereld: meer dan 3000 eilandjes.

Indonesië omvat 13.677 (of delen) eilanden, waarvan er ca. 990 bewoond zijn. Het aantal inwoners in 1996 bedroeg 200.453.000. Men schat dat bij de eeuwwisseling het land de 212.600.00 inwoners zal overschrijden. De bevolking is voor 90% van gemengde origine. In de steden woont 34% van de Indonesiërs. Het is de vierde meest bevolkte natie op de wereld. Een opdeling volgens geloofsovertuiging geeft ons het volgende beeld: 86% moslim, 10 % christenen, 2% hindoe en1% boeddhist. De verdeling per beroepssector leert ons dat 55% aan de kost komt in de landbouw, 14 % is werkzaam in de industrie en de dienstensector is goed voor 31%. Verdeeld naar geslacht zijn 40% vrouwen en 60 % mannen in loondienst. De militaire uitgaven van Indonesië bedroegen in 1995 6,2% van het BNP. Het leger telde in 1995 ongeveer 274.000 manschappen, de politie 215.000 en hulppolitie (Karma) 1,5 miljoen.

De officiële naam is Republiek Indonesië, het land is administratief onderverdeeld in 26 provincies (exclusief Oost-Timor), Jakarta is de hoofdstad en telt 13.900.000 inwoners (1994).

1945- Op 17 augustus 19945, twee dagen na de capitulatie van Japan, riep Sukarno de onafhankelijkheid uit. Dank zij de hulp van de geallieerden, in ’t bijzonder van de VS, kwamen de Nederlanders opnieuw aan de macht. De nationalisten weigerden zich hierbij neer te leggen, en besloten als guerrillaleger de Nederlanders te bevechten. Onder druk van de Amerikanen, die de tijd rijp achtten om hun strategische belangen in dit deel van Azië uit te bouwen en ermee dreigden hun Marshallhulp aan Nederland stop te zetten, werd in 1949 de macht overgedragen aan de Indonesiërs. Voor de Verenigde Staten en Australië was aanwezigheid en autoriteit van de Nederlanders niet langer noodzakelijk. Op vraag van de VN-Veiligheidsraad werd een VN-commissie over Indonesië in het leven geroepen, die een rondetafelconferentie organiseerde over de manier hoe de overdracht moest gebeuren. Op deze conferentie waren de nationalisten verdeeld over de omvang van de republiek en welke gebieden tot de republiek zouden moeten behoren.

Op de rondetafelgesprekken werd overeengekomen dat de nieuwe federatie zou bestaan uit deelstaten met zelfbestuur; dat de bevolking van iedere deelstaat in de gelegenheid zou worden gesteld om in te stemmen met het definitieve ontwerp van de grondwet. Wanneer een autonome staat niet akkoord ging met de voorgestelde procedure, had deze het recht te onderhandelen over een andere soort van relatie met Nederland en de Verenigde Staten van Indonesië.

  1. De Republiek Indonesia Serikat ( Republiek van de Verenigde Staten van Indonesië) bestaat uit 16 geconfede-reerde staten.
  2. Sukarno roept de republiek Indonesië uit en schaft meteen de federale structuur af. Hiermee vervallen ook alle afspraken die hierover op de rondetafelbijeenkomst werden gemaakt. Het verzet hiertegen werd op de Republiek van de Zuid-Molukken en in Atjeh in Noord Sumatra bloedig onderdrukt.

Sukarno werd na de Nederlandse machtsoverdracht de eerste president van Indonesië. De communistische partij, de derde grootste partij van Indonesië, en de grootste (communistische) van Azië, steunde het beleid van Sukarno. Vooral de manier waarop de ex-koloniale overheid werd aangepakt bleek deze partij te motiveren, en in de gehele dekolonisatiekwestie kon men op hun steun rekenen. 1957 – De federatie van Maleisië (Penang en Malakka) werd onafhankelijk van Groot-Brittannië en in 1963 wordt de federale staat Maleisië    gevormd samen met Sarawak,

illustratie toe te voegen

Sabah en Brunei op het eiland Borneo. Indonesië beschouwde dit als een aanduiding van Brits-Maleisisch neokolonialisme en bleef tot in 1967 aansturen op een militaire verovering. Deze aspiraties werden slechts opgeheven onder zware druk van de Amerikanen.

1965 – In oktober grijpt generaal TNI Soeharto de macht onder het voorwendsel dat er een communistische revolutie werd voorbereid. De bloedige staatsgreep leverde 500.000 tot 1.000.000 doden op en meer dan 200.000 politieke gevangen (voornamelijk leden en sympathisanten van de communistische partij). Vrijgekomen documenten tonen duidelijk de betrokkenheid van de CIA en de VS-regering bij dit bloedbad.

Sukarno bleef nog enkele jaren staatshoofd, zonder bevoegdheden.

Soeharto genoot het vertrouwen van de buitenlandse multinationals    die de rijkdommen van Indonesië kwamen ontginnen. Ondanks de enorme olievoorraden en de stijging van de olieprijzen in de jaren ’70 slaagde Soeharto er niet in de welvaart te doen stijgen.

1971 – Ondanks de repressie gaan duizenden studenten de straat op in oppositie tegen de corrupte generaals, Chinese kooplieden en Japanse investeerders die ze ervan verdenken de staat te willen controleren.

1974 – Op 25 april breekt in Portugal de “anjerrevolutie ” uit, hetgeen de dekolonisatie van Oost-Timor inluidde.

1975- In augustus brengt het revolutionaire front van Timor ( Fretilin) de hoofdstad Dili onder haar controle. Op 28 november roept het Fretilin de onafhankelijkheid uit over Oost-Timor.

De Indonesische troepen bezetten Oost-Timor, het Fretilin moet onderduiken.

Het westen keek toe en ondernam niets, het territorium mocht niet in handen vallen van de sterke weerstandsbeweging die socialistische opties in hun programma hadden. Het westen wilde geen tweede Cuba in de Indische Oceaan. Het militaire en politieapparaat vestigde een bloedig repressieregime tegen de autochtone bevolking. Meer dan 200.000 mensen werden gedood of stierven van honger, dat was meer dan een vierde van de bevolking. Om deze plotse daling van het aantal bewoners op te vangen voerde Jakarta een migratieprogramma door, waarbij ze moslims uit de andere overbevolkte provincies naar Oost-Timor bracht. Zo hoopte ze het deficit aan mensen te compenseren met islamitische gelovigen, en zo een meer betrouwbare ruggengraat ten opzichte van het Indonesische te verkrijgen.

De Algemene VN-vergadering veroordeelt de Indonesische invasie.

1976 – Indonesië annexeert Oost-Timor, dat de 27ste provincie wordt.

1979- Het eiland wordt geteisterd door een grote hongersnood. De gewapende weerstand tegen de Indonesische bezetter wordt opgevoerd.

1983 – Mislukte poging van onderhandeling tussen het Fretilin en de regering in Jakarta.

Soeharto wordt voor de vierde maal herkozen tot president van Indonesië.

1988 – Het Europese parlement erkent het recht van Oost-Timor op zelfbeschikking.

Soeharto wordt ondanks de kritiek op zijn beleid herkozen tot staatshoofd.

1991  – De gevechten tussen het leger en de opstandelingen van Aceh, een bevrijdingsbeweging op Sumatra nemen in hevigheid toe. In Dili, de hoofdstad van Oost-Timor, schiet de politie op 1000 betogers, waarvan er 185 dood geschoten worden

Ondertekening tussen Australië en Indonesië van een economisch akkoord waar aan Australië 11 concessies worden toegekend voor de olieexploitatie in de Timorzee.

1992 – Een afscheidingsbeweging in Irian Jaya komt met haar eisen naar buiten.

De VS-regering vraagt aan het Congres 2.300.000 $ US voor de opleiding van de ordetroepen van Indonesië. De Australische premier bezoekt Indonesië en komen overeen een grotere politieke en economische samenwerking tot stand te brengen, tijdens zijn gesprek met Mur-dani drong Keaton aan op meer samenwerking tussen beide staten op het gebied van gemeenschappelijke defensie.

Op 14 maart ondertekenen  Indonesië en Australië een akkoord over de maritieme grenzen. 1993- Het parlement kiest voor de zesde keer Soeharto tot president.

Een speciaal contingent van de Indonesische strijdkrachten neemt deel aan militaire oefeningen in Perth (West-Australië).

British Aerospace bevestigt de aankoop door Indonesië van 24 Hawk oefenvliegtuigen. De Indonesische luchtmacht had reeds 20 van deze toestellen in dienst. 1994 – Een groot financieel schandaal wordt publiek gekend, waarbij corrupte politieke mandatarissen en Chinese zakenlieden betrokken zijn. Hetgeen leidt tot grote manifestaties in de straten van de hoofdstad. 1996- Er komt meer en meer kritiek op de illegale verrijking van de presidentiële familie.

Ondertekening op 18 dec. van een veiligheidsovereen-komst met Australië. Keaton de Australische premier noemde dit akkoord een belangrijke stap in de politieke architectuur van de regio.

  1. – De Indonesische regering gaat verder met haar plannen om de burgers in de overbevolkte regio’s te verplaatsen naar minder bevolkte gebieden.
  2. – Op 10 maart wordt Soeharto voor de zevende maal herkozen tot staatshoofd.

Het land wordt gekenmerkt door een grote sociale onrust, twee miljoen werknemers verliezen hun baan. De studenten komen op straat en eisen  meer democratie, hun protest wordt met geweld van de politie beantwoord. Op 21 mei moet Soeharto aftreden, wordt opgevolgd door zijn trouwe volgeling en vice-president Jusuf Habibie.