Vrouwen in vredesbewegingen weigeren te kiezen tussen bommen en etnische zuivering

De geostrategische doeleinden van een militair industrieel complex staan haaks op de belangen van een democratische civiele maatschappij. Etnische zuiveringen leggen voor generaties een hypotheek op een toekomstige multiculturele samenleving. Eens te meer verwerpen vrouwen haat, wraak, moord en etnische verdeling welke nog worden aangewakkerd door de bommen. Dat heeft hen de harde realiteit van de oorlog in Bosnië geleerd.

De prijs van de democratie

Sinds de Nato op 24 maart de eerste bommen boven Kosovo heeft gedropt zijn de media op de Balkan gefocust. De berichtgeving spitst zich toe op militaire informatie en de humanitaire catastrofe waarbij de eenvoudige evenredigheid geldt: hoe meer bombardementen, hoe meer doden, hoe meer vluchtelingen. De gruweldaden en etnische zuivering op de Kosovaarse Albanese bevolking moeten gestopt. Maar zal de verwoesting van Kosovo en het totale leeglopen van de dorpen en steden een menswaardige stap zijn in de opbouw van een naoorlogse samenleving? Krijgen de vluchtelingen de garantie om terug te keren? Daar ligt de woorvoerder van de NAVO Jamie Shea niet wakker van: “Het zal nog jaren duren eer de bevolking weer een normaal leven zal kunnen leiden. Maar dat is de prijs die men soms aan de democratie moet betalen.”. De boeren kunnen nu al hun landbouwmachines niet meer gebruiken vermits alle petroleumopslagplaatsen systematisch gebombardeerd worden. Paarden en ossen trekken weer de ploeg op het veld zoals in de 19de eeuw.

De prijs van de oorlog De politieke en militaire belangen van de VS en hun bondgenoten zijn diametraal tegenovergesteld aan de belangen van de burgermaatschappij. Volgens de logica van deze heren zijn de burgerslachtoffers en de grote stroom vluchtelingen collaterale schade en wegen niet op tegen de misdaden van Milosevic. “Hij is de schuldige en het getuigt van perversiteit de NAVO alleen verantwoordelijk te stellen. Trouwens de internationale gemeenschap (sic) is volledig akkoord met onze actie en ook de vluchtelingen zijn maar blij dat Milosevic op zijn kop krijgt” verklaarde de woordvoerder van de NAVO Jamie Shea zondag 18/04/ op de BBC radio.
Zo een analyse getuigt van een enorme arrogantie. De NAVO bondgenoten vormen samen 19 landen. In de wereld zijn er nog 190 andere landen. De NAVO vertegenwoordigt dus een heel klein deel van de internationale gemeenschap. De niet-gebonden landen hebben trouwens resoluut stelling genomen tegen het optreden van het militaire bondgenootschap in Kosovo. En wat de prijs betreft die de democratie soms moet betalen, het is voorwaar niet de NAVO die in zijn beurs zal moeten tasten. De militaire industriële lobby wordt hier alleen maar rijker van. De echte prijs wordt betaald door de belastingbetaler, de onschuldige slachtoffers en vluchtelingen in en buiten Kosovo en last but not least de civiele maatschappij in Servië.

De civiele maatschappij wordt monddood gemaakt

Deze civiele maatschappij wordt door de pers geportretteerd als zijnde ofwel onvoorwaardelijk voor Milosevic ofwel tegen. De buitenlandse correspondenten nemen interviews af van jongeren die naar rockconcerten luisteren en die hun steun betuigen aan de Servische leider en overtuigd zijn van de onschuld van het Servische leger. Aan de andere kant zijn er de gruwelijke verhalen van moord, plundering en verkrachting van de vluchtelingen die uit hun huizen worden verdreven. Deze verhalen werden al 10 jaren geleden verteld en zijn alleen van kwaad naar erger gegaan. Er werden mensen vermoord terwijl Europa zijn grenzen afsluit en Mr Tobback mensen-rechtenrapporten verveeld naast zich neerlegt: “Vluchtelingen zijn meeuwen die hier hongerig op het stort komen zitten omdat ze te lui zijn om bij hen thuis te werken”. De verhalen komen nu als een lawine op ons af. De NAVO misbruikt deze verhalen om haar bombardementen op te drijven. Clinton vraagt 200 miljard dollar extra oorlogskrediet waarvan slechts een klein deeltje naar de vluchtelingen zal gaan. Tot op heden heeft de pers geen enkele stem van vredes-, vrouwenbewegingen of mensenrechtenorganisaties in Servië laten horen.

Zoals in België elke stem tegen de NAVO en voor de Vrede de mond wordt gesnoerd zo wordt de stem voor Vrede in Servië en Kosovo door de internationale gemeenschap genegeerd.

De Vrouwen in het Zwart komen nog steeds op straat in Belgrado

In november 1995 hadden de Vrouwen in het Zwart hun diepe twijfels over het succes van het Dayton-akkoord. “Dit akkoord kan geen vrede brengen in een maatschappij waar jarenlang haat, beschuldiging, leugens en manipulaties door de media werden aangewakkerd en zich demonstraties vormden die oorlog, wraak moord eisten. Slechts wanneer alle vluchtelingen terug naar huis kunnen en wanneer in alle nieuwe gevormde staten het recht om anders te zijn wordt erkend dan zal er slechts vrede kunnen heersen. De wederzijdse erkenning van de verschillende Balkanstaten en de opbouw van nieuwe waarden vragen grotere veranderingen en verantwoordelijkheden dan het tekenen van een pompeus vredesakkoord op een VS-vliegtuigmachtbasis”. Gehard in de praktijk dat een oorlog nooit vrede brengt en dat alleen een netwerk van burgermaatschapij en niet-gewelddadig verzet de logica van de oorlog kan stoppen hebben zij een nationaal en internationaal netwerk gecreëerd om vrouwen en kinderen van alle etnieën die het slachtoffer geweest zijn van geweld op te vangen en te helpen hun menswaardigheid terug te vinden. Daarnaast publiceren zij boeken en organiseren zij internationale conferenties.

In augustus 1998 getuigen de Vrouwen in het Zwart op een internationale bijeenkomst in Palis (Servië) dat Albanese Kosovaarse vrouwen, kinderen, en oudere mensen gedwongen worden hun huizen te verlaten en in de bossen ronddoolden, uitgehongerd en vernederd. Meer dan 300 000 Kosovaren leven in totale armoede.

Op deze internationale bijenkomst riep de vredesbeweging onmiddellijk op tot de stopzetting van de oorlog in Kosovo. Zij vroegen dringende humanitaire hulp en vrije toegang  tot alle  ‘displaced  persons’ in en buiten Kosovo. het inrichten van een burgerprotectoraat onder VN-toezicht dat de criminelen veroordeeld zouden worden voor het Internationaal Gerechtshof van De Haag het organiseren van een internationale conferentie voor Kosovo het organiseren van een parallelle VN-ngo vredesconferentie met actieve participatie van de onafhankelijke vrouwenbewegingen van Kosovo en Servië.

Twee maanden later in oktober 1998 brengt het Victomology Society van Servië een verklaring uit waarin zij de gewelddaden tegenover de Kosovaarse Albanezen streng veroordeeld. Zij kant zich ook tegen de sancties van de internationale gemeenschap tegen de burgers van Servië omdat zij alleen onschuldige slachtoffers treffen en niet degenen die verantwoordelijk zijn voor de wandaden

Zij waarschuwde ook toen geen militaire interventie te gebruiken om het Kosovo probleem op te lossen omdat dit nieuwe slachtoffers zou maken en de interetnische haat en vijandigheid nog meer zou opwakkeren.

Had de internationale gemeenschap naar de stem van de democratische vredes- en vrouwenbewegingen geluisterd dan had misschien de oorlog in Bosnië niet zoveel slachtoffers geëist en hadden Milosevic en zijn milities niet zoveel kwaad kunnen aanrichten.

De logica van het patriarcaat

Het werk van de vrouwenbewegingen gaat in tegen het gebruik van het geweld op mannen en vrouwen omdat hun ervaring op het terrein in de Balkan staten hen heeft geleerd dat oorlog en geweld geen basis leggen voor vrede. Oorlog en geweld zijn volgens hen de logica van het patriarcaat. Het patriarcaat beschouwt het geweld op vrouwen in het gezin als private materie. Deze ideologie en noties over privé aangelegenheden verrechtvaardigt het geweld in alle andere domeinen van de samenleving. Zo ook het systematisch verkrachten van vrouwen in oorlog als middel om de vijand te vernederen en te demoraliseren. De vertegenwoordigster van European Rights Watch meldde verleden week dat er zeer ernstige aanwijzingen zijn dat nu ook weer zoals in de oorlog in Bosnië de Kosovaarse Albanese vrouwen systematisch worden verkracht.

Vrouwen als de universele andere gediscrimineerde gender weten dat mannelijk geweld tegen vrouwen model staat voor elk geweld tegen de andere als vijand. Het vijandbeeld, de gediscrimineerde andere in Servië werd door Milosevic gedurende meer dan 10 jaar opgebouwd. Eerst waren het de Slovenen, dan de Kroaten, dan de moslims en nu zijn het de Albanezen en Montenegrijnen. En wie zijn de volgende?

19 april 1999 Marie Jeanne Vanmol