Kanttekeningen bij de Nobelprijs Literatuur 1998

Verbeelding, creativiteit, droom en de literaire fictie

Zoals onderwezen werd in de scholen in de loop van de 30-er en 40-er jaren in Portugal, was deze Staat ontstaan uit de wijze raad die god, in een vlaag van goed humeur, op zekere dag in het jaar 1139 had gegeven aan de eerste koning Alonso Henriques.

Het is bekend dat in de 18de eeuw, als reactie op de vooruitstrevende ideeën die uit Frankrijk kwamen, de regering van Portugal een politieke politie oprichtte. De chef ervan decreteerde aanvang 1790: “leder die u ziet met puntige en zzer glimmend gepoetste schoenen, kniebroek met veters, boord tot halverwege de oren en met bakkebaarden tot aan de mondhoeken, grijp hem, sluit hem op, breng hem naar Lissabon want het is een vrijdenker of vrijmetselaar!”. Anderhalve eeuw later gaven de toen heersende dictator Salazar en zijn ministers, aan de ‘Pide’, de geheime politie van dat ogenblik, instructies betreffende “langharigen, zijnde de dragers van de socialistische ideeën, van onzedelijke opvattingen of erger nog, van marxistische theorieën”.

Er is in de loop van de voorbije eeuwen in Portugal menige klucht opgevoerd al was dit niet de bedoeling. Wanneer Antonio Salazar in de loop van september 1968 letterlijk door een gammele stoel zakt en dientengevolge niet meer in staat is te regeren, publiceren de kranten het wereldnieuws “President Salazar heeft geürineerd””, of “President Salazar kan alweer zijn naam schrijven”.

Voor het volk echter was er weinig aanleiding tot kluchten. De landarbeider verdiende 33 escudos voor 12 uren werk daar waar 180 escudos net genoeg waren voor een dag eten. Portugal kende de hoogste kindersterfte van Europa. De cijfers betreffende het analfabetisme einde 1973 zijn angstaanjagend: 40%. Voeg er nog de koloniale oorlogen bij, en de massale uittocht van meer dan 2 miljoen Portugezen, daartoe gedwongen door werkloosheid, honger, ellende.

Toen ik voor het eerst Portugal binnenkwam in de loop van de 80-er jaren, was ik o.m. te Braga. Wetgevende verkiezingen waren net achter de rug en overal waren nog affiches te zien naar aanleiding van de verkiezingsstrijd. Sommige droegen de naam van de aartsbisschop en bevatten volgende oproep:”(…) sluit deuren en ramen; blijf binnenshuis want de duivels van Cunhal komen naar onze stad”. Alvaro Cunhal was toen nog algemeen secretaris van de KP en had 11 jaar gevangenis achter de rug. Ziedaar enkele elementen die wellicht kunnen bijdragen tot een beter inzicht wat hedendaagse gebeurtenissen betreft.

Of je nu al dan niet in toeval gelooft, het zal mij maar weer overkomen. Onlangs, van 28 augustus tot 2 september jl. verbleef ik te Tripoli (Libië) in het kader van de toekenning van de ‘Kadhafi-prijs’ aan Fidel Castro. Daar ontmoette ik de Portugese prof. Silas Cerqueira een kenner van de literatuur en poëzie van zijn land. Kwam de vraag of ik werk gelezen had van José Saramago. Tot mijn schande had ik zelfs nog nooit van die auteur gehoord, laat staan gelezen. Het werd voor mij nog erger toen de prof. me vertelde dat Saramago ongetwijfeld een van de belangrijkste hedendaagse auteurs was, niet alleen in Portugal maar ook ver buiten de grenzen, en dat hij tevens lid was van de partij van… Alvaro Cunhal. Saramago was dus één van die duivels uit het land van onze vrouwe van Fatima. (…)

Treurig is het lezen in ‘Het Parool” van 9 oktober jl. wat de bekende talentvolle, en toch niet domme of ongeletterde auteur Gerrit Komrij over José Saramago schrijft: “(…) Hij is een die-hard communist, nota bene een aanhanger van de stalinistische vleugel en dat zijn toch dingen die mij remmen om hem met plezier te lezen. Ik zeg niet dat zulke mensen niet mogen schrijven, maar je legt niet meteen een boek van hem op het nachtkastje…”.

De Nobelprijs literatuur 1998 is blijkbaar toegekend aan een auteur die op virtuoze wijze verbeelding, medelijden en ironie weet te verenigen binnen een eigenzinnig labyrint, waarin geschiedenis en fictie, mythe en sociale bewogenheid met mekaar verbonden zijn, in mekaar opgaan en een nieuwe, soms fictieve realiteit creëren die het de lezer(es) niet steeds gemakkelijk maakt. Aanvang van de 80-er jaren raakt de auteur (gebroen 18 novem-ber1922 in de Alentejo) niet alleen be-

roemd in eigen land maar ook ver buiten de grenzen. Dit bracht recent de veroordeling mee, uitgesproken door een emininent minister van de regering, dat Saramago “een aanslag had gepleegd op het nationaal godsdienstig patrimonium met zijn nieuwe roman ‘Het Evangelie volgens Jesus Christus'”.

Wat er ook van zij, zowel de Portugese intellectuelen als het overgrote deel van de politieke figuren zijn unaniem in hun lof over het literaire oeuvre van Saramago. De socialistische president Almeida Santos beklemtoonde in zijn lovende toespraak in het parlement “de diepe sociale bekommernissen” die in de werken van de Nobelprijswinnaar zijn terug te vinden. Oud-president Mario Soares verklaarde dat “gerechtigheid was geschied aan de Portugese literatuur en aan de meest gelezen en meest bekende Portugese auteur”. En het historisch boegbeeld van de KP, Alvaro Cunhal, verklaarde zich gelukkig en fier met de grote onderscheiding die zijn kameraad was te beurt gevallen. En hij voegde eraan toe dat hij, in tegenstelling met de opvatting van de jury die de prijs had toegekend, niet instemde met de opvatting “dat de artistieke creativiteit van Camarago had geleid tot een virtuele realiteit en dat het ir-realisme het werk van de auteur kenmerkt”. Integendeel, meent Cunhal, “het is de verbeelding, de creativiteit, de droom en de literaire fictie die Sramago tot de realiteit brengt en meteen tot de interpretatie ervan”.

Ook de stem van het Vatikaan ontbreekt niet. De ‘Oservatore Romano’ schrijft: “De toekenning van de Nobelprijs voor de Literatuur is een erkenning die ideologisch georiënteerd is”. Wat onmiddellijk een repliek uitlokte van het Portugese episcopaat bij monde van Mgr Torgal Ferreira: “Ik ben niet akkoord. De tijd van de ‘index’ is voorbij. De toekenning van de prijs aan José Saramago is een eer voor ons”. En hij besluit: “als bisschop van de kerk, kan ik discussiëren over ideologische invloeden bij een auteur, maar er bestaan culturele en artistieke criteria. Vraag me vooral niet de ‘index’ terug boven te halen”. Ook de bisschop van Bragan-ce, Mgr Antonio Rafael sprak zich zeer lovend uit over Saramago en de toekenning van de Nobelprijs.

Mark Braet, (Brugge, 22.10.98)