Een gewezen Amerikaans minister legt bekentenissen af

Robert Reich, Amerikaans minister van arbeid tussen januari 1993 en januari 1997, blijkt met minder enthousiasme het sociaal model van zijn land op prijs te stellen dan de meerderheid van de Europese beleidsmensen. Zo stelt hij de Britten die, zoals premier Blair, dromen president Clinton na te bootsen, op hun hoede. “De tewerkstellingsstatistieken in de V.S. verwekken de schijn dat het goed gaat en dat de economie draait. Maar voor wie? Wanneer de helft van de loontrekkenden schamele lonen ontvangen en het land niet investeert, noch in de openbare noch in de privé sector dan lopen we het gevaar binnen vijf jaar in een conservatisme te belanden dat zeer gevaarlijk is voor de toekomst van het land.

De ongelijkheid neemt toe, de onveiligheid is algemeen en ons spaargeld wordt in de wereld geplaatst maar niet bij ons.

De grote patroons hebben vorig jaar inkomstenverhogingen bekomen van 50 % en leven vandaag in gesloten ruimtes beschermd door veiligheidsagenten en dit in een verscheurde maatschappij.

Alle sporten van de economische ladder zijn steeds verder van elkaar verwijderd en verwijderen zich nog verder. Voor wat betreft de inkomsten, de rijkdommen en de gelijkheid van de kansen is de scheiding reeds vijftien jaar geleden begonnen. Tussen 1979 en 1995 zijn de reële inkomsten van de 20 % rijkste Amerikanen gestegen met 26 % daar waar deze van 20 % armsten daalde met 9 %. Voorheen, tussen 1950 en 1977, waren de inkomsten nochtans voor beide groepen verdubbeld. (…) De medische bescherming, gefinancierd door de werkgever is er op achteruitgegaan voor deze die onderaan de ladder staan zodat deze verplicht zijn een deel zelf te betalen of het recht op medische bescherming te verliezen.

De werkloosheidsvergoeding dekt nog slechts ongeveer 35 % van de bevolking. En wat primair en secundair onderwijs betreft moet men vaststellen dat iedere dollar voortkomt uit verblijfs-taksen e.a. belastingen. Naarmate de sociale segregatie de Amerikanen stuwt zich te hergroeperen in afzonderlijke wijken volstaan in de arme wijken de lokale belastingen niet meer om ven van kwaliteitsonderwijs te voorzien waarvan de inwoners uit de rijke wijken wel genieten.

De jongeren waarvan de ouders tot de 25 % van de meest bevoordeligde Amerikanen behoren hebben drie maal meer kansen om de universiteit te bereiken dan deze van de 25% armsten.

Ook hier wordt de kloof dus steeds breder.” (…)

Een vergelijking makende tussen de V.S. en Europa voegt Robert Reich er aan toe.

“Het is een duidelijk sociaal contract dat de toekomst van de naties bepaalt. Dit alles opofferen op het altaar van de centrale banken betekent een zware mislukking.

Door steeds meer soberheid op te leggen riskeert Europa een situatie te scheppen van grotere structurele werkloosheid en nog een grotere crisis in de hand te werken; Zo Europa aan de bevolking nog een politiek van grotere soberheid oplegt, uit angstvoor inflatie, zal de V.S. haar nabootsen en bestaat het gevaar dat men in een ware depressie uitmondt. In de hypothese dat Blair zoekt zich te inspireren op Clinton en het Amerikaans model dan zal hij waakzaam moeten zijn.

Een overheveling naar het centrum met de bedoeling een electorale meerderheid te behalen kan er op korte termijn nuttig uitzien maar op lange termijn is ze onverantwoordelijk omdat ze de mogelijkheid van regeren ondermijnt.” En de gewezen Amerikaanse minister van arbeid besluit “Nooit in de geschiedenis van de mensheid hebben de gevoelens uitgedrukt door één straat -Wall Street – over zoveel macht beschikt”.

Overgenomen uit “Le Monde Diplomatique” mei 1997.

Robert Reich “The menace to prosperity” Financial Times 3/4/97 en The Guardian 22/4/97