Das militar

Het Belgisch leger moet zich verder perfomant kunnen opstellen. Daarom is er na 1998 een sterke budgetverhoging nodig. We kunnen met de huidige financiële middelen onmogelijk ons materiaal vernieuwen of moderniseren. Aan het woord is stafchef van het Belgisch leger Herteleer.

Ach, ik wil niet demagogisch doen, maar eigenlijk moet het me toch van de tong. Het zal wel niet aan de technische uitrusting gelegen hebben, vermoed ik, dat para’s in Somalië zich ronduit onmenselijk hebben gedragen? Of dat men in Rwanda de voorbereidingen van de genocide niet wilde zien, of beter gezegd, er niet op reageerde? Om welke achterstand in te halen liet ook de legerleiding de keuze vallen op de technisch zwakkere “Agusta”-helikopters? En is het echt omdat we gebrek hebben aan modern uitgeruste vliegtuigen dat we nu nog ’s een serie van 47 F-16 jachtvliegtuigen willen laten moderniseren door Dassault? Sorry, maar ik werd even boos achter mijn klavier. Het minste wat zou kunnen verwacht worden in het huidige klimaat rond het leger is toch enige terughoudendheid?

Maar wat zit ik me hier aan te stellen als een naïef idealistje. Een leger is de gewapende arm van een staat, en dient om de belangen van die staat te verdedigen. Aangezien er geen zinnig mens meer rondloopt die bedreiging van het grondgebied ziet, zit men al langer te zwoegen aan een nieuwe militaire doctrine. In naam van de vrede moeten wij overal snel en krachtdadig op kunnen treden, heet het sindsdien. En aangezien de NAVO zichzelf als een verdedigingsbondgenootschap omschreef, moet er vandaag een uitweg worden gevonden om deze club toch nog een toekomst te hadenken. Uitbreiding dus: j’élargis donc je suis. En bovendien zitten we met tienduizenden NAVO-soldaten in Bosnië, niet direct het grondgebied van deze verdragsorganisatie.

Het is precies ons lidmaatschap van de NAVO dat een belangrijke motor is voor de technologische bewapeningsspiraal die ons land verplicht wordt te volgen, tot meerdere eer en winst van het (Noord-Amerikaans) militair industrieel complex. Dat is secretaris-generaal van de NAVO, Javir Solana, ook nog ’s in de Belgische defensie-commissie komen bepleiten.

In deze wereld waarin staatsgrenzen worden afgebroken als hinderpaal voor het kapitaal, wordt ook de idee van souvereiniteit volop onderuitgehaald. Een militaire tussenkomst op vreemde bodem moet op korte termijn de ‘normaalste zaak’ van de wereld worden. De humanitaire verantwoording vormt hiertoe een prachtig inrijpoort. Het resultaat van 7 jaar humanitaire interventie is pover: zelfs het International Institute for Strategie Studies (studie van Charles King) in Londen is van mening dat vrijwel nergens bevredigende oplossingen zijn bereikt. En toch vertrokken er nog maar ’s troepen naar Albanië. Al is het hier toch wel duidelijk dat ze er in de eerste plaats zitten om de vluchtelingen tegen te houden. Hoe humanitair zeg. Bovendien schrijft de Herald Tribune dat de humanitaire organisatie eigenlijk het nu van de aanwezigheid van de buitenlandse troepen niet inzien: zij ontmoeten geen problemen bij het uitoefenen van hun werk. Uiteraard moet deze interventie ook laten voelen dat dit deel van Europa directe achtertuin is van (sommige landen van) de E.U..

Wat doen 800 Belgische para’s op het strand van Kongo? Belgen weg gaan halen die niet weg willen? De Fransen zitten al in Brazzaville sedert oktober vorig jaar. En wat doen daar 1500 US-soldaten als er maar 450 Noord-Amerikaanse onderdanen in Zaïre verblijven?

Met Vrede pleiten we voor een andere aanpak. Wereldvrede stoelt in de allereerste plaats op een rechtvaardige maatschappij in een leefbare wereld, waarin de bevolking op een democratische wijze participeert aan het beleid, ook het economische. In dat kader zoeken we naar globale ontwapening in eerste instantie tot een niveau van defensieve defensie, dwz dat er geen bewapening meer aanwezig is die een militaire aanval of bezetting waar kan maken. Dat betekent op wereldschaal een enorme besparing op militaire uitgaven. Aldus komen er middelen vrij om een andere aanpak te financieren. Alleen betekent dergelijk idee, in een samenleving die bepaald wordt door de huidige machtsconstellatie van grote economische en financiële kringen, een absolute dissidentie.

De gevolgen van de wereldpolitiek (schuldenlast, SAP’s, Wereldhandelsorgansiatie) die een kapitalistische economie vooruit duwt, dreigen catastrofaal uit te vallen -zijn dat al – voor een grote meerderheid van de wereldbevolking. Er dreigt daardoor nog meer chaos, miserie, geweld. Omdat dit systeem niet meer fundamenteel in vraag wordt gesteld, wordt de ‘humanitaire benadering’ de enige uitweg voor wie nog om mensen begaan is. Maar het beleid slaagt erin om de correcte menselijke solidariteit te recupereren door daar automatisch een instrument van dominantie (het leger) aan te koppelen dat de miserie niet kan verhelpen.

Dit houdt dus in dat wij de buitenlandse missies van onze legers in vraag stellen. Wat daarin wel aanvaardbaar is stelt zich enerzijds in ondersteuning van een heropbouw door ontmijningsoperaties (moet dat absoluut door militairen gebeuren?), en anderzijds beantwoorden aan de vraag om een buffer te vormen tussen twee oorlogspartijen die een wapenstilstand hebben gesloten. De militaire doctrine van de snelle interventie vinden wij verwerpelijk. Ze moet vervangen worden door die van defensieve defensie.

Georges Spriet