BARON ANTOINE ALLARD

Wij stellen U voor…  BARON ANTOINE ALLARD

Heel dikwijls, als we ons blad gaan verkopen of iemand lid willen maken van de vredesbeweging, zetten de mensen grote vraagogen op, waardoor we beseffen dat we al eens nalaten te spreken over wat dat voor iets is, die Belgische Unie voor de Verdediging van de Vrede, wie daar aan mee doet en wat men bereiken wil.

Om aan deze tekortkoming te verhelpen, zullen we voor onze lezers af en toe de kopstukken van de vrede, in ons land en in de wereld, aan het woord laten. En daar’ het een goede gewoonte is te beginnen met de mensen van bij ons, zijn wij gaan aankloppen bij de heer A. Allard, lid van het Uitvoerend Comité der Belgische Unie, lid van de Wereldvredesraad en Katholiek, die ons zeer bereidwillig te woord stond, (zoals journalisten dat zeggen al ze een hoge ome interviewen).

Op    onze    vraag   sinds    wanneer het probleem  van  de  wereldvrede hem   is   gaan   bezig   houden,   antwoordt óns de heer Allard :

«In 1932 waren we enkele katholieken”, waaronder Jacques Maritain, die samen de  internationale vraag stukken bestudeerden en de middelen zochten om meer sociale recht-vaardigheid   in   de   wereld   te  doen heersen,  er  aldus ook de vrede te bevorderen, want hel is daarvan dat de vrede   -afhangt».  “Tijdens  de  oorlog  ben  ik  twee iaar’   vrijwilliger-ambilancier geweest  in   het   Franse ‘ leger   en   de koloniale strijdkrachten. Ik  heb, in Congo  en ook in  het  Zuid-Afrikaanse leger meer van nabij het grenzeloze misdadige van de oorlog gezien,   waarbij  vrouwen,  kinderen, jonge lieden in massa ter dood worden   gebracht.   Machtiger  dari   ooit voelde ik de drang naar vrede aan, die de mensen beheerst».

VRAAG : Hoe hebt u dan verder na de oorlog gedacht dit verlangen naar vrede te helpen verwezenlijken.

ANTWOORD : «Met vrienden uit vele landen van de wereld vormden wij een stroming d’e ««Stop War» genoemd werd men kan dat vertalen r als «Weg met de oorlog», en die geen beweging in de eigenlijke zit van het woord is. Elkeen ijvert in zijn eigen kring voor meer contact en begr’p onder de volkeren en voor sociale rechtvaardigheid. Dat is dus eerder werk in de diepte, dat echter zijn nut heeft».

DAT WAS VEEL

«TE VEEL»

VR. : Hoe kwam U er toe samen te werken met de Belgische Unie voor de Verdediging van de Vrede?

ANTW. : «Ik ben ook nog gedurende twee jaar secretaris geweest van de Wereld federalisten – er zijn talrijke groepen die zich federalist, , mondialist enz. noemen en ongeveer hetzelfde nastreven, nl. een wereldregering – ik verdedigde daar mijn men’ng dat men de dingen bij hun naam moest noemen en in ver-binding treden met de Oost-Europese landen, want als we vrede willen is het met hen dat we die moeten sluiten. Maar dat was «te veel» vonden mijn vrienden. Toen in April 1948 te Parijs de grote bijeenkomst . der Partijgangers van die Vrede plaats vond, waar de grondvesten gelegd werden voor de Wereldvredesraad, nam ik hun uitnodiging” aan en ging er heen. Ik zette mijn mede-wereldfederalisten aan om er ook bij te zijn, maar zij «waagden het niet».
VR : En U zijt dan met de vredesbewegingi blijven samenwerken ? ANTW. : Ja, zonder nochtans mijn andere contacten op te geven. Wat men mij als katholiek het meest ver-wijt dat ik met hand en tand strijd voer tegen het Duits milita-’risme daar de communisten dat ook doen zodat de een voor de andere werken, zéggen ze. Maar wat willen ze dan ? Ons volk heeft zo’n diepe afschuw van het Duits mili tarisme als de volkeren van Oost-Europa, dat hebben we nu eenmaal met elkaar gemeen omdat we de Herren in feldgrau al tweemaal . op de hals gehad hebben en… ondervinding is de beste leermeester.

VR : Wat denkt U over de Europese Verdedigingsgemeenschap Mr. Allard?

ANTW..: Zij die dat gedrocht verdedigen willen het nu hals over kop doen bekrachtigen omdat ze beseffen dat de openbare mening het geval meer en meer doorziet. Men tracht het verzet te smoren door de stemmen die waarschuwen teaen de gevaren verbonden aan de E.D.C., dood te zwijgen, door manifestaties als deze die te Parijs voorzien was op 13 en 14 Maart, te verbieden. Zulke slinkse handelwijze komt onvermijdelijk aan het licht, daarom is men zo gehaast ons land voor 50 jaar te binden. Dat is echter grof spel spelen en ons volk zou wel eens rekenschap kunnen vragen. Dat is al meer gebeurd».

ZIJ WILLEN HUN BLOEDGELD REDDEN

De heer Allard wijst dan op het  verschijnsel Mac Carthy in Ameri ka, die duidelijk de vertegenwoordiger is van diegenen die aan de tweede wereldoorlog zwaar verdiend hebben. Thans krimpen , zij vol doodsangst ineen bij elk teken van internationale ontspanning, daar zij bang zijn hun hloedgeld te zullen verliezen. (Wij herinneren er  in   dit  verband   aan   dat   Baron Allard, twee jaar geleden ontslag nam uit de beheerraad van een Belgische ondernemingsmaatschappij, die de aanleg van vliegvelden in West Europa voor rekening van Amerika, had aanvaard -. deze daad van de heer Allard sloeg de andere beheerders met verbijstering daar zij aldus zender de minste omzichtbaarheid voor hun eigen geweten werden geplaatst).

VR : Hoe ziet u de toekomst voor de Vrede Mr. Allard?

ANTW : Daaromtrent ben ik zeer optimistisch gestemd. In Europa zuilen de volkeren nooit het nieuwe nazi-militarisme aanvaarden, in de handelswereld ontstaat een algemene wedloop voor de hervatting van normale economische uitwisselingen waardoor de werkloosheid kan afnemen, in de koloniale landen hebben de verdrukte en uitgebuite volkeren leren lezen en nadenken over hun lot. zij eisen een menswaardig bestaan en hun onafhankelijkheid. Men kan at deze menselijke eisen die volledig beantwoorden aan het gezond verstand, niet blijven onderdrukken. Zo gaan we dus naar algemene onderhandelingen op wereldschaal, wat het pad naar de vrede moet effenen.

Het is duidelijk dat we niet mogen zitten wachten tot het zover is. Elk moet het zijne bijdragen om de noodzakelijke verandering in de atmosfeer teweeg te brengen. Vele geleerden, professoren, wetenschapsmensen, wederom zij die het meest rechtvaardige en grote in de ‘ mensheid \vertegenwoordigen, -zijn dezelfde overtuigingen toegedaan’, Niemand met gezond verstand ge looft nog aan de boeman van een nakende Russische aanval die alleen moet dienen om de volkeren te verdelen en hen te verhinderen klaar te zien».

VR. : Gelooft U in de mogelijkheid dat volkeren met een verschillend regiem vreedzaam naast elkaar kun- nen leven ?

ANTW: «Ik geloof stellig daar-aan. De mogelijkheid met elkaar handel te drijven, elkaar te verrijken met wetenschappelijke en culturele uitwisselingen, bewijst dit reeds. Ik heb ook mijn ondervinding inzake eerbiediging van el-kaars opvattingen. Door mijn contact met de communisten in de vredesbeweging heb ik gemerkt hoc sterk zij aan de vrede gehecht zijn en ik ben overtuigd van hun oprechtheid. Steeds en overal heb ik mijn mening kunnen zeggen, ook voor volle zalen, en steeds was er een aanknopingspunt waarin wij het volledig eens waren. Deze overtuiging wordt mij door mijns gelijken nogal kwalijk genomen, maar ik raad hen dan aan de proef te nemen.

HET VLAAMSE VOLK MAG NIET TEN ACHTER BLIJVEN.

«Langs deze weg wil ik nog een oproep doen tot de lezers van «Vrede» talrijk toe’ te treden tot de vredesbeweging. Slechts wanneer we met honderdduizend zullen zijn zal men luisteren naar onze stem. Het Vlaamse volk dat in gans zijn geschiedenis steeds blijk heeft gegeven, van zijn liefde tot het goede en het schone in de mens, tot vrijheid en democratie, gaven die alleen tot bloei kwamen tijdens de korte periodes van vrede; dat zo zwaar geleden heeft onder tyra-nie en oorlog, geeft thans niet zijn volle kracht in deze wereldstrijd ‘ tot verovering van een bestaan in vrede en vrienschap met .alle mede-, mensen. op aarde Ik hoop dat het zich zijn taak bewust zal’worden ‘ en niet ten achter blijven».
Daarop namen we afscheid van Baron Allard,’ deze ridder zonder wapenuitrusting, diè in talrijke ‘geschriften en tekeningen, in 1 woord en daad, de simpele wet van Christ tus : «Bemint uw broeders», tot levende werkelijkheid  wil  maken.

Vrede, maart 1954