1848-1898: 150 jaar afschaffing van de slavernij

1444-1998: Ontwikkeling van het wereldkapitalisme en koloniale overheersing dankzij slavernij en gedwongen arbeid

De koloniale Europese Atlantische slavernij, gedurende 4 eeuwen een gedwongen industriële deportatie van miljoenen Afrikanen vanuit Afrika naar de Caraïben en Amerika werd op touw gezet om de grondstoffen in de Nieuwe Wereld te ontginnen en de reusachtige plantages van de Europese kolons te bewerken. De moderne wereld wordt gebouwd op het bloed, zweet en tranen van de Afrikaanse gedeporteerde zwarte mensen. Deze slavernij verklaart de situatie van het huidige Afrika, haar kolonisatie van de imperiale machten van de 19de eeuw, haar economische, politieke en sociale problemen, het racisme en het misprijzen waarmee de Afrikanen de dag van vandaag nog worden behandeld.

De slavenhandel in cijfers Het juiste aantal mannen, vrouwen en kinderen die uit hun huizen in Afrika worden gehaald en op slavenschepen worden getransporteerd zal nooit met zekerheid gekend zijn. De volgende cijfers komen uit een rapport van een samenkomst van experten over de ‘Afrikaanse Slavenhandel naar Amerika en de Caraïben van de 15de tot de 19de eeuw’ die door UNESCO in 1978 Haïti werd georganiseerd: 1666-1776: aantal slaven verhandeld door de Engelsen voor de Engelse, Franse en Spaanse kolonies: 3 000 000 (250 000 stierven tijdens de reis) 1680-1786: aantal slaven verhandeld naar de Engelse kolonies in Amerika: 2 130 000 (Jamaica importeerde alleen 610 000 slaven) 1716-1756:  gemiddeld jaarlijks aantal slaven geïmporteerd door de Amerikaans kolonies: 70 000 met een totaal van 3 500 000 1752-1762: Jamaica alleen importeerde 71 115 slaven 1759-1762: Guadeloupe alleen importeerde 40 000 slaven 1776-1800: gemiddeld jaarlijks aantal van 74 000 slaven werden door de Amerikaanse kolonies geïmporteerd of een totaal van 1 850 000 Dit jaarlijks gemiddelde was als volgt opgedeeld: Engelsen 38 000, Fransen 20 000, Portugezen 10 000. Nederlanders 4 000, Denen 2 000.

Definitie van de slavernij

Economische, intellectuele en culturele aderlating van het Afrikaanse continent, een tragedie die nergens anders in de wereld zijn weerga vindt. Gedurende tenminste 10 eeuwen (van de IXe tot XlXe eeuw) verrichten de Afrikanen slavenarbeid voor de moslimlanden. En van de XVe tot de XlXe eeuw worden de zwarten door het christelijk Europa gedeporteerd naar de Nieuwe Wereld.

In zijn boek ‘Kinderen van de Krokodil’ geeft Rudy Rotthier een definitie van de slavernij.

Slavernij in strikte zin van het woord moet aan zes criteria voldoen: – Onvrijheid of dwang: de arbeidskracht kan zelf niet beslissen voor wie hij of zij werkt, welke uren gewerkt wordt, zij of hij geniet een beperkte bewegingsvrijheid en moet voor belangrijke beslissingen zoals partnerkeuze de toestemming van de eigenaar vragen.

  • Erfelijkheid: de ouders en de grootouders waren slaven, de kinderen zullen slaven zijn.
  • Bezitloosheid: men woont in een hut op het land van de eigenaar, zelfs de kleren die men draagt zijn eigendom van de meester.
  • Geldloosheid: men wordt vergoed in natura.
  • Verhandelbaarheid: de eigenaar kan naar goeddunken de slaaf verkopen of ruilen.
  • Schuld of voorschot: of de schuld nu reëel is of niet, de slaaf staat bij

de meester in het krijt. Zolang de schuld of het voorschot niet is afgelost duurt de slavernij voort.

Miljoenen slaven van Afrika naar Amerika

Vanaf de tweede helft van de 17de eeuw nemen de koffie- en suikerrietplantages een enorme ontwikkeling. De op lange termijn stijgende prijzen en consumptie en de vraag naar talrijke en goedkope arbeidskrachten doen één van de meest winstgevende en terzelfdertijd één van de meest gewelddadige instellingen ontstaan: de slavenhandel vanuit Zwart-Afrika. Voor Europa begint de handel in slaven op 8 augustus 1444 in Lagos in het Zuid-Westen van de Portugese Algarve. Daar komen 235 Afrikaanse slaven toe die enkele uren later worden verkocht. In 1517 bekrachtigt de Spaanse koning een wet die aan elke Spaanse kolonist de toelating geeft een bepaald aantal slaven jaarlijks te importeren. Vanaf dan worden, vanuit Afrika naar de Nieuwe Wereld, duizenden zwarte slaven, als beesten op elkaar gepakt in het ruim van de schepen, gedeporteerd. Na de Spanjaarden gaan ook de Engelsen, Portugezen, Fransen, Denen en Nederlanders zwarte slaven importeren. Naast deze slavernij blijft de kolonist de inheemse indiaanse bevolking uitbuiten. De Afrikanen daarentegen zijn niet alleen goed getrainde arbeiders maar zij zijn ook experten in tropische landbouw. De hoge immuniteit van de Afrikanen voor malaria en gele koorts vergeleken met de Europeanen en de inheemse volkeren maken hen meer geschikt voor tropische arbeid.

‘Code Noir’ institutionaliseert slavernij op basis van racisme

De slavenhandel in de 17de en 18de eeuw is één van de belangrijkste handelsactiviteiten. De Franse minister Colbert onder de regering van Louis XIV bevestigt dat er geen enkele commercie zoveel voordelen heeft als de slavenhandel. Hij zal in 1685 in de beruchte ‘Code Noir’ de verhouding tussen meester en slaaf vastleggen: de slaaf wordt uit de menselijke categorie geband. Hij wordt als een meubel beschouwd. De slavernij op basis van racisme wordt aldus door Frankrijk gelegaliseerd. De scheiding naar huidskleur is de discriminatie waaruit het idee groeit dat zwarte mensen van nature uit minderwaardig zijn en daardoor als beesten kunnen behandeld worden. Deze rassendiscriminatie zal in de 19de eeuw uitmonden in een pseudo-wetenschappelijk racisme zoals men het heden ten dage nog kent.

De industriële revolutie in Europa dankzij slavenhandel en slavernij

De weelde van de Nieuwe Wereld in de vorm van suiker, tabak , metalen, goud en katoen wordt ontgonnen door Afrikaanse slaven en van de kolonies geëxporteerd naar Europa dmv de kapitalistische ondernemingen. West-Europa haalt enorme voordelen uit de slavenhandel, de ‘Triangular Slave Trade’. In het geval van Engeland vertrekken schepen uit Liverpool en Bristol, volgeladen met likeur, wapens en katoen en andere waren, naar de westkust van Afrika. De Afrikaanse stamhoofden krijgen Britse industrieproducten en leveren scheepsladingen slaven aan de kapiteins van de slaven-boten. Op die manier beschikken ze over nieuwe wapens en een overvloed aan jenever voor volgende strooptochten in de dorpen. Het tweede luik van deze driehoekshandel is het transport in  onmenselijke omstandigheden  in schepen naar de kolonies in Amerika. Daar worden ze rechtstreeks aan de eigenaar afgeleverd of in stockerings-ruimte geplaatst om later verkocht te worden. Het derde luik van de handel bestaat in de terugkeer van het schip naar Europa volgeladen met de opbrengst van de plantages. Het finan-cierings- en verzekeringswezen kent een ongeziene bloei. Er komen steeds meer banken in Liverpool en Manchester, Bristol en Glasgow. De verzekeringsmaatschappij Lloyd’s accumuleert grote sommen winst door slaven, schepen en plantages te verzekeren. Het kapitaal en de ruwe grondstoffen afkomstig van de Afrikaanse slavenhandel leveren de bijdrage tot de commerciële en industriële revolutie.

Groot-Brittannië verwerft de productie van zowat 1 000 000 slaven, die elk 2 500 tot 3 000 uren per jaar werken. Suiker, tabak en katoen die de slaven hebben geproduceerd na 2 500 000 000 uren arbeid worden verkocht voor niet veel minder dan 35 000 000 pond. De kapitalistische industrialisering van Groot-Brittannië wordt in beslissende mate in de hand gewerkt door de super-exploitatie van slaven in de beide Amerika’s. Aan het eind van de 18de eeuw bieden Afrika en het Caraïbische gebied werk aan 180 000 textielarbeiders in Manchester en staan er 120 suikerraffinaderijen in Engeland.

Kolonisering van Afrika dankzij slavernij en gedwongen arbeid

Aan het begin van de 19de eeuw staat Europa aan het begin van de industriële revolutie en zijn er grotere afzetmarkten nodig. Het Afrika van de 19de eeuw is tengevolge van de slavenhandel volledig onderontwikkeld en het racisme vindt een nieuwe voedingsbodem. De Afrikaan wordt bestempeld als achterlijk en wild. De morele waarden van het westen staan model en het kolonialisme en het imperialisme hebben nieuwe ‘humanitaire’ opdrachten te vervullen in dit ongekerstend werelddeel dat rijk is aan grondstoffen. Éénmaal ‘Ie gateau africain’ tussen de koloniale machten verdeeld zullen zij de Afrikaan binnen het koloniaal systeem als goedkope arbeidskracht gebruiken. Om het economisch systeem te handhaven creëren ze de gedwongen arbeid wat in feite slavernij herstelt en aanmoedigt.

M.J. Vanmol

Meisjes uit Nepal verkocht als prostituees in India

De mensenrechtenactivist Gauri Pradhan rapporteert dat de meeste kinderen uit de arme bergstreken van Nepal naar Bombay worden gelokt. De trafiekers beloven hen huwelijk en werk. Ze worden over de 2 500 km lange grens tussen Nepal en Indië gesmokkeld. De meisjes worden eerst tewerkgesteld in de tapijtindustrie die een transitpunt vormt naar de sexindustrie.

Jaarlijks worden er zo 40 000 meisjes uit Nepal als prostituee verkocht. Tijdens een reddingsoperatie in februari 1996 in Bombay waarbij 547 jonge meisjes werden gered waren er 238 meisjes uit Nepal. 124 werden teruggestuurd naar Nepal waar ze te kampen hadden met rehabilitatieproblemen, venerische ziekten, AIDS, en verstoting door de familie. Noch de regering van Nepal, noch de regering van India tonen enige interesse ondanks de omvang van het probleem.

Uittreksel uit rapport van Gauri Pradhan op the Urban Childhood Conference in Noorwegen 9-12 juni 1997

Vrouwenhandel

De expansie van de multinationals gespecialiseerd in het aanbod van pakketten sexdiensten hebben ganse dorpen in Zuidoost-Azië omgevormd tot toe-rismecentra voor prostitutie voor militairen en zakenlui. De toegang tot de markteconomieën in Oost-Europa hebben ertoe geleid dat de prostitutie en de pornografie belangrijke producten geworden zijn. Duizenden vrouwen afkomstig uit Latijns-Amerika, Afrika en Azië worden naar Noord-Amerika en West-Europa gebracht onder het voorwendsel een job te vinden terwijl ze éénmaal aangekomen in de prostitutie terechtkomen. Een groot deel van deze vrouwen leiden een bestaan van slaven onder het toezicht van privépersonen en instellingen

Uittreksel uit een artikel ‘Le Traffio des Femmes et les Droits Humains’ van Janice Raymond verschenen in Chronique Feministe, Prostitution et Feminisme jan/fév.1994