België in oorlog

Zo. Het grote woord is er uit. Bij monde van premier Dehaene is Milosevic uitgeroepen tot een tweede Hitler (eigenlijk de derde, aangezien Saddam Hoessein de tweede was). Het is natuurlijk een aloude traditie, de vijand te per-sonaliseren in één mens en die dan te diaboliseren. Maar als een intelligent man een zaak poogt te verdedigen met een dergelijk dom cliché, mogen we wel concluderen dat er een nijpend gebrek is aan intelligente en doorslaggevende argumenten om het optreden van de NAVO in de Balkan te verdedigen.

Aangezien het bij dergelijk stereotiep wit-zwart denken ook gebruikelijk is, te geloven dat wie niet “wit” wil zeggen, dan ook automatisch “zwart” zegt, kan het nuttig zijn met nadruk te verklaren dat Milosevic wel degelijk een onverkwikkelijk figuur is. Dat is Saddam Hoessein ook. Maar Saddam Hoessein zit steviger dan ooit in het zadel ondanks een meedogenloze oorlog (die hij uiteraard verloor) én een economisch embargo én nog een sliert bombardementen erbij en zelf zijn Arabische (en vijandige) buren hebben schoon genoeg van het agressieve optreden van Amerika (met Groot-Brittannié op sleeptouw). Maar zelfs uit deze recente periode van de geschiedenis heeft het Westen niets geleerd. Ook Milosevic zit steviger dat ooit op zijn troon. Ook de oppositie heeft zich (schoorvoetend wellicht) achter hem geschaard. Met de verklaring dat men na de “overwinning” Milosevic wil berechten voor misdaden tegen de menselijkheid (een berechting die hij ongetwijfeld verdient) heeft men ervoor gezorgd dat hij tot het bittere einde zal doorvechten. En als de NAVO denkt dat bombardementen het moreel van de Servische bevolking in elkaar zullen doen storten, is men het voorbeeld uit de Tweede Wereldoorlog, dat het effect net omgekeerd is vergeten. Minder dan ooit willen de Serviërs Kosovo verliezen. Zo denken nu ook de Servische tegenstanders van Milosevic erover.

De uitspraken van Westerse leiders en – nog meer – de schrijnende beelden van de tienduizenden vluchtelingen en de gruwelverhalen over moorden en verkrachtingen, hebben in brede kring alle nuchterheid verstikt. De kernvraag is NIET “wat doen met al die vluchtelingen” (dat is de kortetermijn-vraag, hoe prangend ze ook is), maar wel: wat wil men bereiken? De oude vijandschap tussen Serviërs en Kosovaren, die teruggaat op historische gegevens uit een ver verleden, is vandaag nog versterkt tot een verbittering en haat die in geen tientallen jaren kunnen worden uitgewist. Het idee van een harmonisch samenleven van Serviërs en Albanese Kosovaren is verder verwijderd dan ooit. Tegelijk is het conflict een haard van onrust voor de rest van de Balkan. Er valt dus geen oplossing te bekennen. Wat wèl te bekennen valt is: een toegenomen instabiliteit in de hele regio die voor de volgende tientallen jaren voor nieuwe problemen en conflicten kan zorgen.

Meevoelen met de vluchtelingen mag er ons ook niet toe leiden dat we de Kosovaarse rebellentroepen gaan idealiseren onder het motto “de vijand van onze vijand is automatisch onze vriend”. Men gaat er (gemakshalve) aan voorbij dat het rebellenleger dat vecht voor de “bevrijding” van Kosovo gespijzigd wordt door de drugshandel van

Kosovaars-Albanese maffia die in een aantal Westerse landen bijzonder actief is. Men vergete niet, dat de UNO (die in deze zaak volledig uitgeschakeld is zodat deze oorlog geen enkele volkenrechtelijke grondslag heeft) nooit de onafhankelijkheid van Kosovo heeft vooropgesteld. IJveren voor die onafhankelijkheid zou catastrofale gevolgen kunnen hebben in de hele wankele Balkan. Maar wat dan wel, als men vandaag juist door deze oorlog niet alleen de etnische zuivering in belangrijke mate gestimuleerd heeft, maar bovendien een vreedzaam samenleven van de twee volkeren voor de toekomst vrijwel onmogelijk maakt?

Het idee dat de leidende kringen van de NAVO en de Westerse regimes van dat alles geen flauw benul hebben, is natuurlijk naïef. Maar het idee dat het in deze oorlog gaat om “mensenrechten” is even naïef. Men kan zonder hard nadenken een half dozijn landen noemen waar mensenrechten met voeten worden getreden zonder dat dit aanleiding gaf tot een militair ingrijpen van de NAVO. (Om het tot de Balkan te beperken: de zuivering in Bosnië was niet milder dan die in Klein-Joegoslavië vandaag; en in Algerije telt men tot nu toe 75.000 slachtoffers van het politiek-religieus geweld.)

Wat is dan de diepere grond van dit oorlogsinitiatief? Het is duidelijk een initiatief dat uitgaat van de USA. Men krijgt de indruk dat de Europese NAVO-landen eerder schoorvoetend (de NAVO-verplichtingen, weet u wel) of op zijn minst zonder enthousiasme deelnemen aan het conflict. Nu de Sovjet-Unie als wereldmacht is uitgeschakeld en maar kan overleven met Westerse economische hulp, is Amerika de enig overblijvende wereldmacht. Amerika is nooit gelukkig geweest met de beslissingsmacht van de UNO en heeft vaak genoeg zijn ergernis laten blijken als in die vergadering zijn belangen niet ten volle werden gediend.

Het ogenblik is nu gekomen dat de enig overblijvende wereldmacht een signaal wil geven wie de baas in de wereld is. Het gaat in dit geval niet om enig economisch of politiek belang. Op 1000 Amerikanen is er vermoedelijk niet één die weet waar de Balkan ligt, laat staan dat hij ooit van Kosovo heeft gehoord. De problemen die door deze oorlog worden geschapen hebben ook geen enkel effect op Amerika, maar alleen op Europa. Amerika, dat beducht is voor het economisch gewicht van Europa, wil Europa aan zich binden door middel van een militaire bondgenootschap, dat oorspronkelijk bedoeld was om een vermeende Sovjet-dreiging af te weren.

Nu het motief van dat bondgenootschap is weggevallen, moet de NAVO, onder leiding van Amerika, een nieuwe functie krijgen. Dat is ook de reden waarom men nu zoveel mogelijk voormalige Warschaupactlanden bij de NAVO wil krijgen: elke nieuwe bondgenoot is voortaan onderworpen aan de wil van ’s werelds machtigste natie. Op die manier kan Amerika steeds meer landen dwingen, op te treden voor de Amerikaanse belangen, ook als dat ingaat tegen het Europese belang.

Het spreekt vanzelf dat, ook waar er geen direct economisch belang in het spel is (zoals nu in Klein-Joegoslavië) er indirect altijd economische belangen op de verborgen agenda staan. Militaire en economische macht gaan immers hand in hand. Zie het bananenconflict, zie het conflict om het Amerikaanse hormonenvlees. De arrogantie van Amerika in het Cavalese-drama heeft heel Europa geschokt. Maar dat heeft Europa niet verhinderd opnieuw gehoorzaam aan het handje van oom Sam te lopen toen Clinton – tegen het advies van de militairen in – besliste een oorlog te ontketenen tegen een Europees land. Nu   kan

men wel zeggen, dat de oorlog niet gevoerd wordt tegen de Servische bevolking, maar tegen Milosevic. Maar de bommen vallen op het hoofd van de Serviërs (en af en toe van de Kosovaarse vluchtelingen), en de economie die verwoest wordt, is de economie waarvan een toch al niet rijke bevolking moet leven.

Het wachten is op de volgende Hitler. En wat als die vroeg of laat eens in Amerika opstaat? Of is hij daar al?

W.Courteaux.