25 jaar geleden in Vrede

Het Shell-imperium

(…)

Er is de laatste jaren wel één en ander veranderd in de wereld. Meerderelanden, op weg naar ontwikkeling, die tevens petroleum-producenten zijn, werden politiek onafhankelijk. Om het hoofd te kunnen bieden aan de ekonomische diktatuur van de monopolies, hebben zij zich verenigd in de “Organisatie van de Petroleum-uitvoerende landen” en op hun beurt eisen zij thans van de monopolies een aanzienlijk gedeelte van hun winsten, onder de vorm van “royalties”. Zo heeft in 1965 SHELL een akkoord gesloten met Iran, waarbij aan deze laatste 75 t.h. der winsten wordt uitgekeerd. Venezuela ontvangt 67 t.h.

Nu is die zogenaamde “winstverdeling” weer een zuivere vorm van bedrog vanzelfsprekend. Een zéér eenvoudig en algemeen toegepast trucje trouwens…

SHELL betaalt 75 t.h. (of 67 t.h.) op de door haarzelf fictief vastgestelde winstcijfers. Een “nevenmaatschappij” boort de petroleum, en verkoopt die aan een andere “nevenmaatschappij” aan een spotprijs. En terwijl het percentage vastgesteld wordt op de “winsten” voortkomende van die verkoop aan spotprijzentransactie, gaat de tweede “nevenmaatschappij” met het leeuwenaandeel aan winsten lopen, waarop geen “royalties” worden geheven. Daarom is nationalisatie de enige manier voor de landen met petroleumreserves, om zich te beveiligen tegen genoemde afpersingen. Doch in dat geval stelt zich dan weer het probleem van de verkoop, want praktisch alle transportmiddelen, raffinaderijen en afzetgebieden bevinden zich in handen van de monopolie-houdende maatschappijen, die natuurlijk hun wetten dikteren. Toch hebben de monopolies een enorme schrik voor nationalisatie. Laat sirLOUDON maar herhaaldelijk bevestigen en zweren dat zijn consortium niet aan politiek doet. Het is een feit dat de petroleumconsortiums de meest energieke maatregelen genomen hebben en nog nemen tegen elke poging om de eigendommen van buitenlandse maatschappijen te nationaliseren. Getuige hiervan zijn de diverse machtsgrepen en militaire interventies overal ter wereld waar petroleummaatschappijen belangen hebben: Nabije Oosten, Midden-Oosten, Zuid-Oost Azië, Afrika en Latijns-Amerika.

De onstandvastige politieke toestand in diverse landen heeft de petroleum concerns er toe genoodzaakt andere sectoren op te zoeken om hun kapitalen veiliger te investeren, in de eerste plaats wel te verstaan daar waar nieuwe energiebronnen voorhanden zijn.

ROYAL DUTCH SHELL neemt eveneens deel aan opzoekingen en toepassingen van de kernenergie, en aankoop en uitbating van uraniummijnen.

Terwijl voor de exploitatie van aardgas in Europa, de maatschappijen SHELL en ESSO broederlijk verenigd zijn, zijn deze maatschappijen op gebied van nucleaire energie geduchte rivalen. ESSO verdedigt en behartigt terzake de Amerikaanse belangen, d.w.z. het monopolie dat de V.S. sinds de tweede wereldoorlog hebben op nucleaire brandstof. SHELL van haar kant is toegetreden tot een anglo-hollando – West-Duitse vereniging, die tot doel heeft het Amerikaanse kernmonopolie te kelderen en te ondermijnen door uitbating van een goedkoper technisch procédé van recente uitvinding, dat er in bestaat het uranium te verrijken door middel van ultra-centrifugering. (…)

Uittreksel uit “Het Document” maart 1971