Algerijnse generaal Liamine Zeroual volgt zichzelf op

Met een onverwacht grote opkomst bij de presidentsverkiezingen hebben de Algerijnen de wereld verbaasd. Ondanks dreigementen van de gewapende fundamentalistische terreurgroepen en de oproep tot boycot van de oppositie bracht bijna 75 % procent van de kiezers zijn stem uit.

Grote overwinnaar van de presidentsverkiezingen van 16 november laatstleden werd generaal Liamine Zeroual. De generaal, die in januari 1994 door de Algerijnse legertop tot president was benoemd, volgt na een klinkende verkiezingsoverwinning (61,34 % van de stemmen) zichzelf op. Mahfoud Nahnah, de leider van de gematigde Harnas (Beweging van de Islamitische Maatschappij) strandde op 25,8 %. De Kabyliër Saïd Sadi van het Rassemblement pour la Culture et la Democratie, een uitgesproken voorstander van de lekenstaat en tegenstander van elk compromis met de fundamentalisten, bleef met 9,29 % ver achterop. Nourredine Boukhrouh bewees wat algemeen voorspeld was :met 3,78 % blijft deze ultra-liberaal een politieke outsider.

De onverwacht hoge opkomst (volgens cijfers van het Algerijnse ministerie van Binnenlandse Zaken 74,92 %) heeft niet alleen de Algerijnen zelf, maar zowat alle waarnemers verrast. Liamine Zeroual had deze presidentsverkiezingen uitgeschreven omdat zijn belangrijkste westerse partners, Parijs en Washington, van hem eisten om via zogenaamde democratische verkiezingen zich van een wettige machtsbasis te voorzien. Die opdracht heeft de generaal perfect uitgevoerd. En daarvoor schuwde hij de grote middelen niet. Meer dan 300.000 militairen controleerden de stembusgang (er waren slechts 99 buitenlandse waarnemers om de kiesverrichtingen in de 32.000 stembureaus te volgen), een van de belangrijkste onafhankelijke weekbladen, La Nation, kreeg drie weken verschijningsverbod opgelegd, de kandidatuur van Redha Malek (die van 1993 tot 1994 premier was geweest) werd geweigerd en M’Barek Mahiou, een van de leiders van de oppositiepartij FFS (Front de Forces Socialistes) werd door “onbekenden” vermoord. Over het democratische gehalte van deze presidentsverkiezingen is enige twijfel dus toegestaan.

Niettemin kan niemand om de vaststelling heen dat generaal Zeroual als grote overwinnaar uit deze verkiezingscampagne is te voorschijn getreden. Het FIS en de GIA zijn de grote verliezers, samen met de andere oppositiepartijen, de voormalige eenheidspartij FLN en het FFS, die tot een boycot hadden opgeroepen. Het FLN en het FFS hadden in januari 1995 in Rome samen met het FIS een gemeenschappelijk “platform voor een nationaal contract” ondertekend, waarmee ze de Algerijnse machthebbers voor een grote nationale dialoog hoopten warm te krijgen. Generaal Zeroual en de overige leden van de militaire junta negeerden straal deze oproep tot dialoog en zetten hun strijd tegen de gewapende fundamentalisten verder. Op het terrein kregen de fundamentalisten de afgelopen maanden rake klappen. Steeds meer waarnemers stellen zich vandaag dan ook de vraag of het FIS in de praktijk nog werkelijk bestaat als politieke partij. Dezelfde vraag wordt ook gesteld over de GIA, die is ontaard tot een schimmige organisatie van plaatselijke krijgsheren en maffiabaronnen, die onder geen enkele vorm van centraal gezag opereren. Alleen in de hoofdstad Algiers zijn meer dan 300 groepjes actief, die geleid worden door plaatselijke boeven en boefjes en die zich in de schemerzone tussen banditisme en radicaal fundamentalistisch geweld bewegen.

De verkiezing wordt uw graf. We hebben niet goed gemeten”

Rivaliteit Frankrijk-VS

Deze verkiezingen brengen Algerije geen stap dichter bij een oplossing. Het enige tastbare resultaat is dat generaal Liamine Zeroual niet langer de president is van een militaire junta, maar een door een meerderheid van Algerijnen verkozen staatshoofd, zoals Parijs en Washington dat al zo lang eisten. Drie voor de toekomst van Algerije zeer belangrijke vragen blijven ook na 16 november 1995 open. Welke houding zullen de rivalen Parijs en Washington aannemen tegenover de verkozen generaal Zeroual? Drie weken voor de presidentsverkiezingen maakte de Franse president Jacques Chirac een spectaculaire bocht. Onder de vorige Franse rechtse regering onder leiding van premier Edouard Balladur en minister van Buitenlandse Zaken Alain Juppé had Frankrijk zich officieel “neutraal” opgesteld tegenover de Algerijnse burgeroorlog. Zij steunden enerzijds de Algerijnse machthebbers met een reeks nieuwe kredietlijnen, maar anderzijds deed Alain Juppé regelmatige oproepen tot een nationale dialoog in Algerije. De Franse regering was hierover echter diep verdeeld. Zo was het een publiek geheim dat de rechtse minister van Binnenlandse Zaken, Charles Pasqua een voorstander was van , openlijke Franse steun aan de Pï harde militaire aanpak van de ‘JL_ Algerijnse militairen. Op 8 oktober & laatsleden kondigde president <^ Chirac aan dat Frankrijk generaal Liamine Zeroual steunde. Chirac was zelfs bereid de Algerijnse president in New York te ontmoeten, naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de Verenigde Naties. Deze ontmoeting ging uiteindelijk toch niet door, maar de ommekeer in de officiële Franse houding ten opzichte van Algerije was niemand ontgaan. De Verenigde Staten van hun kant pleiten al sinds twee jaar voor een deelneming van de fundamen– talisten aan de macht. Dat deden de VS ondermeer via Robert Pelletreau, de onderstaatssecretaris voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika, die de Algerijnse leiders herhaaldelijk had aangemaand “de basis van hun regering te verruimen door er fundamentalisten in op te nemen.” Frankrijk en de VS zitten elkaar niet alleen politiek in de haren. Op dit ogenblik worden in Algerije twee nieuwe belangrijke petroleum- en gas-velden in exploitatie genomen. Sinds het einde van het FLN-bewind in 1991 kunnen ook buitenlandse multinationals aan dit contract deelnemen. En de Fransen hebben hierbij duidelijk de duimen moeten leggen voor voornamelijk Amerikaanse concurrenten, tot groot ongenoegen van de regering in Parijs. De vraag is dan ook welke invloed deze Frans-Amerikaanse rivaliteit op korte termijn zal uitoefenen op het beleid van de pas verkozen president in Algerije.

Niets is opgelost

Daarbij moet onmiddellijk een tweede niet onbelangrijke vraag worden gesteld: zal Liamine Zeroual bereid zijn de uitgesproken tegenstanders van een reële democratisering binnen de militair-industrieel-financiële junta, die nog steeds aan de macht is, te neutraliseren en vrije en democratische parlementsverkiezingen uit te schrijven? Of zal hij – en dat is de derde vraag, die zich opdringt – het toch op een akkoordje gooien met het FIS, het FLN en het FFS, zoals het platform van Rome van januari 1995 dat eiste? Wat het FIS betreft moet dit de oplossing zijn. De dag na de presidentsverkiezingen deed FlS-woord-voerder Rabah Kebir vanuit zijn Duits ballingsoord nog erg stoer: “de Zeroual van voor de verkiezingen is dezelfde als de Zeroual van na de verkiezingen”. Zes dagen later sloeg Kebir in een open brief aan president Zeroual al een heel andere toon aan. De FIS-woordvoerder zwaaide de nieuwe president zeer veel lof toe. Met Zeroual “hebben we de zekerheid dat de oplossing van de crisis individuen, groepen en clans ver overstijgt.” Kebir prees Zeroual omwille van zijn “vastberadenheid om alle Algerijnen te helpen hun plaats te vinden in de opbouw van het land.” En de FIS-woordvoerder erkende dat Zeroual “over de steun van het volk kan beschikken, wat voor de machthebbers en voor de oppositie een grote mogelijkheid inhoudt om alle obstakels uit de weg te ruimen, die tot hiertoe hebben belet dat de dialoog zijn doelstellingen waar maakt: terugkeer naar de vrede, de vrijheid en verstandhouding.” Het is echter de vraag of het FIS “terugkeer naar vrede, vrijheid en standhouding” niet gewoon een vulgs machtsdeling met de huidige machthebbers beoogt: de militairen behouc hun macht, de lieden, die tot op de dag van vandaag het industriële en financiële leven hebben gedomineerd kunnen dat ook morgen doen en de fundamentalisten krijgen hun deel van de koek en een stevige zeg over religie, onderwijs, sociale zaken en cultuur (en liefst nog wat meer). Maar die vraag kon ook worden gesteld voor 16 november 1995. Voorlopig verandert er niets in Algerije.

Wim de Neuter

(Wim de Neuter is samen met Nadia Data auteur van het boek “Allah weent om Algiers: Algerije tussen militaire en islamitische dictatuur”, uitgeverij Icarus, Antwerpen, 190blz, 695frank)