Internationaal
Kenia
In 1988 werd door FN een (zoveelste) delocalisatie-operatie opgezet. Deze maal in Kenia. Het gaat om een project van 3 miljard BF. Delcredere gaf haar verzekeringszegen.
We moeten weten dat Delcredere haar onderzoek uitsluitend toespitst op de economische en financiële aspecten van een transactie. Als in dit perspectief de zaak er gezond uitziet dan twijfelt men daar geen moment.
In de behandeling van dergelijke dossiers zit er altijd een vertegenwoordiger van het ministerie van buitenlandse zaken. De andere leden gaan er van uit dat deze persoon de absolute bewaker is van “politieke” en “nationaal-juridische” of “internationaal-juridische” voorwaarden, beperkingen, of regelgeving.
Naar verluidt zou deze vertegenwoordiger niet altijd even alert optreden, en durft men de redenering al wel ’s omdraaien: als Delcredere z’n toestemming heeft gegeven, moeten wij toch geen politieke redenen aanhalen om de transactie te weigeren…
In 1988 hadden we ook nog onze nieuwe wapenwet niet. Wapenuitvoer werd toen interministerieel geregeld door buitenlandse zaken, ontwikkelingssamenwerking, buitenlandse handel, en financiën. En ja… als die zaak onze export ten goede komt…
Bovendien is Kenia een betrekkelijk belangrijk land. Het dient zichzelf ook graag aan als stabiele macht in een continent in chaos. Het grenst aan Soedan, Ethiopië, Somalië, Uganda en Tanzania.
In antwoord op parlementaire vragen verdedigen onze bewindvoerders zich met de stelling dat Kenia in die periode een land van stabiliteit en vooruitgang was. We konden dergelijk land best ondersteunen met een… wapenfabriek.
Stabiliteit ? De ‘Third World Guide’ schrijft over die periode. “In maart 1987 ging president Moi op bezoek naar de V.S..
Washington bestempelde Kenia als ‘een prototype van politieke en economische stabiliteit in sub-Sahara Afrika’. Er verschijnen echter steeds meer rapporten over mensenrechtenschendingen die ook spreken over folteringen van politieke gevangenen die beschuldigd worden van lidmaatschap van de ‘subversieve’ Mwakenya-beweging.” Bovendien werd in die periode het parlement een deel van z’n macht ontnomen. Alle ambtenaren moesten ook verplicht lid zijn van de KANU-partij, en in die partij is geheime stemming vervangen door openbare stemming. De eerste ronde van de verkiezingen kende een opkomst van 14%.
President Moi besliste toen ook dat de hechtenisperiode van een verdachte zonder een rechter te zien werd verlengd van 24 u. naar 14 dagen…
In 1985 bedroeg de buitenlandse schuld 3,2 miljard dollar (de afbetaling vroeg 27,5% van de export), in 1990 6,8 miljard dollar (de aflossing bedroeg 34% van de export).
GS
België wordt binnenkort de nieuwe voorzitter van WEU
In z’n toespraak in Parijs zei premier Dehaene dat de WEU en de Navo niet los van mekaar mogen evolueren. “Een tweede structuur zou willens nillens naar een verlies aan stabiliteit leiden, en zou financieel ook niet doenbaar zijn.” Aangezien de WEU de pijler wordt die binnen de Navo Europa meer gezicht moet geven, sprak Jean-Luc Dehaene over de “WEU als de militaire arm van Europese Unie”. Hij meende ook dat de operationele capaciteit van de WEU van een humanitaire interventie moet verlegd worden naar het domein van de vredeshandhaving.
Zweden, waarnemend lid van de WEU, heeft verklaard voorlopig het lidmaatschap van de Navo niet te zullen overwegen.
Ook Oostenrijk staat niet te springen om tot de Navo toe te treden. Tijdens zijn bezoek aan Parijs sprak de Belgische premier nog over het feit dat Frankrijk niet blij was geweest met het Belgisch protest tegen de kernproeven. Maar dat is voorbij. “We delen hetzelfde doel: een totaal verbod op kernproeven”.
De Tanzaniaanse tragedie
Op 21 mei jl. zonk in het Victoria-meer een afgeladen veerboot, de Bukoba. Het aantal slachtoffers van de ramp wordt op 800 geschat, wat meer betekent dan de dodenbalans met de in de Baltische Zee vergane Estonia in 1994. De Bukoba, en een tweede veerboot, werden een tiental jaren geleden in Antwerpen gebouwd en gefinancierd door ABOS (Algemeen Bestuur voor Ontwikkelingssamenwerking). Kort na de levering werd vastgesteld dat beide veerboten onstabiel waren en dringend moesten opgekalefaterd worden.
De Denen stelden dit eveneens in 1985 vast en brachten onmiddellijk aan een van de schepen de nodige veranderingen die de veiligheid moesten garanderen.
Het ABOS van zijn kant nam het in 1991 op zich aan de tweede veerboot, de Bukoba, de nodige stabiliteitswerken uit te voeren maar het bleef bij beloften die niet werden nagekomen. Natuurlijk werden op deze schepen meer passagiers en vracht aan boord genomen dan voorzien wordt – wat in alle derde wereldlanden door een tekort aan transportmogelijkheden een gewoonte is – een euvel die met de onstabiliteit van de Bukoba inzake veiligheid nog toenam. Het ongeluk is gebeurd. Maar het is niet omdat de slachtoffers zwarte Afrikanen zijn dat niet de vraag naar de verantwoordelijkheid moet gesteld worden. Staatssecretaris Reginald Moreels erkende in het parlement dat België uiteindelijk onveilige boten aan Tanzanië leverde.
Moreels reageerde dan ook verant-waardigd op de zoveelste illustraitie van wanbeheer bij het ABOS en kondigde een administratief onderzoek aan waarbij het Hoog Comité van Toezicht zou ingeschakeld worden. Het is hoog tijd dat elke misdadige nalatigheid bij ABOS zou uitgebeend worden. Reginald Moreels heeft dus nog werk op de plank, (ads)