Belgisch leger wil meer geld

Bewapening & Ontwapening

U weet dat in de vorige regering werd afgesproken het budget van defensie te plafonneren op 98 miljard per jaar zonder indexeringen, tot 1997. Daarbij mochten wel de opbrengsten geteld worden van tweedehandsverkopen van militair materieel of militaire installaties.

Dit was in het kader van de modernisering van ons leger, de afschaffing van de dienstplicht en de vermindering van de getalsterkte tot 40.000.

De toenmalige minister Delcroix liet in de tijd (zie Vrede nr 305, jan.-febr. ’94) een ballonnetje op om extra-(ontwikkelings)geld binnen te rijven voor het legerbudget.D.w.z. dat de heer Delcroix vroeg om 0,3% van het BNP te besteden aan humanitaire militaire acties. Hij beschouwde dit bedrag (15 a 20 miljard) eigenlijk als een middel om het streefcijfer voor ontwikkelingssamenwerking op te trekken van de in het vooruitzicht gestelde – “in 2000 of zo snel mogelijk nadien”- norm van 0,7% naar 1%. Vandaag hebben de militairen die omweg laten vallen en kiezen ze voor de directe strategie.

De nieuwe baas van de Generale Staf, Herteleer, houdt een pleidooi om na 1997 een verhoging van het legerbudget met 10 miljard door te voeren, boven op de indexering.

Luchtmacht

In een interview in De Standaard meent stafchef Van Hecke van de luchtmacht (uiteraard) dat zijn luchtleger het absolute centrum is van elke militaire macht. Hij vindt daarvoor bewijzen in de Golfoorlog en de Navo-bombardementen in Bosnië. “Wat mij het meest bekommert is een situatie zoals die in Rusland evolueert of zou kunnen evolueren. Als het in Rusland uit de hand loopt, zitten we met een Joegoslavië tot de tiende macht. Ik denk aan een probleem met Boris Jeltsin, een terugkeer van de militaire nomenclatura, of als het etnisch uit de hand loopt.” Van Hecke zou graag zien “dat de stafchefs, die problemen op een andere manier kennen, hierover met de politieke verantwoordelijken, regering en parlement, een dialoog zouden kunnen aangaan”.

M.a.w. de Belgische militaire nomenclatura weert zich als een duivel in een wijwatervat om meer vat te krijgen op de politieke beslissingen. Tussen haakjes. Om te bewijzen dat een dure luchtmacht een goede investering is wijst luitenant-generaal vlieger Van Hecke erop dat de duizend uur lucht-offensief in de Golfoorlog een enorme besparing in tijd en mensenlevens betekende. Kostte de Golfoorlog tijdens de dagen van de luchtraids dagelijks


niet meer dan 500 miljoen dollar (d.i. minstens 15 a 20 miljard BF per dag, alleen tijdens de effectieve maand bombardementen) ? Het aantal slachtoffers kennen we nog altijd niet precies: tussen de honderd- en honderdvijftigduizend. Dergelijke redenering getuigt van het klassieke machtsdenken in functie van

beïnvloeding van de bestaande krachtsverhoudingen in de wereld, en het consolideren van het dominant economisch systeem. Daarbij moeten de militairen de uiteindelijke posities op gaan leggen. De beste manier is via een superieure luchtmacht, aldus stafchef Van Hecke. “Wij moeten datgene kiezen dat het overwicht geeft en dat is thans onmis- (…)

Lezersbrief naar De Standaard, die tot op vandaag 19 april niet werd opgenomen ;

Geachte redactie,

Het is goed dat in een democratisch land iedereen de mogelijkheid heeft om via de pers zijn mening kenbaar te maken. Dit geldt tegenwoordig ook voor (hooggeplaatste) militairen. De tijd dat men het leger beschouwde als “la grande muette” is blijkbaar definitief voorbij.

Meestal komen die topmilitairen ons vertellen dat ze meer geld nodig hebben; zo ook generaal Van Hecke, stafchef van de luchtmacht (D.S. van 15/3/96). Dat hij daarbij dan ongezouten zijn mening mag spuien is zeker nuttig voor hem en een deel van zijn achterban. Het is beter dat zulke mensen op die manier hun frustraties kunnen kwijtgeraken dat dat zij er – ook letterlijk – eens zouden “invliegen”.

Anderzijds is het voor ons burgers ook nuttig om zo kennis te maken met de, volgens mij, eenzijdige en bekrompen visie die er leeft bij een belangrijk deel van onze legertop (Stafchefs zijn immers geen “kleine garnalen”). Om te beweren dat de luchtmacht geen agressief wapen is en in staat is om vrede af te dwingen moet men toch een paardebril dragen of een aartscynicus zijn. Ik ken geen enkel wapen dat vredelievend of vredebrengend is… en zeker de luchtmacht niet. Hoeveel menselijkheid blijft er van iemand over die van uit onbereikbare hoogten of van op veilige afstand bomtapijten dropt of raketten afvuurt die vooral weerloze en onschuldige burgers treffen. Nee meneer Van Hecke – alle leugenachtige CNN-propagandafilms ten spijt – blijft de geschiedenis van de luchtmacht met bloed en napalm geschreven en de duizenden slachtoffers van Coventry, Dresden, Vietnam of Irak hebben geen van allen bijgedragen tot een definitieve overwinning, laat staan tot een duurzame vrede I

Een oorlog wordtal van voor de tijd van Caesar en tot op onze dagen beslecht door terreinverovering en bezetting en echte vrede komt er pas als de strijders terug naar huis gaan.

Voor mijn part mag De Standaard elke week zulke leerzame interviews laten verschijnen waardoor bij de bevolking en hopelijk ook bij onze politici het besef groeit dat wij de vele miljarden die deze heren vragen nuttiger kunnen besteden aan onderwijs, gezondheidszorg en voor hen die door de steeds grotere gaten van ons sociaal opvangnet vallen.

Met beleefde groeten

Michael Van Opstal