Een andere kijk op de rood bruine coalitie mythe

Het is in de media de traditie, “pour le besoin de la cause”, etiketten te plakken. Zo heeft men het steeds, wanneer het om Rusland gaat, over het bestaan van een “rood-bruine coalitie”. Hiermee wordt een verbond tussen extreme nationalisten en de communisten bedoeld. De anderen, Jeltsin, de regering, e.a., die verantwoordelijk zijn voor de katastrofale politiek die de meerderheid van de bevolking treft, worden dan hervormers en demokraten genoemd. Met de recente verkiezingen van een voorzitter in de Douma, het parlement, wordt die mythe doorgeprikt. In de media heeft men dit blijkbaar niet gemerkt. De pas gekozen voorzitter (17/1) is Geunnadi Selesnev, hoofd-redakteur van de Pravda, gewezen vice-voorzitter van de Douma en communistisch volksvertegenwoordiger. Hij werd verkozen met 231 stemmen = de communisten (157), de boerenpartij en andere kleine partijen en een groot aantal onafhankelijken.

De regeringskandidaat, Yvan Rybkine, gewezen voorzitter van de Douma, kreeg de stemmen van de regeringspartij “Rusland ons huis” van premier Tsjernomyrdins (55 zetels), van de Liberale Demo-kratische Partij van de extreemrechtse nationalist VladimirJirinovsky (51 zetels) en een aantal onafhan-kelijken. In totaal 150 stemmen.

De kandidaat van het labloko blok, Vladimir Loukine, ex-voorzitter van de commissie van buitenlandse zaken, kreeg 50 stemmen.

Hieruit blijkt dus duidelijk wie met de extremistische nationalisten samen werkt en hoe de openbare opinie door de media gemanipuleerd wordt.

Bovendien is het nuttig er de aandacht op te vestigen dat Jirinovsky reeds achter Jeltsin stond bij de ontbinding van de Douma en de militaire aanval op het parlementsgebouw in sept-okt 1993. In het referendum in dec. 1993 stond hij eveneens aan de zijde van Jeltsin voor de goedkeuring van een nieuwe grondwet die aan de president uitzonderlijke machten verschaft.

Sinds het begin van de oorlog in Tsjetsjenië verleent Jirinovsky eveneens zijn steun aan Jeltsin en dringt er steeds op aan om nog een hardere koers te voeren. Dit alles wijst er op dat de media nog al een loopje met de waarheid neemt als ze het over een “rood-bruine” coalitie heeft, (ads)

Rusland in de raad van Europa

Bij zijn oprichting in 1949 bevestigde de Raad van Europa in zijn beginselverklaring het princiep van democratie en de eerbiediging van mensenrechten.

Deze Raad is samengesteld uit afgevaardigden van de parlementen van de lidstaten die geacht worden zich onafhankelijk van hun regering op te stellen. Spoedig bleek dat dit larie was.

Met de opname van Turkije was het bv duidelijk dat de beginselverklaring werd toegepast volgens het principe van twee maten en twee gewichten. Het is toch algemeen bekend en aanvaard dat Turkije met zijn verdrukking van de Koerden en iedere vrij meningsuiting noch een democratie is, noch de mensenrechten respecteert. Onder druk van hun regeringen waren de afgevaardigden door de knieën gegaan.

De recente opname van het Rusland van Jeltsin, ondanks zijn vuile oorlog in Tsjetsjenië en de schending van de rechten van zijn bevolking, is eens te meer een bevestiging geworden van de zonderlinge princiepen die door de Raad van Europa worden toegepast.

Iedereen is het er over eens, ook de media legde hier de nadruk op – dat alle afgevaardigden door hun regeren onder druk werden gezet om voor de opname van Rusland te stemmen. Ze willen nu eenmaal Jeltsin een steuntje in de rug geven in het perspectief van de presidentsverkiezingen en zijn tegenstanders de wind uit de zeilen nemen. De tienduizenden Tsjetsjenen die als gevolg van het door Jeltsin geleid militair geweld hun leven verloren zijn bijzaak. Uiteindelijk werd Rusland opgenomen met 164 stemmen voor, 35 tegen en 15 onthoudingen.

En hieruit is nogmaals gebleken dat de grote princiepen van democratie en mensenrechten voor sommigen slechts praat voor de vaak zijn. (ads)

Zeg me wie uw vrienden zijn…


Meteen is het duidelijk dat voor het Westen de miskenning van de mensenrechten, het bombarderen van het parlement, de vuile oorlog in Tsjetsjenië en de rampzalige sociale toestanden, waarvan het Russische volk het slachtoffer is, van geen enkel belang zijn. De grote verdedigers van de democratie en de mensenrechten deinzen er dus niet voor terug zich te bemoeien met de binnenlandse situatie van een ander land.

Boris Jeltsin heeft bekend gemaakt dat hij zich kandidaat stelt voor de Presidentsverkiezingen die in juni in Rusland zullen plaats hebben.

De Franse Premier Alain Juppé, op bezoek in Moskou, verklaarde reeds de kandidatuur van Jeltsin te steunen. Meteen verleende hij eveneens een miljardenkrediet aan de Russische regering, Helmut Kolh, die enkele dagen later eveneens in Rusland vertoefde, beloofde eveneens zijn steun aan Jeltsin te verlenen.

Het Internationaal Monetair Munt-fonds (IMF) heeft ook aan de kandidaat Jeltsin een krediet toegewezen van 300 miljard frank op vier maand van de verkiezingen. Iedereen weet nochtans dat dit geld terecht komt in een mand zonder bodem. De Russische minister van financiën bekende namelijk zelf dat jaarlijks 300 miljard frank naar het buitenland verdwijnt.

Meer nog dat 60 % van de Russische banken  banden   hebben  met de maffia. Maar het is nog niet alles. In april zal president Clinton  eveneens een bezoek brengen aan Rusland met de bedoeling Boris Jeltsin een duwtje in de rug te geven. Over vriendschap gesproken.

Zeg me wie uw vrienden zijn en ik zal u zeggen wie u bent zegt, het spreekwoord. (ads)

Die Welt Besuch beim Kandidaten Klaus Böhle