Eerlijkheidshalve

Deserteurs van de Wehrmacht

Een vijftig jaar na het einde van de tweede wereldoorlog werden door de onderscheiden Duitse regeringen nog geen maatregelen getroffen om de door de militaire tribunalen van het llle Reien uitgesproken straffen tegen “deserteurs van de Wehrmacht” te vernietigen. Derhalve kunnen deze soldaten ook geen aanspraak maken op pensioen. De Groenen en de SPD stellen nu voor om de 50.000 veroordelingen die tussen 1939 en 1945 werden uitgesproken in blok te vernietigen.

Een driehonderdtal oud-soldaten die voor desertie veroordeeld werden zijn vandaag nog in leven en wachten naar een gebaar van de regering. Sinds 1945 worden ze echter beschouwd als gewone misdadigers, zoals dit het geval is bij alle legers in de wereld. De weigering om aan de nazi-oorlog deel te nemen was vanwege die mensen echter een bevestiging van hun verzet tegen het fascisme. Een deel van het debat dat op dit ogenblik in regeringsmiddens loopt gaat over de modaliteiten van de financiële schadevergoeding (men spreekt van 12.000 fr. per maand of een eenmalig bedrag van 120.000 fr.). De achtergrond van de zaak blijft echter politiek. Het gaat hier om de erkenning dat de objectieven van Wehrmacht niets te maken hadden met internationaal recht of zelfverdediging vanwege een natie en deserteren uit de Wehrmacht niet alleen een recht maar ook een plicht was van de Duitse soldaat. Deze zienswijze is niet deze van de regeringspartijen die zeggen dat de Wehrmacht het wettelijk leger was van het land, ook al is deze afgeweken van haar doelstellingen onder druk van de nazis. De CDU (christen-democraten) stelt zich meestal afwijzend op tegen de vernietiging van de veroordelingen en wijst er op dat geval per geval zou dienen onderzocht te worden. Hans Carl Filvinger, gewezen minister van de CDU en voorzitter van de regio Baden-Württemberg en ex-militaire rechter die ontslag moest nemen zag het destijds als volgt: “Wat juist was in die periode kan vandaag niet als onjuist beschouwd worden”. De CDU-volksver-tegenwoordiger Norbert Geis verklaarde van zijn kant tijdens het debat over deze kwestie op 9 mei in de Bundestag “Dat aan de Duitse soldaten die de moed hadden opgebracht zich te verzetten tegen de uitroeiingsoorlog die door de Sovjets gevoerd werd hulde moest gebracht worden”.

Maar niet alleen de conservatieve Duitsers, ook president Francois Mitter-rand heeft zich destijds, bij zijn toespraak voor het Duitse parlement tijdens de herdenking van de val van het llle Reich geoorloofd de heldenmoed van de soldaten van de Duitse Wehrmacht te loven: “Zij waren moedig, zij beminden hun vaderland”. De vraag die zich stelt is of het om hun vaderland ging of om de ideologie van het nazisme. Uit dit alles blijkt dat in 1996, het jaar na de herdenkingen van het einde van de tweede wereldoorlog, velen in Duitsland met het verleden nog niet afgerekend hebben, (ads)

Wapens voor Bosnië

De minister van defensie van de V.S. .William Perry, zorgde wel voor enige verrassing in Washington. Op 2 mei zei hij voor een kamercommissie – die een onderzoek instelt naar Iraanse wapen-leveringen aan Bosnië die door de Clintonregering zouden zijn gedoogd -dat die wapenleveringen inderdaad “tot op zekere hoogte de Iraanse invloed in Bosnië hadden verhoogd, maar dat ze vooral de Bosnische regering de kans gaven stand te houden, en op zich dus het Dayton-akkoord hebben helpen mogelijk maken”. Hij voegde er nog aan toe dat gans de wereld afwist van deze embargoschendingen maar verkoos te zwijgen. Deze wapenleveringen, zei Perry, verliepen steeds via Kroatië (dat telkens “zijn deel” achter hield). Dit lijkt nog eens een bewijs te zijn dat er in Washington een dubbel spoor wordt gevolgd : enerzijds politieke openingen creëren voor een normalisering van de betrekkingen met Iran op basis van de argumentering van de belangrijke Iraanse hulp aan de Bosnische moslims, en anderzijds de officiële koers die erop uit is om Iran te isoleren.

Erythrea: daar komt Coca Cola

Begin mei reisden 36 Noord-Amerikaanse zakenlui naar Erythrea en Ethiopië. Deze commerciële zending kostte hen elk 4000 dollar, en was een initiatief van Corporate Council on Africa (raad van ondernemers voor Afrika -opgericht in 1992 – voor het ogenblik telt deze CCA 85 leden privé-ondernemers). Het ging o.a. om topmensen van Coca Cola, Mobil Oil. Anadrako Petroleum en Equator Bank Limited. Eén van de deelnemers gaf na een ontmoeting met de Ethiopische premier, Meles Zenawi, als commentaar: “Er wordt veel gesproken over vrije markt en privé-onder-nemingen zonder degelijke kennis. Hier ontmoette ik iemand die veel belangstelling koestert en goed geïnformeerd blijkt”. Coca Cola tekende in Erythrea een akkoord met de regering, dat 10,7 miljoen dollar vrij moet maken om de frisdrankindustrie te ontwikkelen.

Hongarije:

“Het jaar van de tranen”

De Hongaren worden, hoe kan het anders, eveneens geconfronteerd met besnoeiingen en prijsverhogingen. Sinds 1995 werd het budget voor onderwijs aangepakt en o.m. het personeel van de universiteiten met 12 % verminderd. De voorwaarden om aanspraak te maken op werkloosheidsvergoedingen werden strenger en de prijzen voor energie met 70 % verhoogd.

De prijs van de benzine steeg met 10 % en de tickets voor openbaar vervoer met liefst 40 %. Postzegels, telefoon en taxi’s zijn eveneens aanzienlijk duurder. Met 11 % werklozen in 1995 waarbij nog een stijging van 2 % wordt verwacht in 1996, ziet de toekomst er eveneens voor velen niet schitterend uit.

Imre Szekeres, de voorzitter van de socialistische regeringsgroep, noemde het jaar 1995 “het jaar van de tranen” en het jaar’ 1996 wordt door de minister van Arbeid Peter Kiss “het jaar van het lijden” genoemd.

Met weemoed moeten velen terugdenken aan de tijd van Kadar. (ads)

Afrika kernwapenvrij

Drieënveertig Afrikaanse landen ondertekenden begin april te Caïro een verdrag waarbij het continent tot een kernvrije zone werd verklaard. Het akkoord bepaalt dat Afrikaanse landen geen kernwapens mogen bezitten en dat op het Afrikaans grondgebied geen kernproeven mogen gehouden worden en evenmin buitenlands kernafval mag opgeslagen worden. Aan het verdrag wordt sinds dertig jaar gewerkt o.m. sinds Frankrijk zijn kernproeven hield in de Sahara. Zuid-Afrika dat kernwapens bezat, ontmantelde deze in 1993.

Het verdrag van Pelinda, zoals het akkoord wordt genoemd, is de derde regionale overeenkomst voor kernwapenvrije zones. In 1967 werd in Mexico het verdrag van Tlalelolco ondertekend dat Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied omsluit. Het verdrag van Raratonga, dat kortelings ook door de grootmachten onderschreven werd, kwam in 1985 tot stand en betreft de landen van de Stille Zuidzee. De oprichting van een kernwapenvrij Midden-Oosten (waar Israël het enige land is dat kernwapens bezit) en een kernwapenvrij Europa (waar Rusland, de V.S., Frankrijk en Groot-Brittannië over kernwapens beschikken) staat echter nog niet voor de deur. Dit bevestigt dat het de grootmachten zijn die kernwapens bezitten die hier een negatieve rol spelen. (ads)