Israëlische verkiezingen

Neerslag van een gesprek met Ludo Abicht

Misschien kunnen we beginnen met een aantal vaststellingen. Vooreerst doet deze uitslag mij tot het besluit komen dat de meerderheid van de ‘joodse’ stemmen naar Likoed is gegaan. Peres werd slechts nipt verslagen maar hij heeft nog kunnen rekenen op een 350.000 Arabische kiezers. Netanyahu heeft de ‘joodse’ kiezers beter kunnen aanspreken dan Peres, ondanks diens zwaar militair optreden in Libanon. Een tweede vaststelling brengt me op het terrein van het parlement. Er is geen continuïteit in het stemgedrag tussen de premierverkiezingen en dat voor het parlement. Een hele reeks partijen hebben hier hun plaats kunnen vinden naast de twee groten. Algemeen gesteld moet ik zeggen dat dus het vredesproces niet gesteund wordt door een meerderheid.

Oslo

Peres heeft een politiek gevoerd die eigenlijk de realisering was van het zionistisch programma onder het mom van de grote toegeving. D.w.z. dat hij de controle over grond, over water, wou behouden, dat het beleid van nederzettingen verder ging. Ook de militaire controle in het algemeen – met uitzondering van een reeks steden en dorpen – werd niet opgegeven. Vooral ook de politiek in en rond Jeruzalem bewijst dat dit geen echt vredesproces was. Door sommige toegevingen, als de erkenning van de Palestijnen als volk, kon men voorheen nog enigszins twijfelen, maar de slotsom wordt wel duidelijk, Adam Keiler van het ‘Vredesblok’ heeft het vredesproces altijd beschouwd als een stap-voor-stap-gebeuren. De Palestijnen worden als volk erkend, krijgen een bepaald niveau van autonomie, waardoor er psychologisch en diplomatiek een onomkeerbare situatie wordt geschapen. Een eerste barst ook als het ware in het zionistisch kamp. Voor anderen was dit de laatste – minimale – toegeving vanwege Israël. Met de verkiezing van Netanyahu lijkt de richting bepaald.

Veiligheid

Voor de Israëli betekent vrede voornamelijk deze twee elementen : veiligheid en onbeperkte handel. Voor bepaalde groepen komt daar een bijbels luik bij. Voor de Palestijnen betekent vrede autonomie en ontwikkeling.

De vredesakkoorden brachten een gestaag wegvallen van de handelsbelemmeringen. Qua veiligheid echter is er niet zo veel bereikt: aanslagen gaan door. Een gekortwiekte Arafat kan dat niet tegenhouden. Dus hebben de joodse kiezers Etanyahu verkozen.

Arafat suggereerde dat de gewapende islamitische groepen wapens krijgen van de radicale joodse gemeenschappen. Dit is niet bewezen.

Ze verschillen ook wel danig. Hoewel Harnas wel zegt dat Israël moet verdwijnen kan ze zich ook sterk maken in een onafhankelijk Palestina. Een ‘mini-Palestina’ dat voldoende islamitisch is gekleurd kan voor Harnas best een interessante ontwikkeling zijn. Voor de religieuze joodse fundamentalisten is er niks anders dan een heilig land dat tot de dood moet worden verdedigd in z’n maximale grenzen.

De aanhang van Harnas steunt echter vooral op een reële frustratie bij de Palestijnse bevolking. Er is vooreerst het ontbreken van zichtbare resultaten voor haar in dit vredesproces. De sociale voorzieningen die sinds de Golfoorlog geen steun van andere Arabische landen meer kregen worden overgenomen door de moslim-broederschap. Er is de installatie van de ‘buitenlandse’ Palestijnen in de instanties van het Autonome Gebied, en er is het toch wel autoritaire gedrag van Arafat. Het gevaar voor Arafat is dus groot dat hij de bevolking niks meer te bieden zal hebben.

Toekomst

De nieuwe premier zal wel z’n nationalistische en religieuze achterban moeten in het oog houden. Hij zal dus nog minder toegevingen doen dan Peres. Dat betekent dat de nederzettingspolitiek verder gaat, dat de infrastructuurwerken die de Israëlische greep veruitwendigen (autostrades rond Palestijnse steden…) zullen uitgevoerd worden, dat Hebron wellicht militair niet zal ontruimd worden.

De V.S. hadden er baat bij dat de huidige ontwikkelingen behouden bleven : een ‘indruk’ van vooruitgang voor de vrede wekken, een ‘indruk’ dat met de Palestijnen rekening wordt gehouden, terwijl de bondgenoot (Israël dus) meester blijft. Waarschijnlijk zal Washington er heel wat voor over hebben om de ‘indruk’ te blijven wekken dat er werkelijk iets gebeurt.

Er bestaat geen twijfel over de objectieven van Likoed. Een maximale controle over de situatie in het algemeen met zo weinig mogelijk toegevingen. Dit wil zeggen een voor de buitenwereld aanvaardbaar minimumniveau aan autonomie voor de Palestijnen. Maar ook dit is al te ver voor z’n nationalistische en religieus-fundamentalistische kiezers. Voor hen is een beperkte autonomie ook een nederlaag. Want zelfs de eilandjes-autonomie gaat precies over het religieus kerngebied, het door ‘allah beloofde land’: Nabloes, Bethlehem, Ramalah, Hebron, Jeruzalem….

Indien er echter voor de Palestijnen niks positiefs meer te gebeuren staat is dit vredesproces onhoudbaar, en meteen ook de positie van Arafat.

Alternatief ?

Want het is wel duidelijk dat, indien het proces zich niet kan ontwikkelen, er bij de Palestijnen nieuwe vormen van verzet zullen naar boven komen. Het is maar de vraag of Arafat een tweede intifada-golf kan ‘overleven’ laat staan, dat hij ze zou kunnen leiden.

Een nieuwe opstand zal in eerste instantie de repressie vanwege Israël vergroten. Wat op korte termijn zal leiden tot etnische zuiveringen. Deze zijn nu feitelijk al bezig: het beleid van aankoop van huizen in Jeruzalem bijvoorbeeld, het inreisver-gunningsbeleid voor Palestijnen naar Jerusalem….

Er is geen andere keuze dan een uitbreiding van de Palestijnse bevoegdheden en autonomie. Ofwel gaat het betrekkelijk snel (een drietal jaren) ofwel tracht Israël het zolang mogelijk uit te stellen. De kans dat er dan nog veel bloed zal vloeien, dat er veel ellende en miserie zal volgen is dan huizenhoog groot.

De buitenwereld moet op de situatie inspelen. Kunnen we de V.S.-regering voldoende beïnvloeden om een positieve rol te spelen? Kunnen we de Europese Unie uit haar rol van toeschouwer halen?

GS Dit gesprekje had plaats op 10.06.96