Preventieve gezondheidszorg in Cuba

Caraïben      7

In april bracht ik een bezoek van 3 weken aan Cuba om er de mogelijke samenwerking tussen de Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidskunde (Universiteit Gent) en meer bepaald de Afdeling Arbeids- en Milieugezondheidskunde van deze vakgroep en Cubaanse instellingen werkzaam op deze gebieden te bespreken. Ik werd er ontvangen door het “Instituto de Medicina del Trabajo” (IMT) (Instituut voor Arbeidsgeneeskunde) in Havana dat een intensief programma van bezoeken, voordrachten, lessen en discussies organiseerde in Havana en in Santiago de Cuba. Alhoewel de nadruk van het bezoek op de arbeidsgeneeskunde lag kwam ook door bezoeken en discussies het algemene kader van het openbare (preventieve) gezondheidstoezicht aan bod.

Openbare gezondheid in Cuba

Decentrale instelling hiervoor is het goed uitgebouwde “Instituto Nacional de Higiena, Epidemiologiay Microbiologia” (INHEM) in Havana. Kleinere, maar toch nog behoorlijk omvangrijke centra in de overige provincies, en met dezelfde opdrachten, bestrijken het ganse grondgebied. Het gehele netwerk is een onderdeel van het Ministeria de Salud Publica (Ministerie voor Volksgezondheid). Enkele vermeldenswaardige problemen van volksgezondheid die tijdens onze bezoeken aan deze instellingen aan bod kwamen waren de zorgwekkende toestand in oud-Havana en de bewaking van de drinkwaterkwaliteit.

In oud-Havana blijken vele “gezond-heidsindicatoren” (b.v. levensverwachting, zuigelingen-en moedersterfte) slechter te scoren dan het gemiddelde voor heel Cuba. Via een onlangs opgestart uitgebreid medisch-sociaal onderzoek wordt gepoogd een beter inzicht te krijgen om het beleid aangaande de remediering van deze “sociale ongelijkheid tegenover ziekte en dood”. De vorsers van het INHEM zoeken internationale wetenschappelijke samenwerking met onderzoekscentra met ervaring op dit gebied en vroegen mij uit te kijken naar mogelijke geïntere-seerden in België. De Vakgroep Huisartsgeneeskunde van de RUG heeft een gelijkaardige gezondheidsongelijkheid in Gent vastgesteld en is geïntereseerd in verder contact.

Een ander project van het INHEM waarvoor het internationale samenwerking en steun zoekt, betreft het opzetten van een systeem van afstandsonderwijs (ev. via internet) voor epidemiologie voor Latijns-Amerika. In een continent waar de afstanden enorm zijn en de economische middelen schaars zou dit een prachtig instrument zijn om de kennis te verbreiden betreffende een discipline die essentieel is voor de bevordering van de volksgezondheid. De vakgroep Maatschappelijke Gezondheidskunde van de RUG en het Instituut

Verenigde Staten

Eisenhouwer, Kennedy, Johnson, Ford, Carter, Reagan, Bush, Clinton… “maak u geen zorgen. Fidel Castro kan iedere minuut vallen”. Een tekening van Mike Peters verschenen in de Dayton

voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen zijn in samenwerking voor dit project geïntereseerd. De huidige economische toestand vormt een mogelijke bedreiging voor de kwaliteit van het drinkwater. Door allerlei redenen wordt de leidingwatervoorziening geregeld onderbroken. Op zulke ogenblikken bestaat het gevaar dat door negatieve druk in de leidingen bezoedeld afvalwater opgezogen wordt met alle gevaar voor infecties vandien. Een geïntensiveerd toezicht op de kwaliteit van het drinkwater door de instituten voor hygiëne, heeft tot nu toe de problemen kunnen vermijden of waar ze zich voordeden in de kiem smoren.

Bedrijfsgezondheidszorg

Dit was het hoofdthema van het bezoek. In dit kader werden enkele bedrijven en bedrijfsmedische diensten bezocht en hadden intensieve besprekingen plaats in het IMT in Havana.

In de bezochte bedrijven viel op dat de huidige economische situatie geen reden is om de gezondheidsbescherming op de werkplaats te verwaarlozen. Wel zijn er onvoldoende persoonlijke beschermingsmiddelen zoals veiligheidsschoenen, maskers en oordoppen. Men probeert hieraan tegemoet te komen door het beperken van de blootstellingsduur aan de schadelijke factoren en door een verscherpt medisch toezicht, desnoods met eenvoudige methodes die getuigen van veel creativiteit en gezond verstand. Wat in de bezochte werkplaatsen opviel was het ontspannen werkritme en de zichtbare arbeids-voldoening.

Cuba heeft een goed uitgebouwd netwerk van bedrijfsgezondheidszorg: op elke werkplek is er een medische dienst met minstens één arts. In totaal zijner ongeveer 2000 bedrijfsartsen. Ter vergelijking: in België zijn er ongeveer 800 bedrijfsartsen, voor een ongeveer even talrijke bevolking.

In tegenstelling tot België hebben de artsen in deze diensten echter weinig of geen specifieke opleiding in de Arbeidsgeneeskunde genoten. Het “Instituto de Medicina del Trabajo” (IMT) (Instituut voor Arbeidsgeneeskunde) in Havana, probeert hier iets aan te doen door het aanbieden van een éénjarige post-graduaat opleiding en diverse korte zomercursussen en hoopt in de nabije toekomst een volwaardige specialistenopleiding uit te bouwen.

Het IMT is nog vrij behoorlijk uitgerust met apparatuur voor metingen van gezondheidsbedreigende factoren in het arbeidsmilieu en beschikt over talrijk en competent personeel. Hun belangrijkste probleem lijkt momenteel de moeilijke toegang tot recente wetenschappelijke informatie. Sinds 1985 konden zij geen enkel nieuw boek meer aankopen en werden de abonnnementen op buitenlandse tijdschriften gestopt. Elektronische wetenschappelijke informatiebronnen die de laatste jaren een enorme ontwikkeling kennen hebben zij uiteraard niet. Deze situatie is niet alleen uiterst nadelig voor het onderwijs maar ook voor de andere functie van het IMT: het wetenschappelijk onderzoek, de adviesfunctie t.a.v. het beleid en de bedrijfsartsen en de klinische activiteit (diagnose en behandeling van beroepsziekten). Daarenboven heeft dit instituut het menselijk potentieel om (zoals trouwens voor de gezondheidszorg in het algemeen) een leidende rol te spelen voor heel Latijns-Amerika.

Tijdens het bezoek werden de mogelijkheden om aan bovengenoemde problemen tegemoet te komen besproken. Eén van de mogelijkheden zou het ALFA-programma van de Europese Commissie kunnen zijn. Dit programma vereist samenwerking tussen minstens 3 Europese (door de RUG te contacteren) en 2 Latijns-Amerikaanse partners (door het IMT in Havana aan te zoeken). Gesteld dat dergelijk project lukt (er zijn altijd meer gegadigden dan geroepenen voor dergelijke programma’s) dan zou dit ten vroegste volgend jaar ingaan.

Daarom biedt de Afd. Arbeids- en Milieugezondheidskunde van de RUG nu al (beperkte) hulp binnen de bestaande (ook hier beperkte) mogelijkheden door het opsturen van wetenschappelijke documenten. De hulp van VREDE voor de aankoop van didactisch materiaal voor het IMT zou dan ook uiterst welkom zijn.

De politieke betekenis van de arbeidsgeneeskunde

Alhoewel de arbeidsgeneeskunde reeds in de oudheid en in de renaissance prille aanzetten kende is het vooral sinds de tweede helft van de 19de eeuw dat vooruitstrevende medici zich, gelijklopend met de strijd van de arbeids-beweging, hebben ingezet voor de gezondheid van de werknemers.

Tussen beide wereldoorlogen is bij de leiding van een aantal multinationale ondernemingen (b.v. Philips, Unilever) het besef gegroeid dat investeren in de gezondheid van de werknemers op lange termijn meer rendeert dan het voordeel op korte termijn van ongezonde (en goedkopere) arbeidsomstandigheden. Dit leidde tot het oprichten van bedrijfs-medische diensten in deze ondernemingen.

Na de tweede wereldoorlog waren vooral de vakbonden vragende partij voor de bedrijfsgezondheidsdiensten die in een reeks Europese landen veralgemeend werden (in België pas vanaf 1968). Ook Oost-Europa kende een veralgemeende bedrijfsgezondheidszorg met in elk land een groot onderzoeksinstituut. Grote instituten in het westen werden enkel in Zweden, Finland en de VS opgericht. Dit laatste “National Institute of Occupational Health and Safety (NIOSH)” groeide in de jaren zeventig uit tot het grootste en meest gezaghebbende van zijn soort.

Met het Reaganisme, Thatcherisme en andere neo-liberalismen krijgt het streven naar korte termijn maximale winst echter weer de bovenhand. De deregulering inzake reglementering op de arbeidsbescherming past volledig in dit kader. Eén voorbeeld hiervan was de afschaffing van de bevoegdheid van de arbeidsinspectie in de kleine bedrijven door de Reagan-administratie. In hetzelfde kader past de wereldwijde afbraak van de mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de arbeidsgeneeskunde. Zo kregen in de laatste jaren de Zweedse, Finse en Oost-Europese instituten zware besparingen te slikken en werden de speciale fondsen voor arbeidsge-zondheidkundig wetenschappelijk onderzoek in Frankrijk en Nederland gewoon afgeschaft. De klap op de vuurpijl kwam er vorig jaar: de republikeinse meerderheid in het Amerikaanse kongres besliste dat het NIOSH door een jaarlijkse imkrimping van het budget met 25%, na 4 jaar moet ophouden te bestaan! Wellicht zijn deze ontwikkelingen en hun politieke betekenis in de arbeidersbeweging nog onvoldoende doorgedrongen.

Onze steun aan het IMT in Havana moet in deze brede context gesitueerd worden. U kunt hiertoe uw steentje bijdragen door deelname aan de barbecue op 29 juni en/of storting op rekening van VREDE met de vermelding “Arbeidsgeneeskunde Cuba”.

Michel Vanhoorne

De V.S. trekken brevet in van een van de piloten die het Cubaans luchtruim schonden

De Amerikaanse autoriteiten hebben op 16/5 bekend gemaakt dat zij aan de piloot José Basulto, leider van een Cubaanse oppositiegroep in Miami, het vliegbrevet hebben ontnomen.

Als reden wordt opgegeven het uitvoeren van twee illegale vluchten in het luchtruim van Cuba waarbij één eindigde met de dood van vier deelnemers.

De federale administratie voor de Amerikaanse luchtvaart wijst er op dat

het om de operaties gaat die uitgevoerd werden op 13 juli 1995 en 24 februari 1996.

Dit standpunt is dus volledig in tegenspraak met de verklaringen van de Amerikaanse overheid voor de Veiligheidsraad van de V.N. waarin beweerd werd dat het door de Cubanen neergehaalde vliegtuig zich niet in het Cubaanse luchtruim bevond, (ads)

Canada pikt V.S.-sanctiepolitiek tegen Cuba niet

Canada zal tegenmaatregelen nemen tegen de Amerikaanse wetgeving die vreemde ondernemingen wil straffen voor hun transacties met Cuba.

De Canadese minister van buitenlandse zaken, Lloyd Axworthy, noemde dit het “begin van een kettingreactie om samen met andere landen een collectief antwoord te geven op het wetsvoorstel Helms-Burton”. Deze wet geeft Amerikaanse ondernemingen en burgers het recht om buitenlandse bedrijven een proces aan te doen indien deze handelen met, of winst maken via Cubaanse eigendommen die door Castro werden genationaliseerd. Bovendien kan Washington topmensen van dergelijke bedrijven de toegang tot het land ontzeggen.

De Canadese maatregelen voorzien de mogelijkheid dat gedupeerde Canadese ondernemingen de bedragen van V.S.-boetes voor Canadese rechtbanken terug kunnen vorderen. Aangezien vele Amerikaanse bedrijven eigendommen in Canada hebben, lijkt dit antwoord wel realistisch.

Het ligt in de bedoeling van de Canadese beleidsmensen dat Clinton van z’n wettelijk recht gebruikt maakt om landen van deze Helms-Burton-maatregelen te vrijwaren. Tot 16 juli heeft Clinton de tijd om dergelijk initiatief aan te kondigen.

De basis voor deze scherpe houding ligt dus voornamelijk in het niet-aanvaarden van de extra-territoriale toepassing van de nationale V.S.-wetgeving, aangezien dit een inbreuk is op de souvereiniteit van elk land.