Meebetalen aan oorlog

Voor de vuist

Waarom wordt er zo veel geld uitgegeven aan oorlog en bewapening? In plaats van oplossingen zien we op T.V. vooral dood, tranen en vernieling. Kan dat geld niet beter worden gebruikt voor positieve doeleinden? Waar komt het geld vandaan? Juist: van de belastingbetaler.

Dorothee Söl Ie zegt het gevat: “In werkelijkheid zijn wij de deelnemers aan de bewapening. Wij betalen de waanzin. Wij dulden hem. Wij kiezen de mensen die dit cirkus gaande houden. Wij, de onschuldige belastingbetalende burger; maken onderdeel uit van een moordzuchtig systeem. Door dit systeem in stand te houden, laten we de armen in de wereld verrekken. Als we werkelijk vrede willen, moeten we daar beginnen waar we zijn. We moeten zelf wat ondernemen!”

De organisatie VRAK (AKtie VRedesbelasting) heeft berekend dat iedereen in België in 1993 “gemiddeld” minstens 13.000 F per persoon aan militaire defensie heeft betaald. Berekend als procent van ons belastinggeld (federaal niveau, inkomsten- en indirecte belastingen) is dit minstens 11,4%. En dit is een minimumschatting, want een aantal kosten worden geheim gehouden. Hoe zij aan dit schokkende percentage komen kan men narekenen met het V-biljet van VRAK. En men kan er ook mee berekenen wat de eigen bijdrage van ieder gezin aan de militaire waanzin is.

Is het nog te verantwoorden dat een deel van het belastinggeld wordt gebruikt voor het leger, oorlog en bewapening? Nog niet zo lang geleden konden mannen in België gedwongen worden door de militaire dienstplicht om zelf fysiek mee te werken aan het leger, dus om zelf rechtstreeks medeplichtig te worden aan het doden van andere mensen. Dat konden velen niet doen : het ging totaal in tegen hun geweten. Na een lange strijd werd in 1964 eindelijk het recht op gewetensbezwaar tegen militaire dienst wettelijk erkend en kwam er de mogelijkheid om in geweten te kiezen voor een alternatieve burgerdienst in plaats van legerdienst.

Het geld wordt dan gebruikt voor:

  1. studie van niet-militaire verdediging en geweldvrije conflictoplossing,
  2. vorming van de bevolking in het algemeen en van de ambtenaren in het bijzonder in civiele weerbaarheid,
  3. vorming van een civiel vredeskorps voor geweldvrije conflictoplossing in België en in de wereld,
  4. bevordering van de mensenrechten,
  5. bevordering van ontwapening,

De fysieke dienstplicht is in België gelukkig sinds kort afgeschaft. Maar de fiscale dienstplicht blijft, omdat we een beroepsleger onderhouden. En een leger blijft een leger, alle humanitaire oogverblinding ten spijt. In 1994 kostten de Belgische blauwhelmen minder dan 5 % van het budget van het ministerie van defensie en ook minder dan 5 % van het totale aantal manschappen. En wat gebeurt er met de andere 95 %? Waarom zouden blauwhelmen trouwens per se militairen moeten zijn?

Stel U zich eens voor dat er een statuut zou bestaan voor gewetensbezwaarden tegen fiscale militaire dienst. Dan kunnen ieder jaar opnieuw miljoenen Belgen in geweten oordelen of ze nog kunnen betalen voor het leger. Ze kunnen dan aankruisen op hun belastingaangifte dat het percentage van hun belastinggeld dat nu voor militaire uitgaven wordt besteed, niet voor het leger maar voor vredesdoeleinden moet worden gebruikt.

Zo’n statuut bestaat nog niet, maar zo’n droom van een wetsvoorstel is sinds 1985 bij elk nieuw parlement ingediend. De laatste keer tekenden senatoren uit zes partijen (SP, Agalev, CVP, VU, Ecolo, PSC) een wetsvoorstel tot erkenning van het gewetensbezwaar tegen de militaire bestemming van belastinggeld en tot oprichting van een vredesbelastingfonds (wetsvoorstel nr 1368 van 17 maart 1995). Dit wetsvoorstel werd door deze senatoren ingediend in samenwerking met VRAK: (Aktie Vredesbelasting). Deze beweging heeft als motto: “Geen geld voor geweld” en ijvert sinds 1983 voor de erkenning van het fiscale gewetensbezwaar tegen de militaire bestemming van belastinggeld.

Binnenkort zal het wetsvoorstel opnieuw worden ingediend in de Kamer en/of de Senaat. Mensen die een dergelijk wetsvoorstel willen steunen, kunnen hun volksvertegenwoordiger of senator daarover bellen, aanspreken of een brief schrijven. Voor bijkomende informatie, materiaal en adressen kan men steeds terecht bij VRAK, van Elewijckstraat 35, 1050 Brussel, Tel. (02) 648 75 83, Fax(02)640 07 74.

Dirk Panhuis