Pijn, armoede en onrecht
hadden zich hemelhoog opgehoopt
de maat was vol
er werd gezegd
dat men eindelijk recht moest eisen.

(Uittreksel uit een Chileense ballade, 1907, die de mijnwerkersstaking in Iquique verhaalt waarbij meer dan 2000 weerloze mijnwerkers werden neer-gemaaid door het leger, in dienst van het mijnpatronaat.)

17 december 1969: om een einde te maken aan de uitbuiting van het Chileense Volk en de nood van miljoenen Chilenen hebben in Chili zes partijen een verbond gesloten, de Unitad Popular. Dit volksfront bestaat uit de communistische Partij, de Socialistische Partij, de Radicale Partij, de Sociaal-Democratische Partij, de A.P.I. dit is een vereniging van progressief getinte partijlozen en de M.A.P.U., een scheurpartij van de Democracia Christiana. Hun gemeenschappelijk programma is een aanklacht tegen de buitenlandse monopolies en tegen de inlandse oligarchie. Het biedt de Chilenen de kans om langs democratische weg, met vreedzame middelen een revolutionaire ommekeer in de maatschappelijke verhoudingen te bewerkstelligen.

Wanneer op 4/9/1970 de kandidaat van het linkse volksfront, Salvador Allende, als president van Chili wordt verkozen staat de Unitad Popular voor een zware taak. Zij heeft geen meerderheid in Kamer en Senaat (88 leden UP tegen 112 oppositie) zodat iedere hervorming waarvoor het parlement moet tussenkomen zodanig moet uitgekiend worden dat een deel van de oppositie de voorstellen van de Allendeploeg kan steunen. De sociale tegenstellingen zijn enorm groot: 17 % van de aandeelhouders beschikken over 78 % van het aandeelkapitaal. De grootste aandeelhouders (nog geen half procent) controleren twee derde van de productie. Chili is rijk aan grondstoffen. Haar bodem bergt ca. 25 % van de wereldkoperreserves waaruit de Verenigde staten 62 % van hun koper halen. De opbrengst komt niet ten goede aan de bevolking vermits bijna 50 % van het kapitaal van de dertig grootste ondernemingen in Chili in handen zijn van buitenlandse concerns, zodat ten tijde van het Frei-regime 43% van de bevolking ondervoed is en 30% van de gezinnen moet leven van een inkomen onder het levensminimum.

De nationalisatie van de kopermijnen

Een van de grote uitdagingen bestaat in het nationaliseren van de mijnbouw. De mijnbouw is de hoeksteen van de Chileense economie, de mineralen vertegenwoordigen ruim 80% van Chili’s totale exportwaarde waarvan de koperwinning het leeuwenaandeel heeft. De UP verwezenlijkt de nationa-lisaties na een grondwetsherziening waarbij de vergoeding van de onteigende goederen voorzien is voor een periode van dertig jaar, via jaarlijkse belastingen met een interest van 3%.

De nationalisaties worden in de koperindustie het meest doorgedreven. De enorme koperwinsten moeten dienen om de arbeidsomstandigheden in de mijnen te verbeteren en de lonen van de arbeiders op een leefbaar niveau te brengen. De landbouwhervormingen, degelijk onderwijs en gezondheidszorg voor de bevolking kosten handenvol geld. Er zijn deviezen nodig om de buitenlandse handel te bekostigen. De Chileense mijnarbeiders slagen erin de mijnproductie van koper op peil te houden

Koperproductie in Chili in 1.000 ton

19691970197119721973
398461468720700

(bron: Britannica)

Tarwe productie Chili in 1.000 ton

gem. ’48-’52gem. ’61-’65.196819691970197119721973
9281.0821.1961.2041.3071.3681.195747
Bron: Britannica

Het succes van deze cijfers komt ten volle tot zijn recht wanneer men weet dat het Amerikaans grootkapitaal de laatste jaren voor het aantreden van de  regering Allende een productiepolitiek op korte termijn aanhield: geringe investeringen, herleiden van de stocks tot een minimum. Directe sabotage tijdens de nationalisaties zijn niet te onderschatten: Amerikaanse kaders en ingenieurs verlaten Chili en nemen geologische plannen mee alsook de resultaten van hun research. Ten tijde van de machtsovername van Allende daalt echter de koperprijs van 75 centavos naar 48 centavos voor een pond waardoor de verhoopte inkomsten niet worden bereikt. Het Amerikaanse koperconcern Kennecott wiens bedrijf genationaliseerd wordt roept op tot koperboycot en zet regeringen onder druk om de koperleveringen vanuit Chili in beslag te nemen.

Landbouwhervormingen

Evenzo in de landbouwsector gaat de regering Allende tot hervormingen over. Akker en weideland bevinden zich voor 80% in handen van 4.2% van de bevolking, kapitaalkrachtige groepen die de uitbating van hun uitgestrekte landerijen overlaten aan mayor domo’s die hetzij het landgoed verpachten, hetzij werkgever spelen voor een onderbetaald proletariaat. De regering van Allende laat er dan ook geen gras over groeien. Gedurende de eerste veertien maanden van haar bewind worden bijna 3 miljoen ha onteigend voor een geheel van 1.550 latifundia. In dit proces participeren de landbouwers: de landbouwhervorming gebeurt in de provinciale raden van de landbou-wersraad die de lijsten opstellen van de gronden die voor onteigening in aanmerking komen. De overheid die instaat voor technische hulpen kredietverlening voert geen enkel plan uit dat niet door het gekozen beheersorgaan wordt goedgekeurd.

De landbouwproductie onder de vorige regering was een ramp. Alhoewel 26% van de bevolking tot de lanbouwsector behoort is de bijdrage van de lanbouw in het bruto nationaal product slechts 6% en tonen deze cijfers de onmogelijkheid van het systeem van de latifundia om in de productiebehoeften te voorzien. De massale hervormingen brengen in de eerste overgangsperiode een productievermindering teweeg. De reactionaire krachten maken hiervan gretig gebruikom een tegencampagne te voeren die onzekerheid moet brengen in de rangen van kleine en vooral middelgrote eigenaars. Zij bewapenen zich en voeren hun producten naar de zwarte markt of smokkelen naar het buitenland. Ondanks deze sabotage slagen de Chileense boeren erin om hun graanproductie op peil te houden. (zie bovenstaande tabel)

Wanneer in 1973 een langdurige droogte de oogst bijna halveert krijgt het regime Allende een zware klap. De meestal internationale banken geven daarenboven geen enkel krediet om graan in het buitenland aan te kopen.

De wurggreep van het internationaal kapitaal

Bij het aantreden van president Allende worden de kredietlijnen van de Wereldbank en de Interamerikaanse Bank aan Chili stopgezet. Kortlopende kredieten die Chili kreeg van Amerikaanse privébanken worden geschorst.In zijn toespraak voor de VN in december in 1972 haalt president Allende dan ook zwaar uit naar de VS: “……… het bewijst dat de Internationale Organisaties van hun eigenlijk doel verwijderd worden. Het is moreel en juridisch ontoelaatbaar zich als instrument van de politiek van een land te laten gebruiken, hoe machtig dit ook is, om een zwak land uit te buiten. Dit betekent een volk straffen doordat het de rijkdom van zijn eigen bodem niet weer in zijn bezit mag nemen. Dit betekent inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van dat land. Dat is het wat wij verstaan onder imperialistische politiek”.

De lakeien van het grootkapitaal slaan toe

Ondanks internationale solidariteit en daadwerkelijke hulp vanuit Cuba en de Sovjetunie kan het tij niet gekeerd. Via een efficiënte financieel-economische blokkade, de truckerstaking in 1972, gefinanceerd door Amerikaanse dollars, die heel Chili gedurende 40 dagen plat legt, met de media in handen van reactionaire krachten en de CIA, werkt de vijfde kolonne aan de voorbereiding van de militaire putch.

Op 11 september 1973 slaat de fascistische militaire junta toe. Met bommen en pantservoertuigen vermoordt zij president Allende en begint een verschrikkelijke repressie tegen het Chileense volk. Een regime van massavervolging en uitroeiing van alle democratische krachten wordt gekenmerkt door opsluiting, deportatie en moord van arbeiders en boeren, aanhangers van de UP en linkse christenen. Zij zal tegen cultuur, leraars, artsen, studenten, vrouwen en kinderen, een fascistisch regime opzetten. De Chileense dichter Pablo Neruda verwoordt het in zijn gedicht “De Satrapen” (eigen vertaling):

Satrapen, duizendmaal verkocht
verkopers ook, gedreven
door de wolven van New York.

Dollar-vretende machines,
bevlekt door het offer
van het geslachtofferde volk,
geprostitueerde winkeliers
van brood en lucht uit Amerika
moordende modderpoel, bende
van pooiers
mét geen andere wet dan foltering
en honger waarmee gij het volk geselt.

Chili, “het stille Vietnam”, gaat nu een periode in van antifascistisch verzet zoals in Europa ten tijde van het nazisme. Het UP is niet dood. “De geschiedenis behoort ons toe , het zijn de volkeren die ze maken”, President Allende, 11 september 1973.

M J Vanmol

Bronnen:

Front tegen Front.

Chili vandaag, P. Devers, 1972

Chile, ein Schwarzbuch, 1974