Amerikaans pokerspel in Centraal-Azië

Onlangs konden we via de media vernemen dat de VS zich niet langer verzetten tegen de aanleg van de trans-Iraanse gaspijplijn van 3.200 km, die het gas van Turkmenistan naar Turkije en Europa moet transporteren. De kostprijs van deze gasleiding bedraagt zowat 1,6 miljard US-dollar. Deze pijplijn zou voor Iran zeer voordelig zijn. Daarom wil Teheran het gedeelte dat over zijn grondgebied gaat, met eigen middelen bekostigen. Iran kan op die manier transitkosten innen en eventueel via deze gaslijn haar eigen gasproductie vervoeren.

Men kan verbaasd zijn over de VS-beslissing, als men weet dat Washington haar politiek van dubbele indijking tegenover Bagdad en Teheran zeker niet heeft opgegeven, en dat ze tevens volhardt in haar strategie om het Iraanse regime te beschuldigen van internationaal terrorisme en het veroorzaken van wanorde in het buitenland. De VS-woordvoerders hebben dan ook de nodige uitleg verstrekt om hun dubbelzinnige houding te verklaren. De VS wensen in hun edelmoedigheid de economische ontwikkeling van deze ex-Sovjetrepublieken in Centraal-Azië te ondersteunen. De aanleg van deze pijpleiding moet men volgens Washington in dit perspectief plaatsen. Met andere woorden, wanneer het om de VS-be-langen op wereldschaal gaat, kan het VS-optreden soms tegenstrijdig overkomen, en eigenaardige kronkels maken. Het Midden-Oosten is ook een regio waar de VS-politiek soms nogal dubieus is, waar Washington zich inspant om haar geprivilegieerde steun aan Israël te verzoenen met haar strategische economische belangen in de omliggende Arabische landen. Men kan zich de vraag stellen hoe ze deze tegenstrijdigheden in het buitenlands beleid beheren. Wat de VS-politiek wel kenmerkt, omdat het een vast bestanddeel ervan vormt, is de vaste wil om de wereldpolitiek te domineren en te bepalen. Hun optreden wordt dan ook bepaald volgens concrete situaties, de publieke opinie, perscampagnes, het gewicht van de lobby’s, de geestesgesteldheid in het VS-congres en de senaat. Maar ook volgens reeds lang uitgewerkte plannen in de bestaande regeringsinstellingen.

Het VS-beleid krijgt vorm volgens geplanifieerde doelstellingen; waar ijverig aan gewerkt wordt door het State Department (buitenlandse zaken) en de verschillende diensten van de Nationale Veiligheidsraad. Het is op dit niveau dat de grote oriëntaties worden uitgedokterd.

Zo is er het Wolfovits-rapport, naar de naam van de gewezen onderstaatssecretaris van landsverdediging in de Bush-administratie, over het beleid in de periode na de koude oorlog. Hierin staat dat de belangrijkste doelstelling van de VS het verhinderen is dat een nieuwe supermacht, of het nu Rusland, de EU of Japan weze, naast de VS zou ontstaan. Wie een dergelijke lijn wil toepassen zal wel rekening moeten houden met onvoorziene ontwikkelingen en crisissen.

Dat heeft men kunnen vaststellen tijdens de voorbije crisis in Turkije, waar de Amerikanen aardig hun steentje hebben bijgedragen om de islamitische Refah-partij van Erbakan van de regeringsmacht te verwijderen. In Afghanistan hebben ze daarentegen de Taliban rijkelijk gesteund, teneinde dankzij deze extreme fundamentalisten een link tot stand te brengen tussen Pakistan en hun troetelkind in de Centraal-Aziatische regio, Turkmenistan, dat zeer grote voorraden olie en gas bezit, en waar de Amerikaanse olieconcerns reeds belangrijke concessies verworven hebben. Een gelijkaardig politiek pokerspel wordt ook nu in Afrika opgevoerd. Meer bepaald in ex-Zaïre zien we dat de VS in verlenging van haar optreden in Oeganda en Rwanda haar greep op Cen-traal-Afrika verder uitbouwt. Mobutu, eens het instrument van de VS, wordt zonder schroom naar de schroothoop verwezen, en wordt vervangen door Kabila.

Bij het uitstippelen van de politieke strategie heeft de VS-leiding steeds de neiging de uitkomst van haar beoogde doelstelling te schematiseren. Tijdens de periode van de koude oorlog, hadden de VS het concept om twee en een halve oorlog tegelijkertijd te kunnen voeren. D.w.z. een oorlog tegen China, een tweede tegen de toenmalige Sovjetunie, en de mogelijkheid betrokken te geraken bij een eventueel gewapend lokaal of regionaal conflict. Tijdens het presidentschap van Richard Nixon heeft men dit concept gewijzigd. Men hield van dan af rekening met één oorlog en een gebeurlijk klein conflict op lokaal of regionaal vlak. De VS gingen ervan uit dat door de tegenstelling tussen de Sovjetunie en China, ze niet tegelijkertijd deze twee landen zouden moeten trotseren bij een gebeurlijk gewapend conflict. De regeerperiode van Nixon kenmerkt zich door de strategische thesis dat de VS geconfronteerd zouden kunnen worden met eventueel twee in omvang beperkte oorlogen.

De recente conceptwijziging in het buitenlands beleid naar het indijken van een mogelijke nieuwe supermacht, is te verklaren door de veranderingen die zich op wereldvlak hebben voltrokken. Eerst hebben we de implosie van de Sovjetunie en het socialistische wereldsysteem. De radicale verzwakking van Rusland, waaraan de VS discreet maar effectief haar steentje bijdraagt, kan dan een conflict met mondiale repercussies met Moskou uitsluiten. China zet de laatste jaren alles op een versnelde economische groei. Een gewapend conflict met Peking lijkt ook niet voor de hand te liggen. Er is de afschrikking omwille van haar enorm arsenaal aan kernwapens, en bovendien is China zo groot, met een ontzaglijk aantal inwoners, dat een oorlog met conventionele wapens niet te winnen valt. Bijgevolg blijft er alleen de hypothese van een nieuw soort Golfoorlog, of gebeurlijk gelijktijdig twee van deze regionale oorlogen. Om hieraan het hoofd te kunnen bieden is het voor de VS van wezenlijk belang zelf met militaire macht hun zones met vitale belangen in de verschillende werelddelen te beveiligen.

Hoe past de VS nu dergelijke strategie toe in het Midden-Oosten?

De VS-verantwoordelijken geven grif toe dat hun optreden alleen ingegeven wordt om de staat Israël te beschermen, maar dat ze in de regio ook andere permanente economische en politieke belangen hebben. Als waarnemer moet men toch vaststellen dat wanneer deze VS-belangen in tegenstrijd komen met Israël, de verbondenheid met Israël de voorkeur krijgt.

Nochtans kan men de strategische geografische ligging van het Midden-Oosten niet uit het oog verliezen. Het Midden-Oosten ligt op het kruispunt van Europa met Afrika en Azië. Deze regio heeft 60% van de gekende olie-en gasvoorraden van onze planeet, waardoor het voor de VS – wil ze haar hegemonie verder kunnen zetten – van kapitaal belang is.

Zo hebben we kunnen vaststellen dat tijdens de Golfoorlog, de VS rechtstreeks en onrechtstreeks de ganse regio onder hun controle hebben gebracht. De Noord-Amerikaanse minister van defensie onder Bush, Dick Cheney, verklaarde in 1992 voor een Congrescommissie dat het zenden van een VS-troepenmacht naar Saoedi-Arabië als antwoord op de Iraakse invasie in Koeweit, moest leiden naar een militaire aanwezigheid die van blijvende aard zal zijn. De Amerikaanse troepen zijn er nóg steeds, en niets laat voorzien dat ze binnen afzienbare tijd terug worden getrokken. Washington heeft er een militaire macht geïnstalleerd, een militaire infrastructuur uitgebouwd die haar in staat stelt – wanneer het haar uitkomt – gelijk welke militaire operatie te ondernemen, o.a. tegen Irak. Deze militaire installatie kan ook op ieder moment versterkt worden vanuit de VS door het inleggen van een luchtbrug. Dergelijke scenario’s van conflictsituaties zijn reeds uitgewerkt en ingeoefend.

De VS kunnen het Midden-Oosten maar op een vlekkeloze manier onder hun controle brengen, op voorwaarde dat ze niet geconfronteerd worden met of in vraag gesteld worden door de aanwezigheid van een andere militaire macht in de regio. Dit probleem stelt zich maar in verband met twee staten in het Midden-Oosten : Irak en Iran. Beiden hebben in het verleden aangetoond dat ze over belangrijke strijdkrachten beschikken. Het gevaar situeert zich tweeërlei. Mochten Bagdad en Teheran het huidige evenwicht in de regio in vraag stellen, door eventueel druk uit te oefenen op de petroleum-Emiraten, of door een van deze Emiraten onder hun hoede te brengen, dan stelt men meteen ook de VS-hegemonie in deze regio in vraag. De VS zijn bijgevolg resoluut vastbesloten om hun onderwerpingspolitiek tegenover Irak, via de VN, door te zetten. Dit geschiedt ten koste van duizenden doden door ontbering of door de kapotgemaakte gezondheidszorg. Deze VS-politiek heeft daarbij nog het “voordeel” ook tegemoet te komen aan de bezorgdheid van Israël. Tegelijkertijd willen ze door hun optreden hun waakzaamheid tegenover Iran duidelijk maken.

Hoe kan men in deze omstandigheden een zinnige verklaring voor het VS-ak-koord over de trans-lraanse pijpleiding vinden?

In de mondiale strategie heeft zich een nieuwe prioriteit op de voorgrond gewerkt. Boris Jeltsin wordt met woord en schouderklopjes gesteund in de hoop dat hij op z’n stoel zal kunnen blijven zitten. Hij is immers zeer inschikkelijk voor de VS-politiek. Maar Washington volgt zeer methodisch een lijn om Rusland te verzwakken, teneinde te verhinderen dat Rusland zou kunnen terugkeren als supermacht. Dit verklaart ten dele de steunverklaringen van Washington aan het nationalisme in Cen-traal-Azië, omdat men aldus op termijn de Russische aanwezigheid in deze staten wil elimineren. Daarbij komt nog dat deze Centraal-Aziatische staten een rijke voorraad olie en gas hebben, en op de tweede plaats komen naast de olievelden van het Midden-Oosten. Dit houdt meteen in dat ze een belangrijke plaats innemen in de Amerikaanse buitenlandse politiek met het doel er economische belangen te vestigen en uit te bouwen.

Bij het uitstippelen van het beleid voor Centraal-Azië houdt men ook rekening met de imperatieven van de politiek ten opzichte van China. Washington heeft niet de bedoeling China te omsluiten. Door de uitgestrektheid van dit land lijkt dergelijk oogpunt niet realistisch, en daarenboven streven verschillende Chinese grensstaten, zoals India of bepaalde Zuid-Oost-Aziatische landen ernaar hun betrekkingen met Peking te verbeteren. We moeten er van uitgaan dat de VS wel alles op alles zullen willen zetten om de eventuele uitbreiding van de Chinese invloed in te dijken. Tevens vreest men in Washington het ontstaan van een onafhankelijke economische Aziatische zone. Deze vrees berust op het essentiële economisch en strategisch belang van de regio voor de VS. Om het hierboven beschreven beeld te bereiken willen de VS zelf een inbreuk plegen op de eigen politiek van isolering van Iran.

De trans-lraanse pijpleiding is ook van belang voor de economische ontwikkeling van de partners van de VS in de regio. Want het is op haar bondgenootschap met Turkije dat Washington rekent om dit alles gemakkelijker te kunnen realiseren. Dit land heeft door haar taal en historische ontwikkelingen in het gebied, een zekere verbondenheid met de meeste Centraal-Aziatische landen. Dat is dan ook een van de redenen waarom de VS het Turkse leger gesteund hebben om Erbakan opzij te schuiven, hij was met name voor de VS te onvoorspelbaar. En zoals ik hierboven al zei moeten de Taliban de toegang tot de Turkmeense olie- en gas-velden helpen vergemakkelijken. In deze context moet men, volgens mij, ook de talrijke gewelddadige incidenten zien, die zich de laatste tijd voordoen in de Chinese provincie Sinkiang tussen de Turkstalige Ouïgour moslims en de Chinese overheid. Het betreft een gebied dat een grens vormt met de voormalige Centraal-Aziatische ex-Sovjetrepublieken Oezbekistan en Kazachstan. De VS-diplomatie is ook niet bepaald inactief om de spanning aan te wakkeren tussen bepaalde krachten van de Ouïgourgemeenschap en het gezag in Peking.

De VS pokeren alleen maar met hun eigen kaarten, in de hoop op die manier de partij te winnen.

Antoine Uytterhaeghe