Op initiatief van de Belgische Minister van Buitenlandse Zaken, Eric Derycke, werd in juni een conferentie in Brussel gehouden over de problematiek van de anti-persoonsmijn. Het werd een onverwacht groot succes.
Uiteindelijk hebben 98 landen het protocol van Brussel ondertekend waarin ze deze kleine landmijn willen verbieden. U weet waarschijnlijk nog dat op initiatief van het parlement België het eerste land werd dat de productie, aankoop, verkoop en doorvoer van de anti-persoonsmijn verbood. Later kwam daar ook het verbod op stockage bij. Sindsdien heeft de Belgische diplomatie actief dit terrein bewerkt en samen met Canada, en ook Oostenrijk, is België een ware voortrekker om deze problematiek aan te pakken. Vorig jaar kwam er in Canada een beweging op gang van landen die politieke druk wil uitoefenen om de anti-persoonsmijn te verbieden. Brussel was een belangrijke tussenstap naar een wereldwijd verdrag. Binnenkort is er nog een bijeenkomst in Oslo.
Een reeks gekende productielanden hebben zich aangesloten bij de ‘Verklaring van Brussel’. Een aantal anderen ook niet. Landen die de anti-persoonsmijn blijven zien als een essentieel onderdeel in hun militaire defensie zijn o.m. Finland, Rusland, China. De Verenigde Staten ook, maar die lijken nu in augustus het geweer van schouder te veranderen. “If you can’t beat them, join them”(1), moet blijkbaar het Pentagon gedacht hebben. Want er schuilen inderdaad grote adders onder het Amerikaanse gras. Het Pentagon wil met name uitzonderingen in het verdrag zien opgenomen. De andere landen opteren kennelijk voor een iets principiëlere houding. De uitzonderingen die Washington zeker wil laten vastleggen betreffen enerzijds Korea en anderzijds het leggen van anti-persoonsmijnen gemengd tussen anti-tankmijnen.
De Koreaanse uitzondering kadert in de algemene Amerikaans militaire strategie om via het leggen van mijnenvelden een Noord-Koreaanse invasie in Zuid-Korea te vertragen. Nochtans krijgen we ook hier dissidentie. Een voormalig bevelhebber van de VS-troepen in Zuid-Korea, generaal James Hollingsworth, is nu van oordeel dat dergelijk gebruik naar een ramp zou leiden, met vele onnodige slachtoffers in de eigen rangen. De tweede uitzondering die het Pentagon wil invoeren, zou een bestaande clausule in het huidig ontwerpverdrag verder uitbreiden. Hierin wordt met name gespecificeerd in welke duidelijk afgelijnde omstandigheden anti-tankmijnvelden kunnen “beschermd” worden door anti-persoonsmijnen. Washington wil hier verder gaan om de huidige installaties te kunnen blijven gebruiken waarmee mijnen, anti-tank en anti-persoons door mekaar, vanuit de lucht worden gedropt.
Als de V.S. hun uitzonderingen zouden kunnen doen aanvaarden dan zullen ook andere deelnemers hun agendapunten willen gerealiseerd zien. Een algehele uitholling van het verdrag over anti-persoonsmijnen is dan zeker het resultaat.
(1)”als je ze niet kan verslaan, sluit je dan bij hen aan” |