De Amerikaanse dans voor de lege V.N.-kas

Verenigde Naties

De V.S. spelt graag de V.N. de les hoe ze efficiënter moet werken en beter haar werkingsmiddelen beheren. Op iedere V.N.-bijeenkomst of op internationale conferenties wil ze de eerste viool spelen. In de V.N.-veiligheidsraad moet het naar haar zin gaan.

Bij het aanduiden van de V.N.-secretaris-generaal moet het de man van haar keuze zijn; dat heeft Boutros Ghali aan de lijve ondervonden. Kortom de V.S. wil in de Verenigde Naties de hoofdrol spelen, maar vergeet – of wil niet – haar financiële bijdrage te betalen.

Deze gang van zaken stoot steeds meer bij vele lidstaten op onbegrip. Zo heeft de Europese Unie bij monde van de Nederlandse diplomaat J. Berteling erop aangedrongen dat de V.S. hun schuld bij de Verenigde Naties moeten inlossen. Washington betaalt al geruime tijd geen contributie met de bewering dat de V.N. eerst maatregelen moet treffen tegen verspilling. Men kan zich bij deze gang van zaken de vraag stellen hoe een internationale organisatie efficiënt kan werken als de grootste bijdragebetaler zijn financiële verplichtingen niet honoreert ? En bovendien nog het lef heeft om het beleid te dicteren ?

Door het niet betalen van haar bijdrage geeft ze andere wanbetalers een soort excuus om voor de een of andere reden dit slechte voorbeeld te volgen. Toen in 1980 de V.S. voor het eerst niet aan haar financiële engagementen voldeed, waren er zes landen die niet aan de stemmingen van de Algemene Vergadering mochten deelnemen wegens 2 jaar achterstand van betaling van hun contributie. In het voorbije jaar waren het er reeds 27, dit jaar is de club wanbetalers aangegroeid tot 47. Dergelijke ontwikkeling maakt het voor de V.N. zeer moeilijk werken om de haar gestelde opgave naar behoren uit te voeren.

De bijdrage van de V.S. is goed voor driekwart van het reguliere V.N.-budget, en voor de helft van de peacekeeping-kosten. Bij achterstallige of niet-betaling kan men het ganse V.N.-apparaat lam leggen en in diskrediet brengen, met alle desastreuze gevolgen die we reeds kunnen vaststellen.

De V.S.-schuld aan de V.N. bedraagt 1,3 miljard $. Haar schuld bij de Wereldgezondheidsorganisatie, W.H.O., is 40 miljoen $, bij de F.A.O., wereldvoedselorganisatie, staat ze 95 miljoen $ in het krijt. Bij de Wereldbank staat Washington voor 200 miljoen $ in het rood. Verder moet ze meer dan 200 miljoen $ aan Aziatische en Latijns-Amerikaanse regionale ontwikkelingsbanken, en 66 miljoen $ aan de Afrikaanse Ontwikkelingsbank. Ze heeft reeds voor 160 miljoen aan achterstallige betalingen voor de toegezegde bijdrage in het Global Environmental Facility programma, dat op de milieutop in Rio werd aangenomen. Verder zijn er nog de achterstallen bijdeO.E.S.O. (Organisatievoor Europese Samenwerking en Ontwikkeling) en de W.T.O. (Wereldhandelsorganisatie).

Dit lijkt fors op een gewilde koers. Schuilt er misschien een wapen in om de rest van de wereld naar haar pijpen te laten dansen ?

Met 1/3 van de wereldeconomie onder haar controle is de V.S. in staat haar woede te koelen op internationale organisaties en ze desnoods lam te leggen, of als het haar zou passen ze te vernietigen.

Washington stelt voor de V.N.-bijdrage te verlagen van 25 naar 20% van de V.N.-begroting, en in de kosten voor de vredesoperaties wil ze zakken van 30 naar 25%. Deze beoogde vermindering werd reeds door het V.S.-congres vastgelegd.

Wanneer deze eisen ingewilligd worden, dan wordt de werking van de V.N. ingeperkt, wordt ze vleugellam en geraakt ze meer en meer in diskrediet. Is dit een gepland objectief van de V.S.-politiek?

Het resultaat is in elk geval dat de V.N. in de ogen van de internationale publieke opinie gediskrediteerd wordt. Tegelijkertijd merkt men dan dat taken van “ordehandhaving of humanitaire opdrachten” toevertrouwd worden aan militaire organisaties, als een soort uitzendbureau, en waar de V.S.  de leiding heeft. Zo verkrijgt men voor zichzelf in de ogen van de wereld de rol van de goede Samaritaan, en versterkt men zijn hegemonistische positie tegenover de rest van de wereld. Door V.N.-opdrachten aan derden, concreet gezegd de NAVO, toe te vertrouwen, geeft men deze militaire organisaties een bredere basis om de noodzaak van haar bestaan te rechtvaardigen. Meteen verwerft de NAVO ook het recht overal als een politiemacht van het rijke noorden te mogen ingezet worden waar hun belangen in gevaar komen, en dit alles onder een humanitaire vlag.

In een globaliserende wereld zullen we zeer alert moeten zijn voor de problemen die op ons afkomen, zoals de noodzakelijke economische herverdeling, de sociale vangnetten, het vrijwaren van de arbeidsplaatsen, de voedselproblematiek, het beschermen van het leefmilieu, de gezondheid van de mensen op onze planeet, en dergelijke meer.

Dergelijke taak kan men alleen maar meester wanneer men beschikt over goed werkende democratische organisaties en structuren die niet afhankelijk zijn van de goede wil van een van de grootste lidstaten. Daarom is het noodzakelijk dat de V.S. en andere wanbetalers hun achterstallen betalen, maar tevens dat ze de verplichtingen als lid van de V.N. en andere organisaties respecteren.

Onze minister van buitenlandse zaken, Eric Derijcke, kan hier een concrete bijdrage leveren, door er bij zijn Amerikaanse ambtscollega, Madeleine Albright, op aan te dringen dat haar land eindelijk de verplichtingen nakomt, en haar laat verstaan dat het niet volstaat om met een rode hoed door Europa en de wereld te wandelen om de wereldproblemen op te lossen. Aan een wandelende V.S.-hoed hebben we niets, maar ja onder een hoed kan men zijn ware gedachten zeer goed verstoppen.

Antoine Uytterhaeghe 15.03.97