De inzet van de vredesbeweging (deel 3): “De agressie-oorlog in Vietnam”

40 jaar Vrede

De inmenging van de VS in Vietnam dateert al van tijdens de Franse kolonisatie toen de VS garant stonden voor het merendeel van de oorlogsuitgaven van Frankrijk. Na de Franse nederlaag in Vietnam en de ondertekening van de akkoorden van Genève in 1954, zouden de Amerikanen definitief verwikkeld geraken in het conflict. Nog onder het bewind van Eisenhower beginnen de voorbereidingen voor een massale interventie om het dictatoriale regime van Diem te steunen. Miljoenen landarbeiders werden opgesloten om te worden heropgevoed in de beruchte “Nieuwe Leven-Gehuchten”.

Tegen het Zuid-Vietnamees regime bindt het Nationaal Bevrijdingsfront (NBF) en de Forces Armées Populaires de Liberation (FAPL) de strijd aan. In 1958 begint de “zuiveringsoperatie” door de troepen van Diem met medewerking van Amerikaanse adviseurs. Hun aantal stijgt voortdurend. In 1959 zijn het er 2000, in december 1960 al 3000 verspreid over 57 militaire basissen. Het NBF roept de bevolking op om het regime van Diem omver te werpen en de Amerikanen uit Vietnam te verjagen.

In 1961 begint de Amerikaanse luchtmacht met ontbladeringsacties in het zuiden van Vietnam. Op 2 november 1963 wordt Diem geëxecuteerd en in zijn plaats komt er een nieuwe marionet van de USA.

Ondanks de machtsontplooiing loopt het voor de Amerikanen uit de hand. Na de beruchte Tonkin-resolutie in de Amerikaanse senaat eind 1964, krijgt president Johnson de vrije hand om de opstand in Vietnam met alle mogelijke middelen neer te slaan. Al in juli 1964 waarschuwt de BUVV voor de zeer ontvlambare situatie. Ze klaagt de bestendige inmenging van de VS in de binnenlandse aangelegenheden van Zuid-Vietnam, Laos en Cambodja aan. De BUVV (Belgische Unie voor de Vrede, voorloper van Vrede vzw) verzoekt de Belgische regering zich los te maken van de huidige politiek van de VS.

Op 4 maart 1967 wordt een eerste grote Belgische Vietnammanifestatie gepland: “ze wordt georganiseerd door personaliteiten met uiteenlopende meningen, zelfs over de oorzaken en ontwikkeling van de oorlog in Vietnam. Maar deze brachten de moed op zich te verenigen rondom concrete doelstellingen die een einde kunnen maken aan het onmenselijk conflict”. Onder de ondertekenaars van de oproep bevinden zich prominenten uit alle religieuze, politieke, culturele en levensbeschouwelijke strekkingen, waaronder kardinaal Cardijn, de ministers van staat  C. Huysmansen H. Rolin, een hele reeks parlementairen (vooral socialisten) en socialistische vakbondsleiders.

Uit deze manifestatie vloeit de oprichting voort van het nationaal Comité onder voorzitterschap van Henri Rolin.

In februari 1968 raakt bekend dat het Pentagon het gebruik van atoomwapens overweegt. Op 2 maart 1968 scharen zich naar schatting 20.000 mensen achter de ordewoorden ‘Vrede in Vietnam’ in een nieuwe nationale manifestatie.

Met het oog op de parlementsverkiezingen die in het voorjaar van 1968 plaatsvinden, stelt de BUVV een memorandum op “voor een vredespolitiek die in aanmerking komt om opgenomen te worden in het programma van de nieuwe regering”. De BUVV meent dat België door het feit dat Brussel de hoofdstad van de Europese gemeenschap aan het worden is, goed geplaatst is om een politiek te voeren van vrede, ontwapening en ontspanning: “België moet een duidelijker standpunt innemen t.o.v. de oorlog in Vietnam. Noch de drukkingen die het gevolg zijn van ons lidmaatschap van de NAVO, noch het verleden dat ons met de Amerikanen verbindt, mag ons ertoe brengen te pogen een oorlog te rechtvaardigen die door niets te rechtvaardigen is.”

Vietnam doet progressief België bewegen. Op 24 april 1970 vindt te Brussel een nationale Vietnammanifestatie plaats. Naar aanleiding van de Amerikaanse presidentsverkiezingen worden in de scholen, bedrijven en organisaties met succes ‘volksraadplegingen’ georganiseerd. In dezelfde periode onderhouden delegaties van het OCV (Overlegcentrum voor de Vrede) zich eveneens met de toenmalige ministers van buitenlandse zaken Harmei en Van Elslande en hun kabinet. In 1972 volgt er een ‘Vrede voor Vietnam-dag (VVV-dag)’, een betoging met de gekende ordewoorden en het zevenpuntenprogramma van Thi Binh als basis voor een rechtvaardige vrede in Vietnam.

Ter gelegendheid van de achttiende verjaardag van de ondertekening van de Akkoorden van Genève (20 juli 1972) maakt het Vlaamse Comité van de BUVV aan minister Harmei en de pers een memorandum over, waarin er aan wordt herinnerd dat de verkrachting van de akkoorden van Genève door de VS aan de basis ligt van de voortzetting van het conflict in Indochina. De BUVV vraagt “de regering dringend tussen te komen voor de onmiddellijke en voorwaardelijke stopzetting van de bombardementen, de volledige terugtrekking der Amerikaanse troepen en het inzetten van werkelijke onderhandelingen te Parijs op basis van het Zevenpuntenprogramma.”

In 1973 tekent Washington de akkoorden van Parijs waarin de onafhankelijkheid, souvereiniteit en integriteit van Vietnam wordt erkend. In hetzelfde jaar volgt nog een nationale Vietnammanifestatie, waarin de eerbie-diging van de akkoorden en de wederopbouw van Vietnam wordt geëist.

In deze smerige oorlog maakten de VS veelvuldig gebruik van antipersonele wapens. Met uitzondering van de atoombom zouden alle beschikbare moderne vernietigingswapens worden geëxperimenteerd: fragmentatie- en fosforbommen, de superbom, mijnen, napalm, chemische e.a. wapens. Op 17 april 1975 wordt Saigon bevrijd en verlaten de laatste Amerikaanse militairen het land. Op 2 juli 1976 volgt de hereniging van Vietnam in een Socialistische Republiek.

Tijl Van de Putte