De inzet van de vredesbeweging (deel 4): Boter of kanonnen?

Boter aan de galg en kanonnenvlees

Het was in januari 1975 dat de regering Tindemans, na veel touwtrekken tussen verschillende bedrijven en overheden, besloot tot de aankoop van 116 F-16-gevechtsvliegtuigen bij het Amerikaanse bedrijf General Dynamics. Ondanks het protest ging de koop door. Deze beslissing werd echter door de omzeilde publieke opinie als een Pyrrusoverwinning bestempeld.

Tot het einde van de jaren ’50 werd het groot legermateriaal nog voor het merendeel “geleend” van het Amerikaanse leger. Pas in 1961 werd met de eerste grote aankoop gestart. Namelijk deF-104-GStarfightersvan Lockheed. In 1968 werden er maar liefst 88 Mirages (prijsticketje: 6,6 miljard) bij vliegtuigbouwer Dassault besteld. Een klus die – als lopende zaak – nog eventjes snel werd geklaard door de ontslagnemende regering Vanden Boeynants.

Oliecrisis

Na de regeringscrisis kwam er een oliecrisis in 1973. “Het tijdstip is aangebroken, om na de jarenlange voorbereidingen, de Starfighters te vervangen en een basis te leggen voor een Europese luchtvaartindustrie. In 1967 werd daar namelijk een speciale werkgroep voor opgericht en toen werd 1975 als streefdatum inzake dit gebeuren vooropgesteld.

België zou samen met Nederland, Noorwegen en Denemarken een poging ondernemen om tot een consortium (gemeenschappelijkheid van goederen) te komen voor de aankoop van nieuwe gevechtsvliegtuigen, daarom de koop van de eeuw genaamd. Het Franse Dassault, het Zweedse Viggen en het Amerikaanse General Dynamic en Northrop treden met elkaar in competitie om het gemeenschappelijk order te verwerven. De concurrenten laten het zelfs niet na de publieke opinie, via paginagrote advertenties in de dagbladen, te bestoken. Op hetzelfde moment dat de regering besluit de belastingen van de gemeenschap met niet minder dan 44,7 miljard te verhogen, doet het nieuws de ronde dat diezelfde regering overweegt om een nieuwe aankoop van gevechtsvliegtuigen te verwezenlijken. De kosten hiervan worden geraamd op een slordige 33 miljard. In een tijd van oplopende werkloosheidscijfers, gepaard aan toenemende begrotingstekorten, inflatie, stijgende levensduurte enz. zorgt dit voor een nog grotere ontevredenheid onder de bevolking. Die nemen er klaarblijkelijk geen genoegen mee om daarvoor belastingen te dokken.

Protest

Juist met betrekking tot die moeilijke socio-economische situatie, deze voorziene miljardenaankoop en de schone schijn van beloofde compensaties, wil de BUVV trachten de arbeidersbeweging bij deze actie te betrekken. Vrede schrijft in het edito van januari 1975 : “De compensaties zullen met geen cent het bedrag verminderen dat moet betaald worden door de gemeenschap. Zelfs zo de bouw van deze vliegtuigen volledig in ons land zou plaats hebben dan blijft er het feit dat de staat een onproductieve uitgave moet doen van 30 miljard. Het zou in het beste geval slechts aan een tweeduizendtal arbeiders gedurende een tweetal jaren werk verschaffen wat globaal een uitgave van 15a40 miljoen per werkgelegenheid betekent. Dit geld zou beter aan nuttiger projecten kunnen besteed worden waar meer en voor een langere periode werk wordt verschaft. Het komt er dus op aan, ook voor de

arbeidersbeweging, zich niet door de ‘valse beloften van de compensatie’ om de tuin te laten leiden”.

Op 20 oktober 1974 vindt de stafvergadering plaats van het actiecomité ‘Neen aan de 30 miljard’. Tesamen met de CNAPD (Com. nat. d’actions pour la paix et le développemment) beslissen ze op 12 januari 1975 een nationale betoging in te richten. 15.000 manifestanten, meestal jongeren, liepen door de straten van Brussel.

Op 7 juni 1975 beslist de regering 102 Amerikaanse F-16 toestellen aan te kopen.

“(…)Wapenfabrikanten en de Navo hadden al lang besloten dat de Belgische regering de vliegtuigen zou kopen. Door het ontlopen van elk debat over de grond van de zaak heeft de regering haar misprijzen voor de volksvertegenwoordigers en voor het volk zelf wel erg duidelijk gemaakt. We hebben gezien dat een beperkte club van ministers en topleden van de partijen beslissen tegen de wil van anderen in. De actie tegen de 30 miljard heeft aangetoond dat een belangrijk deel van de bevokling gekant is tegen een verdere bewapeningswedloop en tegen een versterking van het leger. Het zou al te naïef zijn van de regering en de politieke partijen als ze zouden denken dat dit verzet nu plots zal wegvallen” (persmededeling van het actiecomité ‘neen aan de 30 miljard’ van 8/6/75).

Tijl Van de Putte