Eerlijkheidshalve

E.U. ontdekt 50 miljard fraude

Commissaris Anita Gradin, bevoegd voor de fraudebestrijding in de Europese Unie, heeft bekend gemaakt dat er in 1996 1,3 miljard ecu (50 miljard frank) fraude werd gepleegd. Het jaar voordien, in 1995 was dit 1,1 miljard ecu. Detotale begroting van de E.U. bedroeg in 1996 z’n 82 miljard ecu (3.280 miljard frank). De fraude slaat op onterecht uigekeerde betalingen, vooral in de landbouw en de regionale steunverlening en is eveneens het resultaat van smokkel, o.m. sigaretten omdat hierop ook vele nationale taksen worden geheven.

De E.U.-commissaris gaat ervan uit dat de lidstaten onvoldoende inspanningen leveren om de fraude tegen Europa op te sporen en drukte zijn bezorgdheid uit over de groeiende greep van de georganiseerde misdaad op de Europese geldstromen.

Op de 4.000 oproepen via het antifraude nummer, dat de commissie destijds in het leven riep, waren er slechts 42 die aanleiding gaven tot een onderzoek, (ads)

Palestijnse zelfbeschikking volgens Israëlische arbeiderspartij

De Israëlische arbeiderspartij heeft tijdens haar Conventie van 14 mei te Tel Aviv het recht van de Palestijnen erkend op “zelfbeschikking” maar met een boel beperkingen. De conventie omschrijft in haar tekst echter dat vooraf over de juiste geografische grenzen van een dergelijke staat, “onder zekere voorwaarden”, zal moeten onderhandeld worden. De eventuele Palestijnse staat zou evenmin over een leger mogen beschikken en in geen geval akkoorden met andere staten dan Israël mogen afsluiten. Israël zou eveneens over het recht moeten beschikken om met zijn vliegtuigen het territorium te overvliegen.

Tegenstander van deze nochtans halfslachtige motie heeft Ehoud Barak, een havik en de toekomstige voorzitter van de Arbeiderspartij, deze uiteindelijk doorgelaten. In zijn omgeving werd gezegd dat hij hiermede ook aan het kamp van de duiven in zijn partij een bloemetje wilde gunnen om zo “de eenheid van de partij te bewaren”. De Palestijnen hebben dus uit die hoek niet veel goeds te verwachten, (ads)

De zoon van de Zuid-Koreaanse president aangehouden voor corruptie

Kim Hyun-chul, de zoon van de Zuid-Koreaanse president Kim Young-sam, werd op 17/5 beschuldigd en aangehouden voor corruptie waarbij een bedrag van 720 miljoen fr. is genoemd. Hyun-chul, zevenendertig jaar, is de lievelingszoon van de president bij wie hij als raadgever was te werk gesteld. Sinds de overwinning van zijn vader in 1992 was hij de man achter de schermen die een parallel financieel systeem had uitgebouwd om de propagandakas van de regeringspartij te spijzen.

Volgens de oppositie zou deze partij tijdens de laatste verkiezingen 30 miljard fr. (dertig maal meer dan de president had toegegeven) hebben uitgegeven waarvan 3,6 miljard door Hyun-chul werden aangebracht. De “kleine president”, zoals men hem noemt, werkte nauw samen met de zakenman Kim-Tae-joon en de adjunct-chef van de nationale veiligheid Kim Ki-sup die bekend staat om zijn repressieve acties.

Deze laatste was betrokken bij het schandaal van het conglomeraat Hanbo waarbij steekpenningen werden ingzet om een failliet van bij de 20 miljard frank te voorkomen. De magistraten hebben nu opnieuw een financiële affaire ontdekt (bij de 4,5 miljard frank) op rekeningen die beheerd werden door de vrienden van de “kleine president”. ParkTae-joon en Kim Ki-sup beschikten hierover op een honderdtal rekeningen vandeknamen. Dit soort systemen werd nochtans voorheen door president Kim Young-sam verboden. Hyun-chul, wiens invloed is gaan dalen na het Hanbo schandaal heeft nog getracht, door processen in te spannen tegen zes parlementairen van de oppositie die hem aanklaagden, het tij te doen keren. Bij de ondervragingen door het parket is hij echter door de knieën gegaan. Of president Kim Young-sam hieruit zijn conclusies trekt en aftreedt of de volgende verkiezingen afwacht. Het is niet uitgesloten dat hij het zelfde lot ondergaat dan zijn voorgangers Roh Taiwo en Chun Too-wohan die beiden, onder zijn presidentschap veroordeeld werden voor de staatsgreep van 1979 en verschillende corruptieschandalen. (ads)

Het leefmilieu van onze planeet gaat er steeds op achteruit, ondanks de formele engagementen die in 1992 in Rio de daneiro werden aangegaan door de politieke leiders van allelanden die de Agenda 21 hebben ondertekend. Waarom blijven onze economieën gericht op de efficiëntie van de productie en de financiële rentabiliteit op korte termijn, en lijken zij niet in staat te denken aan het algemeen belang van de mensheid op lange termijn? Indien de demografische voorspellingen correct blijken, zal de wereldbevolking in 2020 uit ongeveer 8 miljard mensen bestaan. Ondanks de 22 vergaderingen die de G7 sinds haar oprichting in 1975 onder grote mediabelangstelling hebben gehouden, hebben de zeven rijkste en machtigste landen van de wereld aangetoond dat zij structureel niet in staat zijn om te denken aan het welzijn van 8 miljard mensen. Wat hen interesseert is ‘hun’ economische groei, ‘hun’ concurrentievermogen, ‘hun’ rijkdom.

De stelling die hier ontwikkeld wordt, is de volgende: sinds een tweetal decennia onderwerpen de samenlevingen zowel in België als in Italië, in de Verenigde Staten als in Japan, in Frankrijk als in Zuid-Korea zich in verschillende mate meer en meer aan denkbeelden en beleidsvormen die het algemeen belang ondermijnen. Zij hebben de waarden en criteria van de kapitalistische markteconomie exclusief en maatgevend gemaakt voor wat goed, nuttig en noodzakelijk is. Het overwicht van deze denkbeelden en beleidsvormen zorgt ervoor dat de markt aan het winnen is, in het bijzonder de legitieme maar particuliere belangen van de privé-onderneming. De gemeenschap wordt in een verliezerspositie gedrukt.

Ricardo Petrella – in “Het Algemeen belang”

uitgave VVB – Pres-Brussel, 395 fr.