De slag om Jeruzalem gaat verder…

Indrukken uit een bezette stad, 25/10-3/11/96

De algemene Israëlische politiek om Palestijnen uit Jeruzalem te verdrijven valt uiteen in twee categorieën: een eerste door de meerderheid van Palestijnse inwoners van Jerusaiem uit de stad te drijven door diverse methodes. Deze politiek is zo effectief gebleken dat volgens bronnen van de Palestijnse autoriteit alleen nog 50 000 Palestijnen uit Jeruzalem regulier in de stad kunnen wonen.

Ten tweede onderwerpt Israël de Palestijnen die in de stad kunnen blijven aan een politiek van raciale discriminatie, waarbij hen legaal het statuut van permanent verblijfschap wordt toegekend (dit in tegenstelling tot het volledig burgerschap dat de joodse inwoners van de stad genieten), hetzelfde statuut dat aan vreemde inwoners in Jeruzalem wordt toegekend. Palestijnen in Jeruzalem worden op die manier buitenstaanders in hun eigen land en recent is Israël begonnen met de intrekking van het permanente verblijf van Palestijnen uit Jeruzalem.

We geven een beschrijving van de manieren waarop en de mechanismen die Israël gebruikt om Palestijnen met geweld uit de stad te verdrijven, die geïntensiveerd werden door de vroegere Arbeidersregering tegen het einde van haar regeerperiode en die werden verdergezet door de recent verkozen Likudregering.

De vernietigingspolitiek

De Israëli kennen slechts met mondjesmaat bouwvergunningen toe voor Arabische huizen, en vernielt de huizen die zonder vergunning werden gebouwd. Meer dan 1000 Palestijnse huizen werden in Jeruzalem en omgeving vernield sedert het begin van de Intifada in 1987. De Israëlische autoriteiten overwegen nu de bijkomende vernietiging van 2000 Palestijnse huizen en 2550 openbare gebouwen en instellingen. Tussen mei en juni dit jaar kregen 182 Palestijnen in Jeruzalem huisvernietigingsberichten. Het gemeentebestuur van Jeruzalem verplicht alle Palestijnen die een nieuwe bouwvergunning krijgen een verklaring te ondertekenen om hun huis aan niemand anders dan aan de kinderen van de eigenaar te verhuren na zijn voltooiing.

Het afnemen van identiteitskaarten

Israël heeft een politiek aangewend om de permanente ID-kaarten van Palestijnen uit Jeruzalem te herroepen en de hernieuwing van reisdocumenten van Palestijnen uit Jeruzalem die buiten de stadsgrenzen wonen. Momenteel worden de ID-kaarten herroepen van Palestijnen uit Jeruzalem die meer dan zeven jaar buiten het land verbleven hebben. Er worden allerlei voorbereidingen getroffen om de ID-kaarten van Palestijnen uit Jeruzalem die op de Westbank leven in te trekken, op diverse manieren, met inbegrip van conducting censuses in the West-Bank areas surrounding Jeruzalem, door de ziekteverzekering van Palestijnen uit Jeruzalem die in de West-Bank leven in te houden, door de kinderen van die Palestijnen of van Palestijnen die in het buitenland wonen de permanente verblijfsstatus van Jeruzalem te onthouden en door de reisdocumenten van inwoners van Jeruzalem die in het buitenland studeren te weigeren te vernieuwen;

Het aanvallen van heilige Arabische plaatsen

het Israëlische Hoge Gerechtshof heeft onlangs de toestemming gegeven aan een groep leden van een radicale Joodse beweging om het Al-Aqsa-moskee complex binnen te treden. De groep kwam het complex binnen in juli. Israël heeft uitgebreide graafwerken gedaan in de Oude Stad en naast het AlAqsa moskee-comlex en heeft graven blootgelegd naast de Dung Poort van de Oude Stad. Het Palestijnse ministerie van  Informatie  heeft onlangs een rapport vrijgegeven met Israëlische schendingen van Arabische christelijke en moslim heilige plaatsen sedert 1967 onder de titel ‘Heilige plaatsen in het Heilige Jeruzalem’.

Economische discriminatie

40% van Palestijnen uit Jeruzalem leven onder de armoedegrens. 90 % van de stadshandel wordt gevoerd met Israël, terwijl Israël verhindert dat West-Bankproducten de stad binnenkomen. In 1996, oversteeg de handel in Oost-Jeruzalem niet 50 % van de handel van slechts één jaar vooraf, wat handelaars uit Oost-Jeruzalem dwong de stad te verlaten en elders een handel op te zetten. De directeur van de Kamer van Nijverheid zegt dat Israël weigert Oost-Jeruzalem te integreren samen met de rest van de stad als een ontwikkelingszone van hoge prioriteit, die Palestijnse handelaars en business-eigenaars taksverminderingen en investeringssubsidies zou toekennen.

Israël-Palestina

Palestijnen uit Jeruzalem betalen zowat 35% van hun inkomen in taksen aan de overheid, wat 16% aan realty taksen inhoudt, die aan de gemeenteraad van Jeruzalem toegekend worden. In ruil hiervoor ontvangen de Palestijnen slechts 5 % van de voordelen van de gemeente. Daarenboven worden goederen in Oost-Jeruzalem ingevoerd van buitenaf door Israëlische dealers, omdat Israël geen invoervergunningen toekent aan Palestijnse handelaars. De werkloosheid onder de Palestijnen uit Jeruzalem bereikt om en bij de 35 %.

Discriminatie op toeristisch gebied

Israël kent geen hotelbouwvergunningen toe aan ondernemers uit Oost-Jeruzalem; ter vergelijking, vijf aren Arabische grond in Jeruzalem werden aangeslagen voor de bouw van drie hotels in joods bezit. Alle toeristische en archeologische sites in de stad krijgen een apart joods en Israëlisch karakter in folders die verspreid worden en in lezingen die door relevante Israëlische autoriteiten worden gegeven;

Transport

De afsluiting heeft tot een daling van het aantal bussen geleid tussen Jeruzalem en de West-Bank, van 502 tot slechts 73. De busmaatschappijen van Al-lzariyeh, Abu Deis, Ramallah, Heb-ron en Bethlehem hebben de meeste van hun busdiensten moeten stoppen. Het merendeel van de straten is slecht en hebben verlichting nodig; dergelijke diensten worden door het gemeentebestuur van Jeruzalem niet geleverd.

Onderwijs

De regering Netanyahu vatte in augustus 1996 de discussie over onderwijs in Oost-Jeruzalem aan. De vorige Israëlische regering had geweigerd het curriculum dat uitgewerkt werd door de Palestijnse Autoriteit in Jeruzalem te onderrichten. Het is tot nu toe niet geweten welke nieuwe procedures de regering Netanyahu zal nemen tegen de privé-scholen; ze zou hen kunnen beschuldigen van het feit dat ze verbonden zijn met de PA (privé-cholen, in tegenstelling tot scholen die onder het Jordaanse ministerie van Onderwijs vielen vroeger dan de oorlog van 1967, vallen niet onder het gezag van het gemeentebestuur of het Israëlische ministerie van onderwijs). In Jeruzalem zijn er 93 scholen waarvan er 58 privé zijn. Daarenboven zijn er colleges waarvan er drie gesloten zijn op Israëlisch bevel;

Aanvallen op Palestijnse instellingen

De aanvallen op de Palestijnse instellingen in Jeruzalem gaan door en zijn toegenomen onder de nieuwe Israëlische regering. De voorbije augus-tusmaand koppelde Netanyahu de Israëlische militaire terugtrekking uit Hebron aan de sluiting van het Geografisch Centrum van de PA en haar Jeugd- en Sportdepartement in Jeruzalem – beide zijn delen van de Arabische Studie Gemeenschap en niet van de Palestijnse Autoriteit. Alhoewel deze instellingen in augustus gesloten werden, heeft geen terugtrekking uit Hebron plaatsgevonden. Verder verhindert de Israëlische regering bezoeken van internationale delegaties aan het Oriënt House, denken we maar aan de Franse minister van Buitenlandse Zaken Hervé de Charette in oktober laatstleden. Op 9 augustus 1996 bevestigde Netanyahu op een kabinetsbijeenkomst van de Israëlische regering dat de Israëlische regering werk zou maken van de sluiting van alle ‘illegale’ kantoren in Jeruzalem, met inbegrip van het kantoor van Hatem Abdul Qader, lid van de Palestijnse Wetgevende Raad.

Verblijfplaats

Palestijnen uit Jeruzalem die buiten Jeruzalem leven, worden verhinderd de stad binnen te komen door PA-teams en worden gedwongen in zelfbestuur gebieden te wonen. OP die manier wordt hun verblijf in Jeruzalem permanent herroepen.

Zo’n maatregelen zijn de middelen gericht aan de Israëli, ingegeven door de judaïsering van de stad en de vrijmaking van zijn Palestijnse inwoners.

Claudine Huyghe