De strijd om de koningsrol

Bulgarije

Met de implosie van de Sovjetunie stortte de economische structuur en de markt van de comecon-statengemeenschap ineen. De Bulgaarse oppositie kreeg de staatsleiding in handen, echter zonder iets concreets tot stand te kunnen brengen voor de Bulgaarse bevolking. Zodoende kwam de Bulgaarse Socialistische Partij (BSP) terug als sterke politieke groepering. Het lag in haar bedoeling te redden wat er te redden viel van het socialisme. Vraag is of dat nog wel kon. Het antwoord wordt nu door de straat zeer goed duidelijk gemaakt. Het socialisme met zijn sociale verworvenheden is niet, of uiterst moeilijk te handhaven in een interne en externe kapitalistische omgeving, en wanneer de staat zijn eigen economische middelen verkoopt aan de privé-sector.

1992               199419951996 
Bruto BNP ten opzichte van het voorbije jaar 
-7,3%              +1,8%+2,6%-2,5% (raming) 
Werkloosheid   
15,3%             12,8%11,1%13% 
Buitenlandse directe investeringen(miljoenen USdollar) 
51                    220,5105,0? 
Deviezenreserve   
902                 10021236505 
Buitenlandse handel   
1987              198819891990                 19911992
16000             180001600014000               800016000
Buitenlandse schuld   
1992 : + 121 miljard dollar   
schuldenlast is 7% van deexport  
Overzicht van de Bulgaarse economie : periode 1992-96
bron : OESO, economisch bulletin voor Europa

De jonge Jan Videnov, exponent van wat men in het westen de traditionele vleugel van de BSP noemt, werd belast met de regeringsleiding. Z’n prioritaire doelstelling werd het verdedigen van de positieve verworvenheden van het socialistische Bulgarije, en het opkomen voor stabiliteit en gerechtigheid, tegen het wilde, en bij ons zo geprezen, kapitalisme. Men kan Jan Videnov een zekere naïviteit verwijten. En als hij eind december ’96 moest inzien dat hij mislukt was in zijn opzet, en uiteindelijk ontslag nam, staat Bulgarije op de drempel van de hongersnood. Zijn partij, de BSP, heeft meer dan de helft van zijn aanhang verloren. Verlieslatende bedrijven werden open gehouden om te vermijden dat men de werknemers zou moeten ontslaan, (zie onderstaande tabel)

1992                1994                 1995
Bruto BNP ten opzichte van het v
-7,3%           +1,8%           +2,6%
Werkloosheid
15,3%              12,8%               11,1%
Buitenlandse directe investering
51                     220,5                 105,0
Deviezenreserve
902              1002             1236
Buitenlandse handel
1987                1988                 1989
16000              18000               16000
Buitenlandse schuld 1992 :
+ 121 miljard dollar schuldenlast is 7% van de export

Tegen de muntontwaarding voerde de regering Videnov een beleid van prijscontrole. Tijdens de zomer van 1996 werd zo de helft van de prijzen bevroren, met als gevolg dat de inflatie op 31 december meer dan 310% bedroeg. Waar ligt de schuld ?

Wanneer de regeringsleider Jan Videnov en de BSP de schuld voor de ellende van de Bulgaarse bevolking leggen bij bepaalde buitenlandse kringen en het IMF, dan strookt dat voor een zeer groot deel met de waarheid. Het IMF, bij monde van haar vertegenwoordigster in Bulgarije Anne McGuick, dringt steeds aan op snellere privatiseringen, en de sluiting van bedrijven en banken. Het IMF ging over tot het stopzetten van kredieten aan de Bulgaarse regering. Ze eiste de terugbetaling van de achterstallige leningen voor januari. Om aan deze vordering te voldoen zou, volgens Anne McGuick, Bulgarije maar haar goudreserves moeten gebruiken. In november 1996 zond het IMF een van haar bazen, Michael Deppler, naar Sofia, om haar aanspraken kracht bij te zetten.

Deppler legde felle schoktherapieën op, waardoor iedere manoeuvreerruimte van de Nationale Bank werd weggenomen. Het resultaat was en is dat het levensonderhoud van een groot deel van de burgers, en in de eerste plaats van de gepensioneerden en sociaal-uitkeringsgerechtigden, ernstig op de helling gezet wordt. De opgelegde IMF-controle op de uitgaven en op de begroting, brengt honger en onbarmhartigheid en zinloze vernieling van de bestaande sociale infrastructuur. Dit alles voor 900 miljoen US dollar achterstallige terugbetalingen.

Men kan zich afvragen waarom het IMF zich tegenover Bulgarije zo hard opstelt. Is het omdat de Bulgaarse regering Videnov niet vlug genoeg privatiseerde, en hij nog poogde het bestaande sociale vangnet intact te houden ? Men kan aan de BSP-regering een zekere naïviteit verwijten, dat ze nog geloofde de meubels te kunnen redden, wanneer het huis reeds verkocht is. Videnov zou moeten weten dat het IMF en de Wereldbank de promotoren zijn van het wilde kapitalisme, waar geen plaats is voor sociale politiek. Een sociale politiek realiseren was een onhaalbare doelstelling in de huidige economische omgeving : met het einde van de Sovjetunie verdween een exportmarkt voor Bulgarije die goed was voor 2/3 van de uitvoer. Het door de VN opgelegde embargo tegen Joegoslavië deed Bulgarije voor 2 miljoen dollar uitvoer missen. De internationale gemeenschap en haar financiële instellingen boden daarvoor geen compensaties.

Past dit alles ook niet in het slopingswerk van de sociale structuren van de gewezen socialistische landen ? Men kan hier ook de bedenking maken, dat ieder land dat zijn souvereiniteit over z’n muntpolitiek vrijwillig of onvrijwillig opgeeft, aan de basis raakt van z’n economische onafhankelijkheid.

De strijd voor de koningsrol

Bij deze gang van zaken vermeed het samenraapsel van de Bulgaarse oppositie (UDF) openlijk de IMF-maatregelen toe te juichen. Ze zijn de mening toegedaan dat de tijd gunstig voor hen is om de zo begeerde koningsrol op de Bulgaarse politieke Bühne te bezetten, en dan moet men niet al te veel met de vinger wijzen naar de ware schuldigen van de miserabele toestand. Hier kan men zich alleen maar bedienen met populistische retoriek en slogans om de ellende van de burgers electoraal uit te buiten. Wanneer we de beelden van de straatbetogingen bekijken en de bijgeleverde commentaar ontleden, dan stellen we vast dat in deze optochten vele spandoeken in het Engels worden meegedragen. Betogen deze personen tegen het wanbeleid van hun regering, of voor de buitenlandse media ? Om op die manier beter verkoopbare beelden te bezorgen, die bij ons dan beter de weldaden van het wilde kapitalisme moeten aantonen ? Maar de nieuwslezers bij ons zwijgen als een graf over de nefaste opgelegde politiek van het IMF en andere financiële internationale instellingen op het dagelijks leven van de Bulgaarse burgers.

Als de BSP de IMF-controle op uitgaven en budget aanvaardt, dan betekent dit dat ze de reden van bestaan van hun partij opgeven. Het is door de woede van de bevolking dat de Bulgaarse oppositie garen kan spinnen, en naar nieuwe verkiezingen roept. De rege-ringspolitiek van Videnov werd meer en meer uitzichtloos, en het land verzonk steeds dieper in een economisch moeras.

Het in bedrijf houden van de staatsondernemingen voltrok zich via de staatsbanken volgens een door de regering uitgewerkte richtlijn. De bedrijven kregen verder kredieten en werden vrijgesteld van interest en belastingen.

Daardoor verloren steeds meer Bulgaren het vertrouwen in hun nationale munt, de Lev, en zochten hun toevlucht in de dollar, waardoor de Bulgaarse munt verder in waarde daalde.

Door een hoge rente voor beleggingen in Lev in te stellen, hoopte men de bevolking aan de nationale munt te binden, maar gelijktijdig steeg het deficit van de staatskas. De Nationale Bank herfinancierde de andere banken, wat de inflatie deed aanwakkeren. Voor de individuele burger resulteert dit in een snelle verpaupering. Het gemiddelde loon daalde in 1996 tot een tiende. Het volstaat nog niet om de nodige verwarmingskosten te betalen. Men kan stellen dat de Bulgaren door deze ontwikkeling een van de armste volkeren van Europa zijn geworden.

Het land wacht nu een streng regime, met IMF-controle op de munt en het budget. Een politiek die onder welke regering dan ook dreigt te leiden naar zeer turbulente komende maanden. Zelfs gezworen tegenstanders van Videnov geven toe dat zijn motieven eerlijk waren. Het ging hem niet om de macht. Hij moest rekening houden met bepaalde clans in zijn eigen partij, die zonder schaamte hun eigen zaakjes bedreven. Hij moest zich in zijn beleid toch op iets kunnen steunen ? Maar per slot van rekening werd hij ongewild een schakel van de verschrikkelijke maffiosi, die bij het voortbestaaan van een zwakke, corrupte staatseconomie zonder afzetmarkt, direct belang hebben. Logisch dus dat hij botste met diegenen die men als hervormers betitelt in zijn partij, met de technocraten onder de leiders van de staatsondernemingen, en met deze die willen geloven dat de vrije markt betere startkansen aan de Bulgaarse economie zal bieden.

Wat we ook nog steeds missen van de kant van de oppositie, is een duidelijk regeerprogramma om de Bulgaren uit deze miserabele situatie te halen, zonder de sociale infrastructuur die nog werkt – weliswaar onder zeer moeilijke omstandigheden – niet verder te slopen. Wat we ook van hen nog niet gehoord hebben is hun houding tegenover de eisen van het IMF.

Zoals we reeds in dit artikel even hebben vermeld, is wat ze bij ons als de democratische oppositie voorstellen, een samenraapsel van 16 partijen, waaronder de partij van de Turkse minderheid. Ze hebben geen gemeenschappelijk politiek programma. Men kan stellen dat hun coalitie zeer broos is, dat hun gemeenschappelijk optreden maar van tijdelijke aard is. Het komt er voor hen nu alleen op aan de BSP de regeringsmacht te ontnemen, en ze de zwarte piet toe te spelen voor de ellende van de bevolking, zonderde andere actoren die schuld hebben aan deze toestand te betrekken. Als ze erin slagen de BSP van de regering te verdrijven, dan zal het ook vlug gedaan zijn met de coalitie. Dan zal de strijd losbarsten voor de koningsrol op de Bulgaarse scène.

Dergelijke ontwikkeling kan Bulgarije op dit ogenblik best missen. Wat het land nodig heeft is een degelijk economisch programma met sociale inhoud. Daaraan kunnen de zo gewenste verkiezingen van de Unie van Democratische Krachten niets verhelpen.

Men moet antwoorden geven aan de verwachtingen van het volk, want de koningsrol moet men dagelijks verdienen.

Antoine Uytterhaeghe 31.01.97