De Turkse regering en het leger willen geen vrede

Een relaas van het Vredeskonvooi ‘Musa Anter’

Om te protesteren tegen de oorlog in Koerdistan, besluiten een aantal organisaties en individuen uit Turkije, de Koerdische regio en het westen tot de organisatie van een vredestrein. Al gauw blijkt dat het initiatief overal tegenwind krijgt. Een verslag van de trein die nooit reed.

Het opzet lijkt eenvoudig. Een speciale trein, genoemd naar de vermoorde Koerdische schrijver en journalist Musa Anter, zou vertrekken uit Brussel, als Europese hoofdstad. Eindbestemming is Diyarbakir, de niet-officiële hoofdstad van Turks-Koerdistan. Op 1 september vindt daar een groots vredes-feest plaats. De trein zou symbool staan voor de solidariteit tussen het westen, Turkije en Koerdistan. Geen trein dus die rijdt voor de economische, militaire en politieke belangen, maar één die spoort voor humanisme, solidariteit en democratie. Een duidelijke boodschap: het is tijd voor vrede!

Duits veto

Maar hoe nobel de boodschap ook klinkt, hoe zeer de intenties vertolken wat democratisch Europa pretendeert te zijn, in de realiteit komen het gewroet achter de politieke gordijnen en de (economische) belangen om de hoek kijken. Een week voor het geplande vertrek laat de Turkse premier Yilmaz zich zeer negatief uit over het initiatief. Kort daarna komt het duiveltje uit het Duitse doosje: de minister van binnenlandse zaken ontzegt de trein de toegang tot het Duitse grondgebied. Elke niet-Duitse activist die toch de grens wil oversteken zou onmiddellijk worden teruggestuurd. Het dreigement van de minister is opmerkelijk omdat het recht op vrij verkeer van personen wordt over-treden. Hoe dan ook, de Duitse Bundesbahn houdt het voor bekeken en de trein wordt afgelast.

Het Musa Anter buskonvooi

Een vastbesloten kern van vredesactivisten neemt hierop het vliegtuig naar Istanbul om de reis vandaar per bus voort te zetten. Op 31 augustus begeeft zich een karavaan van zeven bussen naar vertekpunt Kadiköy, aan de Aziatische kant van Istanbul, waar we worden toegejuicht door een enthousiaste menigte. Op het hoogtepunt wordt een witte duif, symbool van de vrede, losgelaten. We beseffen dat het vredesinitiatief hoge verwachtingen oproept.

Intimidatie

Al kort na het verlaten van Istanbul blijkt dat leger en politie niet zomaar laten begaan. Voortdurende controles en intimidaties vallen ons te beurt. Hun gedrag is onvoorspelbaar. Wel doorrijden, niet doorrijden. Telkens vergt het veel energie en onderhandelingsvermogen vooraleer we verder kunnen rijden. Ondertussen worden zowel in Diyarbakir als in de rest van het land mensen opgepakt. Buitenlanders die op eigen houtje Diyarbakir proberen te bereiken worden promptteruggestuurd. Politie en leger hebben ongetwijfeld dezelfde berichten ontvangen: honderdduizenden mensen worden in Diyarbakir verwacht. De geplande stop in Adana, een stad aan het Koerdische grensgebied, wordt afgelast wegens rellen met de politie. De controles worden grimmiger en agressiever.

Overal worden bussen met Koerden op weg naar Diyarbakir tegengehouden. We ontmoeten de passagiers van enkele tientallen bussen in Birecik, net voor de rivier de Eufraat. Zij zijn ingesloten door het leger. De ontmoeting verloopt emotioneel. We kunnen hun vrijlating bekomen, maar ze moeten dan wel terugkeren richting Adana. Zelf koesteren we niet veel hoop meer Diyarbakir nog te bereiken. Op één van de bussen is intussen de zoon van Musa Anter opgestapt.

Net voor de middag van de tweede dag bereikt ons het bericht dat ongeveer 100.000 mensen zich in Diyarbakir hebben verzameld. De politie is echter massaal op post en verspreidt de menigte op verschillende plaatsen. In Urfa lijkt het menens. We worden een kazerne van de Özel Tim (een speciale gevechtseenheid) binnengeleid en vastgehouden. De weg is versperd. Er lijkt geen doorkomen meer aan. We zoeken contact met onze ambassades. De reactie van de Belgische ambassade is de minst opbeurende: we moeten beseffen dat we ons inlaten met Turkse interne aangelegenheden (Wat zijn Palestina, Bosnië, Somalië, Irak, Koeweit, Cambodja, etc. dan?) Verschillende ambassades zitten duidelijk verveeld met de zaak, andere – anders dan België – starten een druk diplomatiek overleg met de Turkse autoriteiten. Ondertussen loopt het aantal arrestaties in Diyarbakir op tot meer dan duizend. Op last van de militaire supergouverneur, die almachtig is in deze regio waar de noodtoestand heerst, wordt heel Diyarbakir afgesloten. De burgemeester van de stad, tweede in rij na de gouverneur, laat weten dat we “maar eens eerst in de bergen de vredesboodschap moeten verkondigen”. Belangrijker is evenwel dat hij in het vervolg van zijn reactie voor het eerst impliciet toegeeft dat er een oorlog aan de gang is, dit in tegenstelling met de officiële versie die spreekt over terroristische activiteiten. We zien het als een kleine overwinning.

Groeiende belangstelling

Turkije is in de ban van het vredeskonvooi. In de meeste Turkse media krijgt het vredeskonvooi veel aandacht en zeker niet altijd negatief. De Turkse privézender ATV brengt een opvallend neutraal bericht met uitgebreid beeldmateriaal. De officiële media daarentegen zwijgen als vermoord. Premier Yilmaz laat zich evenwel niet onbetuigd. Volgens hem zijn we geen vredesactivisten, maar “elementen die terreur en verdeeldheid willen zaaien”. De conservatieve pers, zoals de nationalistische krant Turkiye spreekt over “vredes-terroristen”. Ook in het buitenland krijgen we aandacht. Zelfs de Amerikaanse nieuwszender CNN besteedt er een bericht aan. In Duitsland berichten de meeste Duitse kranten er over. Het Europees Parlement reageert op het Turkse optreden.

De terugtocht

Tot onze verwondering kunnen we de kazerne van de Özel Tim verlaten en verderrijden richting Diyarbakir. Maar op 100 km van de Koerdische hoofdstad, ter hoogte van Siverlik, is de weg opnieuw afgesloten, ditmaal door twee pantservoertuigen en verderop door enkele legervoertuigen. Overal staan soldaten opgesteld. Een helikopter cirkelt rond. Het blijft ons verbazen dat zoveel mankracht en middelen in deze kleine karavaan worden geïnvesteerd. Maar eigenlijk vinden we het best zo. De machtsontplooiing zorgt voor extra-publiciteit.

Het wordt een helse terugtocht onder zware politiebegeleiding. We mogen nergens halt houden. Bij een poging in Urfa om toch even te stoppen worden we aangevallen door gewapende dorpswachters en aanhangers van de beruchte fascistische Grijze Wolven. Een Turkse begeleider van de bus loopt een sleutelbeenbreuk op. Alle zijwegen zijn afgesloten. Het hele politieapparaat is op been. De toegang tot de steden Gazi Antep en Adana is eveneens versperd.

Hoewel moe en hongerig is de sfeer best. De voorzitter van HADEP heeft ons laten weten dat de actie alle verwachtingen heeft overtroffen. Niet alleen omwille van de persbelangstelling,’ maar ook omdat het geleid heeft tot een hernieuwde samenwerking met een aantal Turkse organisaties en politieke bewegingen.

Brutaal politieoptreden

Terug in Istanbul krijgen we na 60 uren busrit, eindelijk een bed te zien. De geplande persconferentie de dag nadien in het prestigieuze Pera Palas wordt verboden. We besluiten een informeel persmoment te houden in het Mim-hotel, waar de meeste delegatieleden verblijven. De politie grijpt hardhandig in. Met onnodig veel geweld stormt ze het hotel binnen. Twee delegatieleden raken vrij ernstig gewond en moeten voor verzorging naar het ziekenhuis, anderen krijgen rake klappen, onder wie ook de Britse consul. 24 mensen worden gearresteerd. Het hoofd van de politie, Mehmet Saglar, dreigt ons allen te arresteren. Maar de diplomatieke vertegenwoordigers van Italië, Groot-Brittannië, Frankrijk, Spanje en zelfs Duitsland bemiddelen. We worden weer vrijgelaten op voorwaarde dat we ons rustig houden.

Zelfs de Turkse pers is het er over eens dat het politieoptreden meermaals overdreven was. Bij wijze van voorbeeld een citaat uit Probe, het Magazine van de Turkse economische elite: “Deze vreemdelingen zullen naar huis gaan met een beeld van Turkije dat volkomen overeenstemt met het beeld dat de Koerden van ons land ophangen. Geen vrije meningsuiting, geen bewegingsvrijheid, hardhandig optreden door politie en veiligheidstroepen, kortom, geen vrijheid. (…) De deelnemers aan het MusaAntervredeskonvooi zullen naar huis gaan met bevestigde vermoedens en langdurige bittere herinneringen”.

Ludo De Brabander

Coördinatie “Stop de oorlog tegen het Koerdische volk!”

De Koerden hebben het ongeluk in een gebied te wonen dat om verschillende redenen alsmaar aan belang wint. Ten eerste ligt de regio op een kruispunt van oliedistributie uit het Midden-Oosten en de Kaucasus. Vooral om dit laatste gebied te ontsluiten worden oliepijpleidingen dwars door Koerdisch gebied gepland. Daarnaast spelen militaire belangen, die gedeeltelijk verband houden met het vorige. Een voorbeeld is de tweede golfoorlog toen westerse vliegtuigen gretig gebruik maakten van militaire basissen in Turks-Koerdistan. Het onlangs afgesloten militair samenwerkingsakkoord tussen Israël en Turkije moet verder helpen de belangen van de Verenigde Staten in het Midden-Oosten te vrijwaren. Last, but not least, speelt de rol van water. Turkije werkt met de steun van het westen en de Wereldbank, aan een immens dammenproject. Daarvoor worden hele Koerdische dorpen ontruimd. Irak en Syrië, die aan de benedenloop van de Tigris en de Eufraat liggen, hebben al geprotesteerd. Zij zien het debiet van de rivieren achteruit gaan. Het is roepen in de woestijn. Turkije zet door en krijgt daarvoor alle steun uit het westen.

Rond de gevolgen die deze problematiek heeft voor de Koerdische bevolking werd een coördinatie opgericht om de Belgische publieke opinie en de politieke wereld te informeren over wat er werkelijk gaande is. Tevens ook om druk uit te oefenen opdat daadwerkelijke stappen ondernomen worden om de oorlog tegen de Koerden te stoppen (vb Verbod op wapenhandel met de betrokken landen). Tenslotte wil ze ook een aanzet geven tot mobilisatie en actie ten voordele van een politieke oplossing voor de Koerden.

Platformtekst

Wij vinden dat de Koerden het recht hebben zelf te beslissen over hun eigen toekomst. Daarom eisen wij dat er een einde komt aan de oorlog tegen de Koerden en de schendingen van de volkeren- en mensenrechten. Het westen moet o.m. als dusdanig erkennen dat er in het Koerdische gebied een echte oorlog woedt. Het mag zich daarbij niet langer laten leiden door politieke, economische en militaire belangen. Ondergetekenden wijzen op de belangrijke taak van onze politieke verantwoordelijken binnen de internationale context.

Wij eisen:

dat onze overheid bij alle betrokken partijen aandringt op een volledig respect van de volkeren- en mensenrechten. Dit houdt onder meer in dat standrechtelijke executies, folteringen van gevangenen en de vernietiging van Koerdische dorpen worden stopgezet. Bovendien moeten de economische, culturele en burgerlijke rechten worden gerespecteerd, alsook de garantie op een eerlijke rechtspraak.

– dat er gezocht wordt naar een politieke in plaats van een militaire oplossing van het conflict. De wapenhandel met de landen van de regio moet worden stopgezet. Onze overheid dient bij de internationale gemeenschap alle diplomatieke initiatieven te nemen die leiden naar een staakt-het-vuren en tot onderhandelingen tussen alle betrokken partijen.

U kan deze platformtekst onderschrijven, en eventueel ook een financiële bijdrage leveren op prk nr 000 0956015 80 van Vrede. Wij geven het dan door aan de coördinatie.