“Fundamentalisten zijn vooral gevaarlijk voor andere moslims…”

Auteur Lucas Catherine over de radicale retoriek van moslimfundamentalisten

In de Verenigde Staten is de wet D’Amato nog steeds van kracht, waardoor het fundamentalistische regime in Iran economisch wordt geboycot, omdat het land van de ayatollahs een bolwerk zou zijn van het ‘internationale terrorisme’. In Zuid-Libanon geven de strijders van de fundamentalistische militie Hezbollah hun verzet tegen de Israëlische bezetting niet op. Integendeel, regelmatig delen ze rake klappen uit aan de Israëlische troepen. De Palestijnse fundamentalistische verzetsbeweging Harnas heeft zich met koelbloedige en zeer moorddadige commandoacties in Israël een stevige, radicale reputatie opgebouwd. Op het eerste gezicht zou je dan kunnen denken dat het islamitische fundamentalisme een reactie is tegen de politiek van het westerse imperialisme en zijn belangrijkste bondgenoot in het Midden-Oosten, de staat Israël. Lucas Catherine, auteur van het uitstekende boek ‘Islam voor Ongelovigen’ vindt alvast dat men de fundamentalisten veel te veel eer bewijst door ze als antiimperialisten en radicale tegenstanders van het westen te bestempelen. “Het klopt volgens mij niet dat het fundamentalisme een reactie zou zijn tegen het westerse imperialisme”, zegt hij. “Het oudste fundamentalistische land isSaoedi-Arabië, datin 1932werd gesticht onder het motto “onze grondwet is de koran”. En de Saoedische leiders stonden vanaf het begin in dienst van de Britten (en vandaag van de Verenigde Staten). Wel waren ze gekant tegen de invloed van het Ottomaanse Rijk, tegen andere moslims zou je kunnen stellen. En dat is heel typisch voor de fundamentalisten. Kijk maar naar wat er vandaag in Algerije gebeurt. Volgens sommige bronnen zijn er in dat land, sinds het begin van de moordpartijen van de fundamentalisten 120.000 doden gevallen. Op enkele tientallen uitzonderingen na zijn die slachtoffers allemaal Algerijnen. De fundamentalisten keren zich niet zo zeer tegen het westen, wel tegen de westerse ideeën binnen hun eigen maatschappij. De Algerijnse fundamentalisten hadden het vanaf het begin gemunt op hun ‘binnenlandse vijand’. Ze vermoordden intellectuelen, die ze als de vertalers beschouwden van verderfelijke westerse ideeën, en vrouwen, die zich niet naar hun normen wilden schikken en die voor hen te westers waren.” Volgens Lucas Catherine “is dat een wezenlijk kenmerk van de fundamentalistische beweging”. “De Egyptische moslimbroederschap, de oudste fundamentalistische organisatie, die in 1928 werd opgericht, voerde wel actie tegen Nasser, maar niet tegen de Britten.

Frankfurter Allgemeine Zeitung

Vanaf het begin hebben de fundamentalisten hun strijd geconcentreerd tegen eigen mensen. En dat relativeert de stelling die hier bij ons wel opgang maakt, dat de fundamentalisten zo gevaarlijk zijn. Ze zijn vooral gevaarlijk voor andere moslims. En dat is trouwens de reden waarom westerse regeringen sommige fundamentalisten steunen. De VS steunen de Saoedi’s en de Pakis-tanen, die op hun beurt de fundamentalistische talibanmilitie steunen in Afghanistan.

Het is natuurlijk waar dat de fundamentalisten successen boeken. Om nog eens terug te komen op het voorbeeld Algerije, waar de mensen het oude regime van het FLN (Front de Liberation Nationale) grondig beu waren. Dat regime bood geen oplossingen voor de dagelijkse problemen van de Algerijnen. Als je weet met hoeveel de Algerijnen in een kamertje moeten samenhokken, als je weet hoe veel vlees, brood en suiker er kosten, is het te begrijpen dat er een golf van sympathie ontstond voor het FIS. De redenering was eenvoudig: laatzemaar eens grote kuis houden. En zo kon het FIS de verkiezingen winnen. Wat echter niet betekent dat de fundamentalisten wel oplossingen zouden hebben voor de problemen van de Algerijnen. Ze zullen wel inspelen op een aantal concrete behoeften. Ze gaan bijvoorbeeld wel iets doen aan de hoge prijzen voor schapenvlees of suiker. Door geld dat zij inzamelden of door steun van buitenaf – bijvoorbeeld van Saoedi-Arabië – zijn ze schapenvlees en suiker gaan subsidiëren. En de mensen waren natuurlijk tevreden dat een aantal van hun problemen waren opgelost. Maar als je even gaat kijken welk economisch programma de fundamentalisten hebben, merk je dat er niets is op langere termijn. Kijk even naar Iran, waar de meerderheid van de bevolking er economisch nog altijd even slecht voorstaat als voor de machtsovername door de ayatollahs.

Hetzelfde doet zich voor bij Harnas. De Palestijnse fundamentalisten profiteren ervan dat Yasser Arafat zich heeft laten rollen: de meerderheid van de Palestijnen bestaat nog altijd uit vluchtelingen, de Palestijnen in Israël, op de westelijke Jordaan-oever, in Jeruzalem en de Gazastrook leven nog altijd onder een apartheidssysteem, de mensen in Gaza zitten nog altijd opeengehoopt in krotten, zijn massaal werkloos. En Harnas profiteert ervan, speelt in op zeer concrete noden, maar heeft geen enkel alternatief.

De fundamentalisten profiteren er bovendien ook van dat alle vorige Arabische regimes dictaturen waren. In Algerije had je een dictatoriaal regime, Arafat ontpopt zich vandaag ook al niet als een grote democraat -alhoewel de PLO destijds een van de meest democratische organisaties uit het Midden-Oosten was. Maar deze oude regimes hebben er voor gezorgd dat er geen andere alternatieven waren. Je had aan de ene kant de regimes, aan de andere kant de fundamentalisten, die konden gedijen in het circuit van de moskeeën, de koranscholen en islamitische liefdadigheidsinstellingen. En zo kreeg je een polarisatie: er zijn maar twee mogelijkheden – de dictatuur en de fundamentalisten – een derde weg kreeg nooit enige kans en is er dus voorlopig niet.”

Wim De Neuter