Zwitserland en het gestolen nazigoud

Als besluit van een zeven maanden durend onderzoek waarbij één miljoen bladzijden teksten werden ontrafeld, heeft een Amerikaanse commissie, onder leiding van de historicus William Slany, die onder de verantwoordelijkheid staat van Stuart Eizenstat – onderstaatssecretaris voor handel – in een uit 200 bladzijden bestaand rapport (aangevuld met 200 annexen) bevestigt dat tijdens de tweede wereldoorlog in Zwitserland goud van de Duitse nazi’s werd opgeslagen.

Het zou hier enerzijds gaan om goud, 580 miljard dollar, dat door de Duitse nazi’s in de bezette landen werd gestolen en anderzijds om een bedrag van ruim 400 miljoen dollar dat gestolen werd van privé personen die het slachtoffer werden van de naziterreur. Het rapport wijst er op dat deze informatie gevonden werd in de archieven, o.m. microfilm, van de Duitse Reichsbank.

Het gestolen goud van de privé personen werd samengesmolten met goudstaven vooraleer het naar de Zwitserse banken werd overgebracht. Na de oorlog besloten de geallieerden de ogen te sluiten voor deze kwestie, d.w.z; voor de herkomst van het goud, en besloten 329 ton goud dat in de Zwitserse banken bewaard werd onder elkaar te verdelen. Op dit ogenblik berust er nog 6 ton goud, voor een waarde van 70 miljoen dollar, in de koffers van de federale reserve in New Yorken in Londen omdat geen overeenkomst werd bereikt met Frankrijk, Oostenrijk, Nederland en Italië die nog op een deel van dit goud aanspraak maken. Op de vraag waarom de geallieerden, geleid door de Verenigde Staten, zolang gewacht hebben om van Zwitserland e.a. neutrale landen de volledige teruggave te eisen van al het nazigoud ondanks de aangegane internationale verbintenissen, was het antwoord van de onderstaatssecretaris Eizenstat: “De koude oorlog! Na de objectieven van de oorlogsperiode volgde de noodzaak een geïntegreerd Europa op te bouwen en waren er de imperatieven van de koude oorlog, de oprichting van de NAVO om het Sovjetgevaar tegen te houden. De prioriteiten waren veranderd. Indien de neutrale landen al het goud hadden moeten teruggeven die de nazi’s bij hun opgeslagen hadden dan zouden ze, in ruil, gëeist hebben dat Duitsland zijn schulden betaalt. Wat we ontdekt hebben, voegde de historicus William Slany er aan toe, is dat de koude oorlog ons van veel andere problemen heeft afgewend. We hebben nu ontdekt hoeveel er nog te onderzoeken valt, en wat we nog niet begrepen hebben.” De historicus die reeds vijfentwintig tot dertig jaar de Duitse archieven onderzoekt besloot met volgende bekentenis: “Tot mijn groot spijt hebben we in de jaren 60 en 70 niets begrepen. We zijn niet tot het bot gegaan en hebben we niet de implicaties gevat van wat we onder ogen hebben”.

Het door de nazi’s gestolen goud
Totale waarde van het goud7,5 miljard dollar.
Raming per land in miljoenen actuele dollar.
BELGIË2.453
NEDERLAND1.804
ITALIE704
FRANKRIJK583
OOSTENRIJK506
TSJECHOSLOVAKIJE363
HONGARIJE352
JOEGOSLAVIË275
POLEN176
LUXEMBURG55
Bron: Newsweek – Amerikaanse schatkist. 

De bank “Credit Suisse” beheerde een genummerde rekening van de S.S. tijdens de tweede wereldoorlog

Aan het feuilleton van de nazibezittingen in Zwitserland moet een nieuw verhaal worden toegevoegd. Nieuwe feiten werden bekend gemaakt door het in Zürich verschijnende Duitstalig Zwitsers weekblad “Sonntags Zeitung”.

Volgens deze krant heeft de “Crédit Suisse”, vandaag de tweede grootste Zwitserse bank, tijdens de oorlog een genummerde rekening van de S.S. beheerd en transacties uitgevoerd met een Duitse vereniging die instond voor het beheer van de nazi uitroeiings-kampen.

Het weekblad bekwam deze informatie door een grondige analysie van documenten van vergeten archieven van de ex-DDR die nog nooit door historici onderzocht werden.

“Crédit Suisse” beheerde voor de S.S. de rekening met het nummer 54.941. De verantwoordelijke van nazizijde was een zekere Leo Volk, een S.S.-officier die belast was met de financiële aangelegenheden van de Hitleriaanse elite eenheid.

Volgens een ander document dat het weekblad publiceert zou “Crédit Suisse” nauwe contacten onderhouden hebben met het Deutsche Wirtschaftbetriebe (DWB) dat tot taak had, op economisch vlak, de uitroeiingskampen te beheren. Het D.W.B, was ondergeschikt aan de economische centrale administratie van de S.S. en dus van de belangrijke nazileider Heinrich Himmler.

Het D.W.B, was namelijk belast waardevolle zaken en gouden tanden van de slachtoffers van de holocaust aan de Reichsbank over te maken.

De “Crédit Suisse” zou tevens kredieten aan de D.W.B., namelijk een transactie van 80.000 Zwitserse frank (in de toenmalige waarde) in februari 1945 nog hebben overgemaakt.

“Sonntags Zeitung” vestigt er tevens de aandacht op dat, enkele maanden voor de Duitse nederlaag, nog drie overschrijvingen werden uitgevoerd, d.w.z. op een ogenblik dat de uitroeiing van joden, zigeuners en politieke gevangenen algemeen bekend was.

Reagerende op de informatie van het Duitstalig Zwitsers weekblad heeft de huidige directeur van de “Crédit Suisse” de bekend gemaakte feiten “uiterst betreurenswaardig” genoemd.

Hij verklaarde dat met deze nieuwe elementen zou worden rekening gehouden om de waarheid over deze feiten aan het licht te brengen. De revelaties in de pers, tot heden meestal uit Amerikaanse bronnen, vergroten de druk op de Zwitserse banken om opheldering te geven over hun banden met het naziregime en op Zwitserland zelf dat dit destijds oogluikend heeft toegelaten.

André De Smet

“Soritags Zeitung” wijst er op dat een grondig onderzoek van de archieven van andere Europese landen, in eerste instantie Duitsland, nog heel wat aan het licht kan brengen over de samenwerking tussen de grote Zwitserse banken en het Hitlerregime.

Terecht heeft de Zwitserse volksvertegenwoordiger, Jean Ziegler, er kort geleden nog op gewezen dat de tweede wereldoorlog in 1943 had kunnen eindigen indien de Zwitserse banken niet met de nazi’s hadden samengewerkt.

Bron: “Le Monde” 9/5 en 13/5/97, l’humanite 12/5/97