Het is moeilijk normaal te leven in een abnormale wereld

Turkije

Turkije is lid van de Navo, de Europese Raad, trad vorig jaar toe tot de Europese douane-unie en wil nu ook volwaardig lid worden van de Europese Unie. De Europese ondernemers zijn voor, want ze krijgen zo toegang tot een nieuwe markt zonder barrières. Maar er blijven wel enkele katten te geselen : de strubbelingen rond Cyprus en de brutale repressie tegen de Koerdische bevolking.

NAVO – E.U.

De Turkse regering schuwt geen chantage: “Als Turkije geen volwaardig lid wordt, dan stellen wij ons veto tegen de uitbreiding van de Navo”, verklaarde Tansu Giller, Turks minister van buitenlandse zaken. Of de Europese regeringen plooien voor dergelijke chantage is nog maar zeer de vraag. Vooral Duitsland vreest een massale immigratie als de akkoorden van Schen-gen ook van toepassing zouden worden op Turkije. De Duitse christen-democratie uitte deze vrees achter de uitlating dat “Turkije om religieuze redenen niet tot Europa behoort”.Pauline Green, voorzitster van de socialistische fractie in het Europees parlement, veroordeelde onlangs in scherpe bewoordingen het ontbreken van een democratische oplossing voor de Koerdische kwestie, en stelde dat “wij het respect voor de mensenrechten zullen afdwingen”.

Maar economische en geo-politieke belangen lijken het te halen op religieuze redenen of bezorgdheid om mensenrechten. Minister Maystadt verklaarde tijdens zijn bezoek aan Ankara dat “religieuze of culturele criteria niet mogen meespelen in de al of niet toelating van Turkije tot de Europese Unie. Enkel het begrotingstekort moet wat weggewerkt worden”. De V.S.-diplomatie is heel actief in Brussel om de obstakels weg te werken in het Europees parlement. De Franse president Chirac meent dat kritiek op de mensenrechtensituatie geen hinderpaal mag vormen voor een integratie van Turkije in de Europese unie. Hun redenering is dat een integratie automatisch zal leiden tot meer democratie. Datzelfde liedje zongen ze ook een jaar geleden bij de ratificatie van de douaneunie. Zonder merkbaar resultaat voor de Koerden.

Dreigen de Koerden eens te meer het slachtoffer te worden op het altaar van “mister money and power”? We gingen ter plaatse horen, zien en praten.

Repressie en recuperatie

Diyarbakir is de politiek-culturele hoofdstad van Turks Koerdistan, “Zuidoost-Anatolië” in officiële termen.

Sinds 1987 heerst hier de noodtoestand. De gemeenteraden in de regio zijn wel verkozen maar een militaire supergouverneur zwaait de plak en militairen, politie en veiligheidsdiensten zijn alom tegenwoordig. Turks Koerdistan is de facto een militair bezet gebied. Officieel om de “terroristen van de PKK” te bekampen, maar in de praktijk wordt een bevolking van ettelijke miljoenen geterroriseerd. Officiële regeringstermen spreken van 3000 verbrande en vernielde dorpen en nederzettingen. De Turkse mensenrechtenorganisatie IHD maakt in haar maandelijks rapport gewag van verdwijningen, gevangenhouding zonder proces, foltering en mishandeling, veroordelingen tot lange gevangenisstraffen wegens het houden van bijeenkomsten en manifestaties, of wegens de uitgave van teksten in het Koerdisch. De lijst is te lang om op te noemen.

Elk jaar op 21 maart, de eerste dag van de lente, vieren de Koerden hun nieuwjaarsfeest, Newroz. Na de bloedige confrontaties van de afgelopen jaren, besliste de Turkse regering van taktiek te veranderen. “Newruz” zou van oorsprong een Turks feest zijn, heet het nu, en de Koerdische driekleur (groen, rood, geel) zou oorspronkelijk Turks zijn. “Iedereen kan vandaag het begin van de lente vieren. Nu is het toegelaten”, verklaarde de Turkse regering. Maar intimidaties, provocaties – een spandoek met “wat is het goed Turk te zijn” op een plaats waar bijna uitsluitend Koerden wonen – hardhandig optreden tegen betogers, arrestaties, afdreiging zijn schering en inslag. Naar jaarlijkse gewoonte volgt de repressie in de weken na Newroz, als de journalisten en andere pottenkijkers weg zijn. (…)

Burgerwachten

De Turkse minister van mensenrechten (jawel) geeft toe dat de mensenrechten geschonden worden, maar vindt dit onvermijdelijk om het terrorisme te kunnen bekampen. Volgens hem worden nieuwe dorpen gebouwd en zullen de gevluchte dorpelingen kunnen terugkeren. “Daar hebben wij nog niets van gezien”, zeggen de mensen mij. “Wij worden aan ons lot overgelaten. Trouwens, de weinige nieuwe huizen die gebouwd worden, worden toegewezen aan Koerden die dorpswachter willen spelen. Zij krijgen een goed salaris van de Turkse staat om hen informatie door te spelen. Dikwijls komt dit neer op dorpelingen verklikken.” Het syteem van dorpswachters staat fel ter discussie. Het systeem werd indertijd opgezet om informatie-antennes te hebben binnen de Koerdische gemeenschap. De dorpswachters staan langs twee kanten onder druk : als ze niet genoeg informatie doorspelen, worden ze gesanctioneerd door de Turkse veiligheidsdiensten, en als ze teveel klikken krijgen ze te maken met de PKK. In Lice, een kleine stad nabij Dyarbakir, weigerde de bevolking in januari collectief om dorpswachters aan te duiden. De militairen omsingelden de stad en deze is sindsdien ontoegankelijk voor buitenlandse waarnemers. Turkish Daily News bracht op 17 maart geheime documenten uit van het ministerie van binnenlandse zaken, waaruit o.a. blijkt dat het systeem van dorpswachters niet zal opgegeven worden.

Wapens

De hoop van vele Koerden is gericht op het westen. Turkije wil zich ten allen prijze integreren in de Europese unie, en hun hoop is dat Europa de lat hoog zal leggen, dat een verbetering van de mensenrechtensituatie als voorwaarde wordt gesteld voor een integratie. Maar de wapens die tegen hen gebruikt worden, komen uit datzelfde Europa. Mahmut, een universitairzet de puntjes op de i: “De legervoertuigen en wapens waarmee ze ons terroriseren, worden o.a. geleverd door Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk en de V.S.. Ze hebben mooi praten over mensenrechten en democratie, maar wij zien daar weinig van. De oorsprong van het probleem ligt bij Frankrijk en Groot-Brittannië. Zij hebben na de Eerste Wereldoorlog Koerdistan opgedeeld over vier staten. Vandaag willen de meeste Koerden geen afzonderlijke staat, ze eisen doodsimpel te kunnen samenleven op basis van gelijkheid met alle andere volkeren die op het grondgebied van Turkije leven”. “De Islamitische Refah-partij van Erbakan zit nu meer dan een jaar in de regering, maar het zijn zij niet die het verschil maken. Hij is in Israël een akkoord gaan afsluiten overeen militaire samenwerking en zijn enige antwoord op de Koerdische problematiek is de Koran. Trouwens, de werkelijke macht ligt bij de Nationale Veiligheidsraad, waar de militairen in de meerderheid zitten.(…)

Hoe meer terreur, hoe meer verzet

Hoe verschroeiender de staatsterreur, hoe meer mensen de PKK gaan steunen.

De militaire noodtoestand is voor velen een doorn in het oog. Oorlog voeren kost veel geld en ook heel wat Turkse ondernemers pleiten voor een andere aanpak van de Koerdische kwestie. Je kan nu eenmaal moeilijk zaken doen in een militair bezet gebied. Maar de Turkse generaals houden vooralsnog het been stijf, en schuiven de schuld op de “terroristen van de PKK”. De bevolking moet beschermd worden, dat is althans de officiële uitleg. “Beschermd worden ? Dat is de beste grap van de dag. Als wij schrik hebben is het van de politie, de MIT (Turkse geheime dienst) en het leger. Als we de Turkse strijdkrachten openlijk durven in vraag stellen, krijgen we last. Ze komen bij je binnen, bedreigen, intimideren, arresteren, folteren, doen je verdwijnen of vermoorden je. Het zijn zij die terreur zaaien. In hun ogen is elke Koerd een potentiële PKK-sym-pathisant. Nu, hoe langer ze de mensen hier terroriseren, hoe meer Koerden inderdaad sympathie gaan krijgen voor de guerrilla, maar dat kan je hen maar niet aan het verstand brengen.”

Binnen de Turkse regeringskringen is men zich daar inderdaad wel van bewust, ener gaan regelmatig stemmen op, zelfs binnen het leger, om de Koerdische kwestie anders aan te pakken. Maar de “duiven” binnen het leger worden vooralsnog monddood gemaakt, komen om in mysterieuze ongelukken of worden koelbloedig afgemaakt, officieel door de PKK, maar niemand gelooft dit nog. Ook delen van de Turkse burgerij zijn niet gelukkig met de harde militaire aanpak, want oorlog voeren kost enorm veel geld en de economie lijdt eronder : de op de vlucht gedreven bevolking bewerkt het land niet meer en investeringen in de regio zijn risicovol.

Het separatistisch spook dat door vele Turkse geesten waart, is een fantasme. Niet dat de Koerden geen recht zouden hebben op een eigen staat. Heel wat bevolkingsgroepen die met minder zijn dat 30 miljoen, hebben een eigen staat die heel wat kleiner is dat Koerdistan, en toch economisch leefbaar. De Koerden vragen enkel dat de Turkse militairen en veiligheidsdiensten hen met rust laten, dat ze kunnen terugkeren naar hun dorpen, dat er terug werk komt in de regio, dat ze hun eigen taal kunnen spreken,  hun eigen kranten kunnen lezen, en naar hun eigen tv-zender, Med-tv, kunnen kijken zonder vervolgd te worden.

De verschillende Koerdische organisaties – en er zijn er nogal wat – zijn het althans eens over één punt : er moet onderhandeld worden over een federatief model op zijn Belgisch. Zelfs de meest radicale organisatie, de PKK, heeft al meermaals een eenzijdig staakt-het-vuren afgekondigd en de wil geuit om daarover te discussiëren met de Turkse regering. Vooralsnog zonder resultaat.

Chris Den Hond

Folterpraktijken in de Turkse gevangenis

Turkije verkondigt graag van zichzelf dat ze een democratische rechtsstaat is. Maar de realiteit oogt jammer genoeg heel anders. De Turkse mensenrechtenorganisatie IHD stuurt regelmatig berichten uit over de mensenrechtensituatie in het land. De laatste berichten wijzen er op dat het van kwaad tot erger gaat, spijts alle retoriek. Vooral in Turks-Koerdistan heerst er een echte terreur. Zelfs voormalig minister van mensenrechten, Azimet Koyluoglu, heeft het militaire optreden in Koerdistan als ‘staatsterrorisme’ omschreven. Mehdi Zana, voormalig voorzitter van de Turkse arbeiderspartij en ex-burgermeester van de Koerdische hoofdstad Dyarbakir, brengt in zijn boek, Gevangenis nr. 5. 11 jaar in de Turkse gevangenis, een indringend verhaal over de folterpraktijken in de Turkse gevangenissen, waarvan hij zelf het slachtoffer is geworden. Die tarten elke verbeelding. Heel wat (politieke) gevangenen overleven het niet. Voor velen is hun enige misdaad dat ze het recht op een vrije meningsuiting en (politieke) vereniging opeisen. Mehdi Zana verkeerde in dit geval: “Terwijl ik nooit een gewelddadige actie ondernomen heb, heb ik vijftien jaar van mijn leven in de Turkse gevangenissen doorgebracht omdat ik op een vreedzame wijze ijver voor mijn meningen en voor mijn volk”.

LDB

Mehdi Zana. Gevangenis nr. 5. 11 jaar in de Turkse gevangenis. Brussel, Koerdisch Instituut, 1997, 131 blz. Het boek kan bij Vrede vzw besteld worden tegen de prijs van 350 BEF + 50 BEF portkosten.