Het multi-investeringsakkoord

(MAI multi agreement on investment)

In de populaire mythologie die men ons vertelt is economische globalisering een natuurlijk fenomeen, zoals het afdrijven van continenten. Het is met andere woorden onmogelijk om zich er tegen te verzetten of het te controleren. In werkelijkheid is globalisering het modelleren van economische regels op vooraf geplande institutionele en internationale veranderingen. Deze veranderingen zijn op zich ook weer het resultaat van een ganse reeks internationale akkoorden, zoals GATT/WTO (wereldhandelsorganisatie), NAFTA (Noord-Amerikaanse vrijhandelsassociatie), E.U. (Europese Unie) e.a., die allen de ongereguleerde geld- en goederenstroom promoten.

Ze hollen de regelgevende autoriteit van gekozen organen uit, en dragen deze macht over aan niet te controleren instellingen zoals de Wereldhandelsorganisatie (WTO), de opvolger van GATT (General Agreement on Tariffs and Trade). Virtueel is het waarschijnlijk gevaarlijkste akkoord nog in discussie bij de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling). Het discussiethema is beter gekend onder de naam MAI (Multi Agreement on Investement), het zogenaamde multi-investeringsakkoord. Met dit akkoord willen de transnationale investeerders het onbeperkte recht en de vrijheid verwerven te verkopen -goederen en bedrijven -, of segmenten van hun economische activiteiten te verplaatsen naar eigen goeddunken.

Om dit te bereiken moet men een ganse reeks van wetten en reglementeringen die vandaag nog van kracht zijn omzeilen, om aldus een vrijbrief te krijgen en door de burgers niet verantwoordelijk kunnen gesteld worden voor de nefaste gevolgen van hun optreden. Men hoopt de gesprekken nog dit jaar te kunnen afronden en ze door de OESO-landen te laten goedkeuren. Eens de instemming van OESO binnen, kunnen de hevigste voorvechters van de MAI, de V.S. en de E.U., deze nieuwe handels- en economische code aan de ontwikkelingslanden en de rest van de wereld opdringen.

De onderhandelingen over dit thema zijn reeds in een gevorderd stadium, maar de publieke opinie in de V.S. en de E.U., worden in onwetendheid gehouden, en hebben er nog niets over gehoord. De officiële handelsexperten behandelen MAI als een topgeheim en confidentieel onderwerp, de media zijn vergeetachtig wat dit onderwerp betreft. Hoe diep zullen de deregulerende tentakels in het economisch en sociaal leven zijn wanneer MAI aangenomen wordt? Welke zullen de opponenten zijn die het vooropgestelde akkoord vanuit de duisternis naar het voetlicht kunnen brengen om er in het openbaar over te debatteren?

Het MAI beoogt de regeringen te verplichten om de buitenlandse investeerders op gelijke voet te behandelen als de lokale maatschappijen. Wetten die dit verhinderen zullen niet meer toegelaten zijn. Onder deze voorwaarden schept men een gunstig klimaat voor de transnationale maatschappijen, een gemakkelijkere en meer rendabele mogelijkheid om hun investeringen, -inclusief hun productie-faciliteiten – te delocaliseren naar lageloonlanden. Gelijktijdig worden deze landen in de onmogelijkheid gesteld nog strategieën te ontwikkelen, die ze in het verleden konden afdwingen van de buitenlandse investeerders, in het belang van hun staatsfinancies en de lokale economie. Inspanningen om de plaatselike economie te ontwikkelen of te ondersteunen door subsidiëring, of vermijden dat de bodemschatten in buitenlandse handen vallen, behoren met MAI tot het verleden. Het opheffen van dergelijke beperkingen zal leiden tot een verscherpte vlucht van arbeidsplaatsen zowel in het noorden als in het zuiden. Met als gevolg een grotere wedijver voor het binnenhalen van investeringen op basis van goedkope arbeidskrachten en soepeler milieuvoorschriften. Het MAI betekent dus een sleutel om de gunstigste investerings-voorwaarden van de regeringen af te kunnen dwingen.

MAI kan aldus het statuut ondergraven van die landen die beperkingen opleggen, of die door middel van subsidies en belastingen de belangen van de lokale economie, handel en sociale vangnetten willen veilig stellen. MAI verbiedt al deze praktijken, waardoor regeringen, als ze het al willen, lam gelegd worden en volledig onderworpen worden aan de economische handelsstrategie van de multinationale groepen.

Het MAI-akkoord betekent ook een sleutelelement voor de strategie van de vlucht naar goedkope-loonregio’s. Een strategie die als gevolg heeft: het verlies van arbeidsplaatsen, stagnatie van inkomens en verdere ontmanteling van de sociale vangnetten in de geïndustrialiseerde wereld. Hierdoor bereikt men meer flexibiliteit, versoepeling van de arbeidswetgeving en ondergraaft men de onderhandelingsbasis van de vakbonden. Men zet de politiekers onder druk om met de beoogde MAI-politiek in te stemmen en deze bij hun kiezersvolk te doen aanvaarden uit vrees dat anders de begeerde investering aan haar neus voorbijgaat.

Indien het MAI-akkoord van kracht wordt kan men het aanwenden om alle bestaande internationale akkoorden en verdragen in vraag te stellen. MAI kan gebruikt worden om de lokale of nationale instanties voor een internationaal tribunaal te dagen wegens inbreuk op de handelsreglementering van toepassing in de OESO en WTO. De volledige integratie van de nieuwe handelscode in de Wereldhandelsorganisatie (WTO) is trouwens verwoord door zijn directeur-generaal Renato Ruggierio, toen hij over MAI het volgende zegde : “We schrijven een grondwet voor een ééngemaakte globale economie”. Eens MAI de nieuwe handelswet is geworden, geeft men alleen nog rechten voor de transnationale investeerders. Ze biedt geen bescherming aan werknemers, verbruikers en de lokale handels- en economische actoren tegen de praktijken van de transnationale economische en financiële giganten.

De uitkomst van MAI is zeer kritisch, niet alleen om haar destructieve inhoud. Maar het creëert het volgende slagveld in de campagne van de transnationale financiële machtsgroepen om hun dominantie op ons dagelijks leven te institutionaliseren. MAI laat de politici opdraven om ons de doelstellingen van de transnationals te laten slikken, en ons te verplichten hun globale markten te laten vereren als de heilige graal.

Antoine Uytterhaeghe

Bron :

Michael Schneider, Globalisation in Third World Resurgence n° 74

Scott Nova en Michelle Sforza-Roderick, Constitution of a single Global Economy, in the Ecologist Jan-Feb 1997