Het neokolonialisme is dood, leve de mondialisering!

notities bij een gesprek met Ruddy Doom over de toestand in Zaïre-Congo

Hieronder krijgt u de weerslag van een gesprekje dat we hadden met professor Ruddy Doom van de Studievakgroep Derde Wereld van de Rijksuniveriteit Gent over de toestand in Zaïre. Dit had plaats op 11 april, toen Lubumbashi nog maar pas was ingenomen door de Alliantie van Kabila, en generaal Likiula tot premier was aangesteld. Er is gepoogd zo weinig mogelijk te bewerken, maar woorden, zinnen en tussentitels vallen onder de verantwoordelijkheid van de schrijver van dit stuk. (GS)

Definitief einde van Mobutu

Mobutu zou het sowieso niet zo geweldig lang meer hebben kunnen uitzingen. Daar is vooreerst het feit dat hij als staatshoofd – niet als privé-persoon – financieel droog is komen te staan. Erbovenop kwam de afzijdigheid en recenter de afwijzing vanwege de “internationale gemeenschap”. Kabila heeft van de algemene situatie (met een vermolmde staat en een direct belang van Rwanda-Burundi-Oeganda om stabiliteit in de buurlanden te hebben) kunnen gebruik maken om zijn agenda door te drukken. Het is duidelijk dat Museveni het beu was dat zijn gewapende tegenstanders vanuit Zaïre konden blijven opereren. En zowel Rwanda als Burundi wilden de gewapende Hutu-extremisten liever kwijt aan hun grenzen. Daar heeft Kabila zijn strijd kunnen op enten. Er deed zich zelfs een bepaald escalade-effect voor : de zogenaamde Katangese gendarmes uit Angola verschenen nu ook op het toneel. Al moeten we misschien toch ook wel zeggen dat Luanda hier twee vliegen in een klap treft : Angola raakt op een elegante manier van de Katangezen af, en anderzijds kan het precies daardoor Mobutu helpen een finale (?) klap te geven.

Je zou het zo kunnen stellen : Kabila is diegene die dereanimatie-machine van Mobutu zonder stroom zet.

Zes jaar democratisering ?

‘De stekker uittrekken’ is iets dat de klassieke oppositie blijkbaar niet heeft gekund. Tshishekedi en anderen hebben eigenlijk nooit echt iets gedaan tot ware verandering. Tshishekedi functioneert blijkbaar op zijn obsessie

voor het premierschap en ook wel de drang naar macht. Ze waren als het ware “negatief geïntegreerd” in de hofhouding van Mobutu. De oppositie stond niet voor een ideologische breuk met Mobutu, niet voor bredere verdeling van de rijkdom. Door het privatiseren van de staatskas moest het baronnen-dom inkrimpen, en zochten de meesten een eigen weg. Vroeger had je een grote elite rond Mobutu tegenover de bevolking. Dat heeftzich gewijzigd naar Mobutu en een kleine elite tegenover een subelite en dat tegenover de bevolking. Mobutu’s machtsuitoefening baseert zich dan op een militair apparaat en op clan-banden…

Kabila is op zich ook niet de grote garantie voor fundamentele verandering. Hij is een ‘survivor’, een overlever. Hij vocht mee met Museveni in Oeganda, hij vocht met Garang in Zuid-Soedan. Dit alles maakt hem nog niet tot bevrijdingsheld. Hij concretiseert wel de hoop dat Mobutu nu versneld zal kunnen buiten gewerkt worden. Maar een land als Zaïre besturen is niet eenvoudig. Hij zal niet anders kunnen dan een deel van de oude kliek overnemen : kaders moeten van ergens komen. Sommigen zullen wel uit de diaspora terugkeren, maar de vraag blijft hoe ‘anders’ deze kaders uit het buitenland dan wel zijn. Met Kabila krijgen we het definitieve einde van het neo-kolonialisme. Frankrijk blijkt nu stilaan te beseffen dat ze ais ‘wereldmacht’ zijn uitgeteld. (Alleen hun atoombom houdt deze status nog hoog.)

Troepen in Brazzaville

International Herald Tribune

In dit kader kan je ook de buitenlandse troepen in Congo-Brazzaville bekijken. Die zitten daar echt, geloof ik, voor het geval het misloopt en men de landgenoten zou moeten ontzetten. De V.S. hebben nog altijd hun So-malië-syndroom niet kunnen te boven komen. Bovendien zouden de republikeinen het Clinton bijzonder kwalijk nemen mocht er daar een V.S.-soldaat sneuvelen. Voor mij betekenen die troepen – en vergeten we niet dat de V.S. voorheen steeds via’personneinter-posée’ optrad – dat men duidelijk stelt dat de tijd voorbij is dat er alleen een Mobutu is, of dat er alleen een Tshishekedi is. Deze aanwezigheid houdt voornamelijk een signaal in voor de transnationale ondernemingen dat ze met gerust gemoed met Kabila scheep kunnen gaan. De V.S.-aanwezigheid is ook tegen Frankrijk gericht dat geen kans meer zal krijgen een tweede opération turquoise op te zetten. De Belgen willen dan ook natuurlijk nog wat mee spelen maar helaas was er geen plaats meer in de herberg (erger : niet eens geen plaats in de herberg maar geen plaats op de tarmac). Ik geloof ook dat als

minister Derycke stelt dat hij een niet-neo-koloniale politiek wil volgen, dat ook echt zijn bedoeling is; dit is geen discours : Derycke hoopt echt dat de Belgen zelf Kinshasa zullen verlaten zodat het leger niet hoeft tussen te komen. Hij wil zeker politiek niet tussen komen.

Wereldkapitalisme

We zitten dus in een situatie dat de internationale gemeenschap Mobutu weg wil. Hij is niet meer functioneel, maar elke alleenheerser heeft zijn eigen agenda, zo ook Mobutu. Dus klampt hij zich nog vast aan z’n macht uit het verleden.

De Verenigde Staten willen stabiliteit. Mobutu kon dat allang niet meer garanderen. Met de geo-politieke devaluatie van Zaïre na de Koude Oorlog is stabiliteit de belangrijkste omgevingsfactor geworden voor de VS-beleidsmakers. Verwacht zeker niet dat de Verenigde Staten daar een groots Marshall-plan op zullen gaan zetten. Nee, Afrika moet naargelang de noodwendigheden, in het wereldkapitalisme kunnen worden ingeschakeld. Dat is wat op het spel staat.

Een mastermind-plan tegen de Bantoes ?

Er is helemaal geen monsterplan in uitvoering om een groot Hima-rijk te vestigen. Mogelijkzijn er wel individuen die daarmee spelen. Maar geen regeringsleider die dat in z’n achterhoofd heeft. Wat wel sterk mee op de agenda staat is de isolering van Soedan. Oeganda heeft daar zo zijn eigen redenen voor. En ook de V.S. hebben dit hoog op de prioriteitenlijst staan. Op de allereerste plaats omdat het een gevaar in zich houdt om Egypte te destabiliseren. De aanslag op Mubarak door vermeende Soedan-gesponserde terroristen is men in Washington nog niet vergeten. Bovendien heeft men dit land gediaboliseerd, samen met Iran, dus worden vriendschappen daar ook in functie van gesteld. Niet dat Washington het fundamentalisme als zodanig overal weg wil – kijk maar naar Afghanistan.

In dit verband werd ook vaak gespeculeerd dat Kabila er op uit was om Zaïre te doen uiteenvallen. Hijzelf heeft altijd gesteld Kinshasa te willen veroveren. Maar wat zou er zo onaanvaardbaar moeten wezen aan een verdeling van Zaïre? Deze geografisch-staatkundige eenheid is toch een totale creatie van het kolonialisme. De grenzen zijn niet bepaald door enige bekommernis naar lokale bevolking of

Waarom stond en staat Zaïre op invallen ?

Het regime is vermolmd door z’n eigen fouten : corruptie, slecht beheer, ontbinding van de staatsfuncties qua gezondheidszorg en onderwijs, verrijking van een minderheid en kolossale miserie voor de rest. Zaïre is ook het slachtoffer van een gevaarlijk etnicisme. In een mozaïek van volkeren als Zaïre, bestaat dit etnicisme erin de etnische tegenstellingen systematisch uit te buiten om elke politieke oppositie en sociaal ongenoegen te counteren. Zo was er in 1992 de opkuis in het turbulente Shaba waar tienduizenden mensen verjaagd werden (naar Kasaï) onder het voorwendsel dat ze geen autochtonen waren. Hetzelfde scenario deed zich in Kivu voor. Daar was het doelwit een belangrijk deel van de bevolking dat de fout had cultureel van Rwandese origine, van het Tutsi-volk te zijn. Daarop is men hen als vreemden gaan beschouwen, terwijl ze reeds zeer lang in die regio leven, al van voordat de huidige Zaïrese grenzen getrokken waren. Toen zede nationaliteit kwijt waren, werden ze verjaagd, hun gronden en huizen geplunderd. Mobutu nam de macht in 1965, in een land dat verscheurd was door burgeroorlogen. Hij deed zich voor als de hereniger van het land, diegene die de civiele vrede kon handhaven. Vooral in de jaren ’80 is de situatie scherp verslecht. Zoals in zovele andere Afrikaanse landen heeft dat ook hier te maken met schuldenlast, afwezigheid van een werkelijk beleid voor economische ontwikkeling, de prijsdaling van grondstoffen en landbouwproducten. Vooral sedert ’90, toen Mobutu gedwongen werd een democratische opening toe te staan, is hij de etnische kaart nog meer gaan spefen. In 1993-’94 ais er Burundese en Rwandese vluchtelingenstromen in Zaïre aankomen, wist Mobutu hen te gebruiken om via volkerenhaat elke oppositie te breken.

J.P. Chrétien in Humanité Dimanche

natuurlijke leefgebieden. Ze zijn enkel een weergave van de toenmalige krachtsverhoudingen onder de Europese koloniale machten. Bovendien kan dergelijk immens land onmogelijk sterk centraal geleid worden. Dat kon ook de koloniale tijd niet. Kijken we maar naar de grote autonomie en macht van de districtscommissarissen. Trouwens iedereen in Zaïre spreekt van federalisering.

Toekomst ?

Ik verwacht dat Kabila niet anders zal kunnen dan samen regeren met ex-baronnen van Mobutu. De allergrootste uitdagingen zijn niet niks. Er is de armoede. Er is het feit dat de bevolking twee generaties lang geleefd en opgegroeid is onder het devies van “débrouillez-vous”, beredder u maar. Dat wordt niet eenvoudig om die mentaliteit om te schakelen. Er is absolute nood aan een plan om op korte termijn een zo groot mogelijk deel van de bevolking aan een aanvaardbaar levensniveau te helpen. Niet het houden van verkiezingen is prioritair. Wat nodig is is een perspectief dat de bovenvermelde problemen opgelost kunnen worden, dat er bereidheid is opnieuw te beginnen. Verkiezingen komen maar in tweede instantie nadat het levenspeil is kunnen opgekrikt worden.

Kabila erft een land zonder structuur, zonder staatsinkomsten, zonder staat, zonder normale economie. De internationale gemeenschap zal blijk moeten geven van gezond verstand, directe hulp om de basisproblemen op te lossen. De ervaring leert ons daar echter weinig positiefs over. Kijk maar wat men zoal niet ging doen aan de ongelijkheid en de problemen in het Midden-Oosten na de Golfoorlog, en de praktijk…, of kijk naar Mozambique…. Structurele aanpassingprogramma’s kunnen er niet komen want er is niks meer om te heroriënteren, te snoeien. Het land heeft in de eerste plaats geen behoefte aan grote infrastructuurwerken als autosnelwegen of spoorwegen. Er moet duidelijk gekozen worden voor de lokale ontwikkeling. De kleine infrastructuur moet voorop staan : toegang tot voedsel, tot onderwijs, tot sanitaire zaken.

Dergelijke weg kan Laurent-Desiré Kabila ‘gewenst’ (désiré) houden bij de bevolking, wat al zeer lang niet meer het geval is voor Desiré Mobutu.

Op het ogenblik dat deze lijnen geschreven worden is het nog niet duidelijk hoe de politieke situatie in Kinshasa zal evolueren. Mobutu zou bereid zijn (?) Kabila te ontmoeten in Zuid-Afrika, maar van zijn kant laat de leider van de Alliantie er geen twijfel over bestaan dat dergelijke gesprekken uitsluitend kunnen handelen over het opstappen van Mobutu. De cruciale vraag hierbij is dan of er een politieke oplossing zal worden bereikt voordat de troepen van Kabila Kinshasa bereiken. De buitenlandse troepen staan klaar aan de overkant van de Zaïre-stroom om tussen te komen. Elk van de landen (V.S., Frankrijk en België) heeft daar zowat zijn eigen agenda. Met Kabila aan de macht lijkt de mogelijkheid te groeien dat er opnieuw een maatschappij zal worden opgebouwd in Congo-Zaïre: met aandacht voor onderwijs, gezondheidszorg, lokale infrastructuur. De ontginning van de rijkdommen zal wel in handen blijven van multinationals (De Société Générale nog mede-eigenaar van mijnen in Shaba-Katanga onderhandelde reeds met Kabila, net zoals andere Canadese, Amerikaanse en Zuid-Afrikaanse mijnconcerns); het is daarbij vandaag onduidelijk in welke mate hij de economische roofbouw echt zou kunen beperken. Wel is de hoop groot bij vele Zaïrezen dat er nu eindelijk een einde komt aan de persoonlijk verrijking van de baronnen van het regime, en aan de repressie tegen de bevolking. (GS)

Zaïre
45 miljoen inwoners, zowat 200 etnieën op een gebied van 2,3 miljoen km2
hoofdstad: Kinshasa
BNP per inwoner : 230 dollar (1990)
buitenlandse schuld : 11 miljard dollar
talen : Frans (officiële taal), Swahili, Shiluba, Kikongo en Lingala
leger : 49.100 soldaten (incl. gendarmerie)
paramilitairen: Gendarmerie 21.000, Garde Civile 19.000, Presidentiële Garde 10a15.000
president: Mobutu Seso Seko (sedert 1965)

Rwanda
8 miljoen inwoners, tutsi, hutu en twa op 26.340 km2
hoofdstad: Kigali
BNP per inwoner: 250 dollar (1992)
talen : Kinyarwanda (officiële taal) Frans, Engels, Swahili en Watutsi
buitenlandse schuld : 873 miljoen dollar (120$ per inw.)
leger : 12.000 vnl samengesteld door FPR
president: Pasteur Bizimungu (FPR)

Burundi
6.3 miljoen inwoners, tutsi en hutu, op 27.830 km2
hoofdstad: Bujumbura
BNP per inwoner : 210 dollar (1992)
talen : Frans (offic.) Rundi, Kirundi, Swahili
buitenlandse schuld : 1 miljard dollar (176 $ per inw.)
leger : 7150 manschappen en 1500 gendarmes en Maritieme Politie. president: Pierre Buyoya (staatsgreep 1996)

Oeganda
21 miljoen inwoners op 236.040 km2
hoofdstad: Kampala
BNP per inwoner : 170 dollar (1992)
talen : Engels (offic), van de lokale talen zijn de meest verspreide Swahili en Luganda
buitenlandse schuld : 3 miljard dollar 171 $ per inw.)
leger : 60.000 manschappen (1993)
president : Yoweri Museveni (sedert 1986)  

Rijke ondergrond

Zaïre is tezamen met Zuid-Afrika een van de Afrikaanse landen die over een buitengewone rijke ondergrond beschikken. Deze rijkdommen zijn voornamelijk in drie provincies geconcentreerd in het oosten van het land, die geheel of gedeeltelijk in handen zijn van de Alliantie.

Ruw geschetst gaat het om goud in Kivu, diamant in Kasaï en koper en kobalt in Shaba. De jaarlijks diamantproductie werd in 1996 geschat op 13 miljoen karaat. De koperproductie, in belabberde toestand, bracht nog jaarlijks 32 miljoen dollar winst op, en Zaïre bezit grote haast onontgonnen ertslagen. De kobaltproductie van Zaïre is goed voor 20% van de wereldproductie en brengt jaarlijks 100 miljoen dollar op. Deze natuurlijke rijkdommen werden voor een groot deel geplunderd uitsluitend ten voordele van de Mobutu-clan.

De rebellen stellen zich garant voor de mijnactiviteiten, en maken een eind aan de plundering.