Kivu-crisis

In dit dossier krijgt u een diepgravend artikel naar de achtergronden en omstandigheden waarin de ‘rebellie’ van Oost-Zaïre zich heeft voorgedaan. Koen Vlassenroot van de RUG-Vakgroep Derde Wereld, spreekt over een lokaal conflict met regionale impact. Er is ook een stuk over de wapenhandel naar de regio. We beginnen met een uittreksel uit een informatie-folder van Oxfam-Solidariteit over de krachtsverhoudingen in de algemeen Zaïrese context. De rol en de belangen van de internationale grootmachten zullen we in ons volgend nummer behandelen. (*)

Hadden we het vroeger geweten, we zouden sneller zijn tussengekomen. Wat leest u daar? De krant van 6 maand geleden.

Samenloop van belangen

Als de Banyamulenge in oktober hun offensief inzetten in Zuid-Kivu, worden zij snel gesteund door andere bewegingen, en ook in het noorden nemen groepen het op tegen het Zaïrese leger, de ex-Far (voormalig Rwandees leger) en de Hutu-milities. De Alliantie van Democratische Krachten voor de Bevrijding van Congo/Zaïre (Ae (AFDL)) wordt op 18 oktober formeel opgericht en bestaat uit 4 partijen, met hun woordvoerder Laurent Kabila. Kabila is de leider van de Revolutionaire Volkspartij (PRP), die betrokken was bij de Lumumbistisch-Mulelistische opstanden van de jaren ’60. Hij is ongenaakbaar gebleven voor Mobutu en leefde sindsdien met een paar duizend aanhangers, vooral dankzij goudhandel in quasi-zelfvoorziening in de bergen van Fizzi-Baraka.

Het politiek project en de effectieve bestaansreden van de Alliantie zijn nog onduidelijk. Inderdaad dienden zij, op korte termijn, de convergente belangen van Rwanda en Burundi aan de Zaïrese grens (de vluchtelingenkampen openbreken nvdr). Ook Uganda is hen niet ongenegen, al was het maar omdat Sudanese moslimrebellen, vanuit N.Zaïre en wellicht met Franse steun, al jarenlang terreur zaaien in het noorden van het land.

De AFDL beweerde vanaf het begin echter een Zaïrese beweging te zijn die tot in Kinshasawou optrekken, vervoegd door andere verzetsbewegingen om aldus het Mobutisme ten val te brengen. Inmiddels lijkt dit streefdoel bijgesteld : er wordt gesproken van verkiezingen, er zou contact zijn met UDPS-premier Tshisekedi, de aangekondigde veralgemeende opstand breekt niet uit…. En alles lijkt erop dat van de kant van Rwanda, dat inmiddels bijna 1 miljoen vluchtelingen heeftopgevangen, geen verdere steun te verwachten valt.

Kan de Alliantie op voldoende eigen krachten rekenen om haar objectief, het beëindigen van het Mobutisme, te bereiken ? En is dit de weg die de Zaïrezen zelf wensen te volgen om tot hetzelfde resultaat te komen ? Zaïre is immers sedert 1990 gewikkeld in een langzaam, moeizaam en erg verward ‘democratiseringsproces’. Er is het overgangsparlement, een overgangsgrondwet en overgangsregeringen, maar met een blijkbaar onvervangbare president. Verkiezingen staan op het programma voor half 1997. Deze worden zowat overal in het land voorbereid door lokale comité’s.

Welke strategie van de solidariteit ?

Bij de machtsovername door de AFDL van de Kivu-provincies sloeg oorspronkelijk de helft van de Zaïrese bevolking op de vlucht, om pas later met mondjesmaat terug te keren. De berichten over de manier waarop de Alliantie de door haar gecontroleerde zone organiseert, wekken vertrouwen. Ambtenaren werden betaald (wat al lang niet meer gebeurd was), lokale structuren en gebruiken worden gerespecteerd, er heerst een relatieve vrijheid en aan de versperringen en afpersingen door het leger is een einde gekomen.

De Alliantie blijkt daarnaast een aantal kaders te omvatten die deel uitmaken van een jonge generatie. Mensen die geen boodschap meer hebben aan de ‘oude garde’, of deze nu Mobutu heten of Tshisekedi of zelfs…Kabila. Ook in Kinshasa staat een garde ‘jonge wolven’ te wachten om hun kans te wagen. Dit alles betekent dat de huidige omwentelingen nog geen zicht bieden op de evolutie van de krachtsverhoudingen tijdens de komende weken en maanden.

Zelfs als de Alliantie momenteel van ‘het voordeel van de twijfel’ kan genieten, is het op dit ogenblik onmogelijk te bepalen welk van beide wegen, de ‘ongewapende lange mars’ of de gewapende opstand, uiteindelijk tot het gewenste resultaat zullen leiden: de omverwerping van de dictatuur, het instellen van economische en politieke democratie.

In afwachting kunnen we wel onze solidariteit betuigen met de Zaïrese bevolking, zowel in hun strijd als beproevingen.

Een aan beproevingen zal het mogelijks de komende weken niet ontbreken. Er zijn immers aanwijzingen dat het Zaïrese leger, dat met de nieuwe stafchef Mahele een ‘sterke man’ aan het hoofd heeft, een tegenoffensief voorbereidt. In de noordelijke stad Bunia (in de omgeving van belangrijke goudmijnen) werden half december nog troepen aangevoerd; er is prake van huurlingen, geronseld door Mobutu tijdens zijn verblijf in Nice, en er wordt een versterkte zichtbaarheid van Franse militairen gesignaleerd in Kisangani. Indien het centrale gezag opnieuw de controle over de Kivu-provincie zou overnemen, valt te vrezen dat niet alleen de leden van de AFDL zullen worden uitgeschakeld, maar dat ook zuiveringen zullen plaatsvinden onder de progressieve elementen die de regio niet hebben verlaten : NGO-kaders, mensenrechtenactivisten, eminente leden van de société civile…

Erik Todts 30.12.96

(*) de volledige tekst kan worden opgevraagd bij Vrede of rechtstreeks bij Oxfam-Solidariteit Raadstraat 39 1050 Brussel