Komt er een einde aan de Cambodjaanse tragedie ?

Eind juni werd gespeculeerd over het einde van de Rode Khmers in Cambodja, of alleszins over het einde van Pol Pot ■ Saloth Sar met z’n echte naam. Twee weken later kwamen er beelden van een Phnom Penh onder vuur, waaruit duizenden mensen vluchtten. Een bloedige staatsgreep ontzette de eerste minister, Prins Ranarrith van de koninklijke partij FUNCINPEC, uit zijn positie ten voordele van de tweede eerste minister, Hun Sen van de ex-communistische partij Cambodian People’s Party CPP. De gebeurtenissen waren zo onverwacht dat de berichtgeving nauwelijks of geen melding maakte van de aanleiding tot deze machtsgreep, en de duiding beperkte zich meestal tot ‘een bittere strijd tussen twee rivaliserende personen’. Hun Sen haalde het. Sindsdien hoort men over achterhoedegevechten in het verre noord-westen van het land, waar nooit een echte militaire weerstand tot stand is gekomen tegen de machtsgreep van Hun Sen.

Coup de force

Toch is er meer aan de hand, en de betekenis van de laatste gebeurtenissen is diepgaand voor het politiek bestel van het land. De officiële aanleiding voor de gevechten was enerzijds de onwettige invoer van wapens voor de FUNCINPEC-politie-macht, en anderzijds de overbrenging van verschillende honderden – illegale -Rode-Khmersoldaten om de FUNCINPEC-geledingen te versterken. Het was voor Hun Sen onaanvaardbaar dat de privé-garde en de politie onder controle van de FUNCINPEC, zich gevoelig zouden uitbreiden, en het machtsoverwicht van de troepen die door de CPP worden gecontroleerd, zou uitdagen. Maar hetgeen een “politie-interventie” moest zijn – zoals Hun Sen het later beschreef -, bleek uit te lopen op een reële machtsgreep die erop uit was de belangrijkste opposanten van Hun Sen van het politiek toneel te verwijderen. De eerste minister, prins Ranarrith, werd uit z’n functie ontzet, zijn politie- en legereenheden werden beschoten of ontwapend, de burelen van de koninklijke partij en andere partijen werden beschoten en geplunderd, hoogstaande leden van de FUNCINPEC werden gearresteerd of geïntimideerd, sommigen onder hen geëxecuteerd. Meer dan 20 parlementsleden vreesden voor hun leven en vluchtten weg, tienduizenden Cambodjanen sloegen eveneens op de vlucht. Er vielen meer dan honderd doden, en duizenden werden het slachtoffer van plunderingen. Door tanks en mortiergranaten als eerste minister ontzet worden door z’n rivaal kan nog moeilijk bestempeld worden als een politie-interventie. Het is een duidelijk politiek signaal.

Sindsdien lijkt de situatie grotendeels genormaliseerd. Buiten een grensgebied met Thailand, waar de weerstand met steun van de Rode Khmers haar laatste posities verdedigt, is het politiek leven hernomen. De “coup de force” werd de facto gelegaliseerd nadat het parlement een nieuwe eerste minister van de FUNCINPEC-partij aanstelde, en een bevel tot aanhouding tegen de prins Ranarrith uitvaardigde. Toch blijft koning Sihanouk weigeren om zijn zoon, prins Ranarrith, af te zetten. Hij verklaarde dan ook dat er in Cambodja 3 eerste ministers zijn : “de eerste eerste minister, prins Ranarrith, de tweede eerste minister Hun Sen, sterke man van Cambodja, en de Ung Huot, de Hun Sen puppet eerste minister”. Het parlement heeft na vele maanden blokkering haar werkzaamheden hernomen onder andere om verschillende wetten te stemmen ter voorbereiding van de komende verkiezingen in mei 1998. Alsof er niets gebeurd was.

Het verleden speelt nog

Waarom moest de succesvolle vredesoperatie van de Verenigde Naties na enkele jaren op zo’n bloedige machtsgreep uitmonden? Cambodja blijft nog steeds diep getekend door een verleden van geweld, oorlog, volkerenmoord : de Amerikaanse bombardementen tijdens de Vietnam-oorlog begin de jaren zeventig, het regime van Pol Pot, en na het verdrijven van de Rode Khmers met hulp van het Vietnamese leger, de burgeroorlog vanuit de Thaise vluchtelingenkampen door een coalitie van koningsgezinden, Rode Khmers en republikeinen. Het land, dat volledig moest worden heropgebouwd, stond ook onder zware druk van een volledig economisch en politiek embargo van het westen, later nog verergerd door de val van het Sovjetblok, z’n belangrijkste bondgenoot. Geweld werd het middel bij uitstek om politieke conflicten op te lossen. Gerechtigheid voor slachtoffers is er nooit gekomen. Geweld bleef de laatste jaren het politiek leven tekenen. Wie van de gevormde kaders, wie van de intellectuelen, dokters, juristen, leraars, journalisten heeft de recente geschiedenis overleefd ? Wie van de internationale gemeenschap is niet medeplichtig geweest aan de gruwel van Cambodja ? Welke referentiepunten blijven nog overeind in Cambodja om interne conflicten op te lossen ?

Geen ontwapening

De  Vredesakkoorden  van  Parijs, ondertekend in 1991, zouden nochtans nieuwe hoop brengen. Ze werden door de internationale gemeenschap en de Verenigde Naties als een algemeen succes beschouwd. Inderdaad, de vluchtelingenkampen in Thailand -uitvalbasissen voor het gewapend verzet – werden gesloten, vrije en eerlijke verkiezingen werden georganiseerd. Cambodja werd met haar nieuwe grondwet een parlementaire rechtsstaat. Na bijna 20 jaar keerde het terug als volwaardig lid van de V.N.. Toch hebben de laatste evenementen aangetoond dat verkiezingen niet synoniem zijn voor een democratische rechtsstaat, laat staan voor vrede. Indien de verkiezingsoperatie inderdaad een succes is geweest, zijn er andere fundamentele taken van de vredesoperatie op een mislukking uitgelopen. Deze liggen voor een groot deel aan de oorsprong van de huidige crisis. Twee fundamentele opdrachten van UNTAC (UN Transitional Authority in Cambodia) werden niet uitgevoerd : het ontwapenen van de verschillende vechtende fracties, en een neutrale administratie opzetten.

De Vredesakkoorden van Parijs werden door alle strijdende partijen ondertekend. Toen al klonken er stemmen over een politieke rehabilitatie van de Rode Khmers in alle straffeloosheid. Dit bleek de prijs te zijn voor de vrede in het land. Maar de Rode Khmers hebben de akkoorden niet nageleefd. Zij hebben hun wapens niet ingeleverd. De vluchtelingen onder hun administratie werden grotendeels onder druk naar gebieden onder eigen controle gerepatrieerd. De Verenigde Naties werd verboden deze gebieden zelfs te betreden.

Privé-milities

De legereenheden van de verschillende partijen werden weliswaar ondergebracht binnen de Royal Cambodian Army Forces, ze werden echter niet ontbonden, en bleven trouw aan hun respectievelijke leiding. Legeren politie is dus een samengaan van de verschillende legers (met een overwicht voor de CPP-arm in het leger), zonder onafhankelijke leiding noch democratische controle. Door internationale druk en militaire samenwerkingsprogramma’s moest daar verbetering in komen. Geleidelijk werden dan door de politieke partijen privé-milities opgezet. Deze van de CPP telde meer dan 1500 manschappen. Lokale administraties werden tijdens de vredesoperatie niet verkozen, en bleven hoofdzakelijk CPP gezind. De voorziene machtsdeling tussen de coalitiepartijen is op lokaal niveau nooit doorgevoerd. De CPP heeft zich daar steeds tegen verzet. In plaats van ontwapening kregen we een situatie waar leger, politie en milities een doorslaggevende factor werden om de politieke machtsbasis van de partijen te bepalen. De lokale administratie en de ambtenarij werden ook een instrument in deze machtsverdeling. Geen eengemaakt leger, geen neutrale administratie.

Al hadden de Rode Khmers zich uit het openbaar politiek leven teruggetrokken, toch moest er met hen verder rekening worden gehouden. Prins Ranarrith en Hun Sen verschilden fundamenteel van houding. Terwijl de eerste erop uit was om door verdere onderhandelingen tot een totaal vredesakkoord te komen, wilde Hun Sen geen onderhandelingen en koos voor de militaire optie. Tijdens de eerste jaren van de coalitieregering werd weliswaar voor een tussenweg gekozen die haar vruchten afwierp : een combinatie van amnestie en van militaire operaties. De spanning is echter weer aangewakkerd nu de belangen ook verder zijn toegenomen. Er wordt onderhandeld met de kopstukken van de Rode Khmer en over de controle van grondgebied. Regeringspartners worden tegen mekaar uitgespeeld door de Rode-Khmerleiders om meer autonomie te verkrijgen over hun gebied, en om een politieke rol te kunnen blijven spelen op het nationaal niveau.

Oude coalitie

Met de komende verkiezingen in 1998 zocht prins Ranarrith een nieuwe coalitie te vormen tegen Hun Sen. De laatste onderhandelingen met de Rode Khmers moeten ook in dit perspectief gezien worden. Een brede coalitie nam vorm met de koninklijke partij, republikeinen, liberalen en de Rode Khmer. Een oude coalitie die in de jaren ’80 tegen het regime van Hun Sen vocht, en die het wellicht tijdens de verkiezingen zou halen I Hun Sen en de CPP bereidden dan hun tegenoffensief voor.

De politieke spanning steeg gevoelig wanneer een aanslag werd gepleegd tijdens een oppositiebetoging voor een onafhankelijk gerecht, en tegen het machtsoverwicht van de CPP. Er vielen meer dan 20 doden. Een FBI-onder-zoek, gevoerd omdat er een Amerikaanse gewonde bij was, wees op de hoogstwaarschijnlijke betrokkenheid van Hun Sen bij de aanslag. Interne spanningen binnen de FUNCINPEC werden door Hun Sen handig uitgespeeld. Prins Ranarrith’s leiderschap wordt nl.  door een  deel  van  z’n parlementsleden in vraag gesteld. Voor Hun Sen het teken van verdeeldheid dat hij zo nodig had om zijn machtsgreep internationaal te rechtvaardigen. Het parlement lag met name volledig lam door die verdeeldheid binnen FUNCINPEC. De verdeeldheid kwam scherp in het licht toen een grote meerderheid volksvertegenwoordigers van z’n partij de oproep tot verzet van de prins niet volgden. Met een vrij geweten of onder druk van de CPP verkozen ze te onderhandelen met Hun Sen, en besloten ze een vervanger aan te stellen als eerste eerste minister. Hun Sen verwerpt dan ook de notie ‘coup’, omdat de partijen, het parlement, de coalitieregering blijven bestaan. Hij heeft wel kunnen aantonen dat hij de sterke man is in Cambodja.

ASEAN

De internationale gemeenschap, waarvan de Cambodja regering zo afhankelijk is (bijna tweederden van het nationaal inkomen komt van ontwikkelingshulp), reageert doorgaans afwachtend. ASEAN heeft wel het lidmaatschap van Cambodja voorlopig uitgesteld. Hun Sen had zich wel vergist door te denken dat als Birma lid werd, dat zijn machtsgreep wel zonder gevolgen zou blijven. Toch lijkt ASEAN zich neer te leggen bij de nieuwe politieke constellatie in Cambodja. Politiek blijven ze het principe verdedigen van niet-inmenging in interne aangelegenheden van de lidstaten. De Verenigde Staten, onder druk van een belangrijke Cambodjaanse diaspora in hun land, staan erg geïsoleerd met de terugkeer van prins Ranarrith te eisen. Politieke wil lijkt er wel niet te zijn om die eis kracht bij te zetten.

Toch wil de internationale gemeenschap dat de volgende verkiezingen doorgaan. Of de gevluchte parlementsleden zullen mogen of willen terugkeren en vrij hun verkiezingscampagne voeren, blijft zeer de vraag. Het lijkt immers dat Hun Sen inspiratie heeft gevonden bij het type regime dat in de regio, en in de ASEAN, wel meer aanwezig is : Indonesië, Maleisië, Singapore…. De politieke betekenis van de verkiezingen liggen dan eerder in het polsen van de populariteit en de macht van de sterke man. De verkiezingen zullen dan het sluitstuk vormen om Hun Sen de politieke legitimering te geven die hij tijdens de vorige verkiezingen niet heeft kunnen halen.

Thierry Kesteloot (projectverantwoordelijke bij Oxfam-Solidariteit)