Polen in de NAVO

Bewapening & Ontwapening

De NAVO-top te Madrid heeft het beslist: er komen drie nieuwe NAVO-lidstaten bij, en wel: Polen, Tsjechië en Hongarije. De (o.m.) Franse pogingen om ook de aanvragen van Slovenië en Roemenië in te willigen strandden op een (vooral) Amerikaans njet: daar is de toestand nog niet duidelijk genoeg, heet het.

Nu is het zo dat in die landen eigenlijk niemand echt op NAVO-toetreding zit te wachten. Waar een aantal groepen uiteraard wél op azen is op lidmaatschap van de EU, de Europese Unie. Het gaat dan om de meeste lagen van de bourgeoisie (handelaars; belangenvertegenwoordigers van Westerse firma’s; een aantal bedrijfstakken). Maar op de NAVO? Niet echt, neen.

De publieke opinie in die landen vraagt zich af waarom er nog altijd een NAVO nodig is, als het Warschaupact nu toch al lang verdwenen is en de Sovjetunie ook. In elk land wordt dus door de overheden een aangepast verhaal opgehangen waarom toetreding zo noodzakelijk is.

Dat geldt ook voor Polen, waar met Kwasniewski de sociaal-democraten aan de macht zijn. Regering én rechterzijde overtroeven mekaar in verwijzingen naar het veiligheidspact, bedoeld (en al dan niet omfloerst gesteld) tegen Rusland. Met argusogen kijken de Poolse leiders naar de mogelijke ontwikkelingen in Rusland, waar het wilde kapitalisme blijkbaar geen stabiliteit kan brengen. Het voorwendsel is uiteraard dat Polen dan eindelijk medezeggenschap krijgt in het internationaal veiligheidsbeleid waar het land tenslotte volop in zit, want “wie erbuiten blijft, heeft niks te vertellen”. Of de NAVO als instrument daartoe zo’n gelukkige keuze is valt af te wachten…

De meest gehanteerde drogreden is wel de samenhang tussen NAVO en EU. De NAVO zowat als militaire tak van de EU: je neemt ze allebei, zo is dat. “We móeten wel…” De NAVO-toetreding hééft anders wel echte redenen…

Het Poolse leger was het tweede sterkste en grootste van het Warschaupact. Historisch heeft het sinds 1918 een rol gespeeld in de totstandkoming en het behoud van de Poolse staat (met inbegrip van het ondankbare Jaruzelski-tijdperk) en ook in eigen land geniet het veel prestige. Ook onder het socialisme was het leger meer patriottisch dan socialistisch georiënteerd. Het Poolse nationalisme “neutraliseren” door het (in de NAVO) in te kapselen is dus zeker een interessante optie voor de NAVO-plannenmakers. Hoewel ook die uiteraard geen wonderen kunnen verrichten, en hun tweede grootste leger (het Turkse) óók niet volledig naar hun pijpen kunnen laten dansen. Het is kenmerkend dat men bij de klassieke nationalistische (en anticommunistische) KPN het eventueel nut van NAVO-lidmaatschap vooral ziet in “herstel van historisch onrecht” (met name: vroeger door Poolse adel beheerste gebieden in het Oosten). Een ander groot nut van NAVO-lidmaatschap zijn de massale nieuwe aankopen van materiaal die de komende tientallen jaren nodig zullen zijn om het Poolse legermateriaal met dat van de andere NAVO-partners te “harmoniseren”. Het nut zit hier uiteraard alleen bij de wapenmakers allerhande, en de Poolse belastingbetaler vraagt zich bezorgd af hoeveel dat allemaal gaat kosten. Niet alleen hij: de 4 miljoen mensen (10 % van de bevolking) die onder de armoedegrens leven, zouden nog veel prangender vragen kunnen stellen.

Polen is door massale emigratie vanouds sterk op de Verenigde Staten betrokken en dat is ook wederzijds. Een voordeel van het starten met deze drie door de VSA stabiel beneden nieuwe NAVO-lidstaten is dan ook dat het Amerikaans militair overwicht in de tripolaire wereld daardoor via de NAVO-structuren nog wat méér verankerd wordt. Dat is namelijk de grond van de beruchte “combined joint task forces” ofte “gecombineerde gezamenlijke inzet van strijdkrachten”. De West-Europese regeringen verklaren graag dat de NAVO nu Europees geworden is, maar dat is uiteraard kletskoek, want als de Europese lidstaten zonder VS-medewerking de middelen en een militair ingrijpen van de NAVO willen inzetten, moeten nog steeds drie voorwaarden vervuld zijn:

  1. Washington moet het optreden goedkeuren;
  2. de Amerikaanse NAVO-opper-bevelhebber moet nog altijd het overkoepelend bevel over de NAVO-middelen voeren; en
  3. de hele troepenmacht moet toegelaten zijn door de NAVO, d.w.z. door bovengenoemde opperbevelhebber.

Wat betekent dat als de VSA géén goedkeuring geven aan militair optreden dat de andere NAVO-lidstaten wensen, er in de praktijk ook geen optredens zullen komen. Een  ander aspect van  de  NAVO-uitbreiding is uiteraard een duidelijk signaal van een hardere houding t.o.v. een Rusland waar Jeltsin vorig jaar in zijn ambt bevestigd werd, een land dat nog altijd verder in het moeras wegzinkt. Het ging als in de Belgische trukendoos (dreig met iets héél erg, en doe dan iets minder erg, en de mensen zijn opgelucht i.p.v. kwaad): zou men de Oostzeelanden (Estland, Letland, Litouwen: vroegere delen van de Sovjetunie) erbij halen? Die “dreiging” blijft overigens bestaan… Dat Polen bij de NAVO komt betekent voor de NAVO plannenmakers dat ze op middellange termijn controle nastreven over Polens politieke leven. Welke rol de NAVO concreet speelt in het “in de hand houden van de politiek in de lidstaten hebben wij bij ons kunnen meemaken in contexten als: het dictaat met de kernraketten; de Gladio- e.a. anticommunistische milities en de ongure groepen a la WNP; het gedrag van de militaire inlichtingendienst tot op heden toe; en dan hebben we nog geen kolonelsbewind aan ons been gelapt gekregen zoals de Grieken. Kortom: een NAVO-lidstaat bepaalt zeker niet meer vrijuit zijn eigen beleid. In die mate betekent de NAVO uiteraard een versterking van de (transnationale) kapitalisten.

Koestert de NAVO angst voor sociale onrust in Polen, één van Europa’s goedkope-arbeidsreservoirs? Dat komt er op middellange termijn zeker en vast bij. Er is zeker en vast een aantal nieuwe arbeidsplaatsen bijgekomen, maar die wogen niet op tegen de veel talrijker afgeschafte banen: noch in aantal, noch in koopkracht (want het gaat natuurlijk om onderbetaald werk, vaak na bedrijfsverhuizing).

Zijn er in Polen tegenkrachten? Ja, maar verspreid. De linkerzijde is op zich al erg zwak, omdat het “universelemarktdenken” andersoortig denken fnuikt. De arbeidersbeweging (w.o. de grootste en strijdbaarste vakbondskoepel OPZZ) voert zelf strijd op heel veel sociale fronten tegelijk en in tal van bedrijven (voor lonen, uitkeringen, tegen sluitingen,…). De groene beweging staat nog in zijn kinderschoenen en valt zeker niet in zijn geheel bij links te rekenen.

Een heel ander soort NAVO-tegenstanders kunnen we bij de openlijke nationalisten vinden. Een soort wat zeker niet principieel tégen is, als de NAVO voor hun plannen van enig nut kan zijn. Zelfs bij bewindvoerders zien we geregeld nationalistisch-populistische reflexen opduiken. Ooit zal dat later binnen de NAVO n.a.v. concrete dossiers voor spanningen zorgen. De tegenstand kan in een aantal situaties massaal toenemen. Bijvoorbeeld, naarmate er een duidelijker zicht komt op de ontzaglijke prijs van de verplichte aankopen van NAVO-legermateriaal. Of als er bij gevoelige interventies ergens Poolse doden vallen. Of – en dat lijkt waarschijnlijker -als er Midden- of Oost-Europese toestanden ter sprake komen waar Polen eigen belangen heeft of meent te hebben (al was het n.a.v. “historische conflicten).

Yvan Grosjean, 27.07.97