Sudetenland: excuses – enkele bedenkingen

Veel heeft men er in onze media niet over verteld, over de Duits-Tsjechische verklaring die een einde zou moeten maken aan het twistpunt tussen de beide landen. De fanfare speelt in mineur.

Over de tekst heeft men meer dan twee jaar onderhandeld om tot een verzoening te komen. De verklaring zou op 20 december door de minister van buitenlandse zaken worden geparafeerd en eventueel na goedkeuring door beide parlementen door Kohl en Klaus ondertekend worden in januari 1997. In deze verklaring biedt Bonn deTsjechen zijn excuses aan voor het leed dat na de ondertekening van het München-akkoord in 1938 door de inval van de Duitse fascisten aan de bevolking werd aangedaan. Praag biedt zijn excuses aan voor het leed dat de Sudeten-Duitsers is aangedaan toen ze na 1945 het grondgebied van Tsjechoslovakije moesten verlaten om zich in Duitsland te gaan vestigen.

Wat men in de verklaring niet vermeld en in alle toonaarden verzwijgt, is dat de uitwijzing het directe gevolg was van de Duitse fascistische politiek tegenover de Tsjechoslovaakse bevolking. Dat deze verklaring bij de meerderheid van de Tsjechische bevolking niet aanvaard wordt moet niemand verwonderen. De gebeurtenissen in de jaren 1938-’45 tonen dat de overgrote meerderheid van de Sudeten-Duitsers actief de republiek Tsjechoslovakije hebben helpen ondergraven, om zo het Duitse imperialisme van Hitler te dienen. D.w.z. Hitler de mogelijkheid te bieden het recht op bestaan als natie aan Tsjechoslovakije te ontzeggen en het op te delen in een Rijksprotectoraat Bohemen en een vazalstaat Slovakije. Ze hebben met enthousiasme de Duitse bezetting en de intocht van Hitler begroet. Met grote ijver hebben de meeste Sudeten-Duitsers de Tsjechische en Slovaakse bevolking bekampt, vernederd en opgejaagd wanneer deze de barbarij van Hitler-Duitsland niet wilde aanvaarden. Ze wilden deel uitmaken van het Derde Rijk.

De geallieerden besloten na de nederlaag van fascistisch Duitsland dat de Sudeten-Duitsers niet langer in het Tsjechisch gebied konden blijven. Dit was eigenlijk logisch aangezien de Sudeten-Duitsers zelf voor een Duitse staat hadden gekozen. Door de uitwijzing konden de Tsjechen, – nu ze eindelijk bevrijd waren van diegene die hun zelfstandigheid in vraag stelden -, hun eigen natie opbouwen.

Dat het 50 jaar na WO II mogelijk is een dergelijke verklaring op te stellen, is in de eerste plaats te wijten aan de verandering in Tsjechië na 1989. De leiders van de periode voor de “fluwelen revolutie” waren steeds van oordeel geweest dat ze zich niet hoefden te excuseren, want noch de Tsjechen noch de Slovaken waren de agressors. Het was precies hun volk dat te lijden had gehad van de gruweldaden van de nazi’s en hun Sudeten-handlangers, en dat ze nog steeds zaten te wachten op een schadeloosstelling vanwege de Bondsrepubliek.

De huidige leiders van het nieuwe Tsjechië staan nu reeds voor hun machtspositie in de staatsleiding bij hun Duitse broodheren in het krijt, die in het post-socialistische Tsjechië reeds aardig veel invloed wisten te veroveren in economie en media.

De Duitse overheersing

Dank zij hun economische overheersing in Europa, en meer specifiek in Centraal-Oost-Europa, heeft de Duitse Bondsrepubliek de mogelijkheid door druk en verdoken sancties deze landen naar haar hand te zetten. Bonn slaagt erin om bij de openbare opinie deze overheersing als normaal en democratisch te doen overkomen. Druk om tot de huidige regeling te komen is er zeker uitgegaan van de Sudeten-Duitsers die in Beieren wonen. Als de Tsjechische regering nu erkent dat de uitwijzing een onrecht is geweest, erkent ze – zonder het expliciet te vermelden -het recht op een thuisland op Tsjechische bodem.

Deze erkenning van schuld opent ook deuren voor een eventuele toekomstige eis tot schadevergoedeing en aanspraak op vroegere bezittingen, wanneer het internationaal klimaat daar gunstig voor is. Het is ook een opening naar het in vraag stellen van de akkoorden van Potsdam, waardoor de verhouding van Duitsland met de buren op de helling zou kunnen worden gezet. Het is dan ook de vraag of de Sudeten Landmanschaften het verdrag zoals het nu voor ligt, ook wel zulllen aanvaarden, en niet de druk op de Bondsregering nog zullen verhogen. De CDU-CSU-partij kan dergelijke druk niet zomaar negeren, daar de Sudeten Duitse kiezers in Beieren een belangrijk stemmenpotentieel voor haar uitmaakt.

Dit akkoord moeten we ook zien in het kader van de Tsjechische betrachting om bij “Europa” te horen. Dit optreden van Duitsland vormt een duidelijk signaal aan de Tsjechische regering die haar toetreding tot de Europese Unie en de Navo alleen maar kan wanneer ze instemt met de aanspraken van Duitsland.

Het doorzetten van deze hegemo-nistische doelstellingen van Duitsland, moet voor de vredesbeweging in Europa een alarmsignaal zijn.Want als Praag toegeeft aan de druk van Duitsland en concessies doet aan de Sudeten-Duitsers, zullen anderen volgen. Zij die destijds Silezië, Pommeren, Oost-West Pruisen hebben moeten verlaten zullen gelijkaardige eisen stellen.

In het “twee plus vier – verdrag” na het verdwijnen van de D.D.R. heeft Bonn de bestaande landsgrenzen met haar oosterburen moeten erkennen. Anders zouden de geallieerden geen fiat hebben gegeven voor het opslorpen van de DDR.. Door de akkoorden van Helsinki (1975), werden de bestaande landsgrenzen in Europa vastgelegd. Maar ook dit verdrag is vatbaar voor interpretatie. Dit verdrag stipuleert namelijk dat grenswijziging toegestaan wordt “mits wederzijdse toestemming”.

Hoe meer Duitsland haar economische en media-invloeden in de buurlanden kan uitbreiden, hoe gemakkelijker het voor haar zal zijn haar wil op te dringen aan de regeringen in deze landen. Hoe efficiënter ook haar pletwals kan ingezet worden, niet alleen in Centraal-en Oost-Europa maar ook in de E.U., waar ze zich meer en meer tot doel stelt de Duitse overheersing op de weg naar Europese eenmaking te institutionaliseren.

Wanneer we deze ontwikkeling vaststellen, en nader gaan analyseren, dan krijgt de uitspraak van Kohl in Leuven en in de Frankfurter Allgemeine in januari 1996 een gans andere betekenis. Hij verklaarde toen : “Als we niet in de politieke eenmaking van Europa slagen, dan krijgen we oorlog”. Het is ook in dit kader dat men de beslissingen van Bonn moet zien – en van het Duitse parlement met steun van de SPD en een deel van de groenen -wat betreft het inzetten van de Bundes-wehr buiten het Navo-grondgebied.

Of het Tsjechische parlement de voorliggende verklaring zal goedkeuren, weet ik niet. Of het Tsjechische volk deze kaakslag zal aanvaarden, zullen we in de komende weken kunnen vaststellen. Wat we wel weten is dat dit document meer is dan een louter Duits-Tsjechische aangelegenheid.

Antoine Uytterhaeghe 17 december 1996