’t Kan verkeren

Franse Verkiezingen

Amper twee jaar na de verkiezing van Chirac als president, toen hij tijdens de kiescampagne de sociale onrechtvaardigheid en breuk tussen de bevolkingslagen aan de kaak stelde, en amper twee jaar nadat hij de regering Juppé aanstelde, leden de vertegenwoordigers van rechts een smadelijke nederlaag.

Ondanks dat hij over een meerderheid beschikte van 479 zetels tegen slechts 87 voor socialisten en communisten en de verkiezingen voorzien waren voor maart 1998 ontbond Chirac het parlement. Chirac en Juppé werden reeds een hele tijd geconfronteerd met het verzet van de bevolking tegen hun politiek van groeiende werkloosheid, stijgende levensduurte en sociale afbraak. In opiniepeilingen kwam dittot uiting want de cijfers van vertrouwen schommelden voor Chirac tussen de 30 a 35 % en voor Juppé tussen 25 en 30 %. Chirac trok hier niet de conclusies uit. Met de rug tegen de muur geplaatst omdat nieuwe besparingen moesten worden uitgevoerd om de in het Verdrag van Maastricht voorziene 3 % van het Bruto Binnenlands Product (BBP) om de Euro te halen, hoopte Chirac, door een onvoorziene en korte kiescampagne zijn tegenstrevers te verrassen en zijn ploeg voor vijf jaar, d.w.z. tot het einde van zijn mandaat veilig te stellen. Het is bijna ongelooflijk dat een politicus zo naïef kan zijn en zo’n lage dunk heeft over het politieke bewustzijn van de bevolking. De grote staking van december ’95, het verzet tegen de wet Debré, de strijd van het ziekenhuispersoneel, de klachten tegen de corruptiepraktijken e.a. acties hadden hem nochtans op zijn hoede moeten stellen.
De onweerlegbare overwinning van links, socialisten, communisten, groenen e.a. linkse krachten is dus zeker een streven naar verandering voor een nieuwe en andere aanpak. Maar de overwinning is evenzeer een afstraffing voor de arrogante politiek van de regering Juppé en het verraad van zijn kiesbeloften door Chirac. En wat nu? De socialisten, die de overwinnaars zijn zullen het wantrouwen moeten wegwerken dat overblijft na de nefaste politiek die destijds gevoerd werd onder president Mitterrand en zijn opeenvolgende regeringen. De socialisten blijven de onvoorwaardelijke verdedigers van het Verdrag van Maastricht dat, in zijn huidige vorm, er van uitgaat dat het de bevolking is die offers moet brengen om aan de voorwaarden van de Euro te voldoen. Ook links zal onder druk komen te staan en voor de verwezenlijking van de Europese verplichtingen geplaatst die Chirac, door de ontbinding van het parlement, getracht heeft voor zich uit te schuiven. Maar verenigd links is meer dan de P.S. Het is een samenstelling van pluralistische krachten. Communisten, groenen, M.D.C. e.a. linksen die een andere analyse hebben dan de P.S., een andere benadering van de verandering die ten gunste van de brede lagen van de bevolking moet gebracht worden. Er werden aan de vooravond van de verkiezingen afspraken gemaakt, overeenkomsten afgesloten. De verwezenlijking van de 35 uur zonder verlies van loon, de tewerkstelling van 700.000 jonge werklozen, de afschaffing van de cumul, het afremmen van de privatiseringen en Telecom e.a. staatsbedrijven, een andere hervorming van de sociale zekerheid, verhoging van de belastingen voor de hoge inkomsten zijn een aantal van de objectieven waarin de bevolking op resultaten wacht. De bevolking zal niet meer, zoals in 1981 na de verkiezing van Mitterrand als president, aanvaarden dat na korte tijd linkse aanpak de verkiezingsbeloften worden overboord gegooid om een liberale koers te voeren. Links, en in bijzonder de P.S. draagt dus een grote verantwoordelijkheid. Niet alleen voor Frankrijk maar voor gans Europa staat haar geloofwaardigheid op het spel. Een werkelijke sociale politiek, die aan de verwachtingen van de bevolking beantwoordt, zal zeker een dynamische invloed hebben op het geheel van de Europese arbeidersbeweging.

Een nieuwe mislukking zou echter deuren openen voor extreem rechts en dit met alle gevolgen vandien. En dan, dan gaan we opnieuw donkere tijden tegemoet.

André De Smet