Verkiezingen

Franse Verkiezingen

Een ondemocratisch kiessysteem

Voor de Kamer heeft Frankrijk een meerderheidsstelsel. De verkozenen zitten vijf jaar. Voor de Senaat zijn het getrapte verkiezingen, dus met kiesmannen. De senatoren worden verkozen voor een termijn van zeven jaar. De president zit zeven jaar. Voor de Kamer van volksvertegenwoordigers verloopt de verkiezing meestal over twee ronden.

In de eerste ronde zijn slechts diegene die meer dan 50 procent van de uitgebrachte stemmen behaalden verkozen. Om aan de tweede ronde deel te nemen moet 12,5 % van de ingeschreven kiezers worden behaald. Aangezien er in Frankrijk geen stemplicht bestaat en er steeds een groot aantal personen niet gaat stemmen, kan de kiesdrempel 15% en meer van de uitgebrachte stemmen bedragen. Dit systeem verplicht de partijen voor de tweede stemronde kiesafspraken te maken. In deze tweede ronde bestaat een relatieve meerderheid om verkozen te worden.

Dit betekent dat de kleinste en middelgrote partijen die in hun kiesdistrict niet uit de bus komen als de eerste van hun zuil (meerderheid of oppositie) in de eerste stemronde weinig kans op verkozenen hebben. Hetuiterstextreem rechtse Front National, met wie niemand kiesafspraken wil maken, voor de tweede ronde, valt dus meestal buiten de mand zelf al haalt het in de eerste ronde + 15 % van de stemmen. Dit systeem is niet zonder gevaar. Als de rechtse partijen, als gevolg van de verkiezingsnederlaag, uit elkaar spatten dan is het niet uitgesloten dat sommigen van hen dichter bij het Front National gaan aanleunen. Gezien de verkiezing in vele kiesdistricten slechts van een paar procentjes afhangt, is het niet uitgesloten dat extreem rechts langs die weg aan de macht komt. Wat reeds op lokaal vlak is gebeurd in Toulon,

Orange, Marignane en Vitrolles, kan ook op nationaal vlak gebeuren. De grenzen van de districten zijn ondemocratisch vastgelegd. Dit betekent dat in sommige kiesdistricten volksvertegenwoordigers verkozen worden met enkele tienduizenden stemmen terwijl er in sommige stedelijke centra drie tot viermaal meer nodig zijn. Bij de verkiezingen waren er 6.360 kandidaten of 20 % meer dan in 1993 en 45 % meer dan in 1988. Er zijn 577 kiesdistricten.

De reden hiervan is dat alle partijen die in meer dan 50 kiesdistricten kandidaten voordragen in radio en T.V. aan bod komen en ± 82 fr. per stem aan subsidie inrijven. Dit bracht de Groenen in 1993 niet minder dan 6 miljoen frank op en voor de andere partijen was het navenant. Het moet gezegd worden dat de grote partijen de opkomst van de vele kleine partijen in de hand werken.

Het laat de ontevredenen toe niet voor de grote tegenpartij te stemmen. Bovendien komen ze in de tweede ronde toch niet aan bod en bestaat de kans om hun stemmen aan te trekken. Het is eigenlijk bijna ongelooflijk dat de socialistische partij, die na de overwinning in 1981 het proportioneel kiessysteem terug invoerde – wat dan opnieuw afgeschaft werd toen rechts de overwinning behaalde – dan toch niet opnieuw het proportioneel stern-systeem aan de orde plaatste toen zij opnieuw over een absolute meerderheid beschikte.

Overzeese gebieden stemmen ook

De Franse overzeese gebieden worden door de Verenigde Naties nog steeds als koloniale gebieden beschouwd. Volgens Frankrijk behoren ze tot het land onder de vorm van DOM-TOM gebieden. De Dom gebieden (Départe-ments d’Outre Mer) omvatten Guade-loupe, Martinique, La Réunion, Frans Guyana en Saint-Pierre et Miquelon. Hen wordt het statuut toegekend van een Frans departement en zijn dus onderworpen aan de Franse grondwet. De TOM gebieden (Territoires d’Outre Mer) omvatten Mayotte, Frans Polyne-sië, Nieuw Caledonië, de Wallis en Fortune eilanden, en Australisch en Ancartisch gebied. (Terre Adeline, Kerguelen – eilanden, Corzet, Amsterdam en Saint-Paul) De TOM’s hebben een ander statuut dan de DOM’s. Hoewel ze onderworpen zijn aan de Franse grondwet genieten ze een zekere autonomie. Buitenlandse zaken, economie, financiële en militaire politiek, rechtspraak, hoger onderwijs en transport blijven onder de controle van Frankrijk.

Ondanks de meeste van DOM-TOM gebieden een beperkte bevolking hebben kiezen ze eveneens vertegenwoordigers in het parlement. De DOMTOM gebieden zijn goed voor 22 volksvertegenwoordigers.

A.D.S.

Verkiezingen

Slovakije – Referendum – 23-24/5/97

Over het stellen van de twee eerste vragen in het referendum was ertussen de regering en de oppositie eensgezindheid. Het wel of niet aansluiten bij de NAVO en het opstellen van kernraketten op het grondgebied. Of de derde vraag ja of niet moest gesteld worden was er verdeeldheid. De oppositie, onder leiding van president Michal Kovac, wilde dat de bevolking zich uitsprak over het rechtstreeks verkiezen van de president terwijl premier Vladimir Meciar en zijn regering hierover geen uitspraak wilden om de huidige situatie te behouden waarbij de president door het parlement verkozen wordt. Uiteindelijk kwam de vraag niet op, en zodat de kiezers bij deze warboel verstek gaven. Bij het referendum kwamen dan ook slechts 9,8 % van de ingeschreven kiezers opdagen waarvan 55 % zich uitsprak tegen de aansluiting bij de NAVO. Dus een maat voor niets.

Polen – Referendum – 25/5/97

De Polen moesten hun oordeel vellen over een nieuwe grondwet. Het ontwerp werd goedgekeurd door het parlement o.w. een belangrijk deel van de oppositie. In deze nieuwe grondwet wordt de macht van de president beperkt en een presidentieel regime afgewezen. Dit stoorde o.m. ex-president Walesa die met Solidariteit, de kerkelijke overheid e.a. rechtse figuren opriepen de grondwet te verwerpen.

Ze verwijten eveneens dat de tekst niet de nadruk legt op de katholieke oorsprong van Polen, het niet erkennen van de zwangerschapsonderbreking en dat de nieuwe grondwet het land zou omvormen tot een “bantoustam”. Het heeft niet gebaat. Uiteindelijk werd in het referendum de nieuwe grondwet goedgekeurd met 52,71 % van de stemmen tegen 45,89 % voor de tegenstanders. Slechts 45,86 % van de kiezers kwam opdagen.

Groot-Brittannië ■ Parlement ■ 1/5/97

Het uittredend parlement bestond op het ogenblik van zijn ontbinding door premier John Major uit 651 verkozenen. Hiervan waren er 322 Conservatieven, 327 Labour, 26 Liberaal Democraten en 25 onafhankelijken (waarvan 9 unionisten van Ulster die Major steunden) plus twee vacante zetels.

Groot-Brittannië telt 58 miljoen inwoners waarvan 43,9 miljoen kiezers.

Het parlement wordt verkozen voor 5 jaar en er is stemrecht op 18 jaar.

Het pas verkozen parlement bestaat uit 330 zetels. Groot-Brittannië heeft een meerderheidsstel per kiesomschrijving. Uitgedrukt in procenten en zetels geven de verkiezingen van 1 mei de volgende uitslag: de Nieuwe Labour van Tony Blair 43,17 % (409 zetels) de Conservatieven van John Major 30,6 %(165 zetels), de Liberaal-Democraten 16,71 % (46 zetels), andere 6 % (29 zetels). De Conservatieven behaalden in Schotland en Wales geen enkele zetel meer.

Voor de eerste maal sinds veertig jaar bekwam de Noord-lerse nationalistische partij, Sinn Fein, twee zetels en wordt er de derde partij.

De opkomst bereikt met 71,3 % een historisch laagtepeil. Vijf jaar geleden bedroeg dit nog 76 %. Met een proportioneel kiessysteem zou de verdeling van de zetels er als volgt hebben uitgezien: Labour: 297 in plaats 419; Conservatieven: 204 in plaats van 165; Liberaal-Democraten: 112 in plaats van 45.

 Stemverdeling sinds Wereldoorlog II 
JaarPartijProcentPartijProcent
1997Labour43,17%Conservatieven30,6 %
1992Conservatieven41,2%Labour34,4 %
1987Conservatieven42,3 %Labour30,8 %
1983Conservatieven42,4 %Labour27,6 %
1979Conservatieven43,9 %Labour36,9 %
1974 okt.Labour39,3 %Conservatieven35,8 %
1974 febr.Conservatieven38,1 %Labour43,8 %
1970Conservatieven46,6 %Labour43,0 %
1966Labour47,9 %Conservatieven41,9%
1964Labour44,2 %Conservatieven43,3 %
1959Conservatieven49,4 %Labour43,8 %
1955Conservatieven49,8 %Labour46,4 %
1951Conservatieven48,0 %Labour48,8 %
1950Labour46,3 %Conservatieven43,1 %
1945Labour48,0 %Conservatieven34,7 %

Burkina – Parlement -11/5/97

De partij van de president Blaise Compaoré, het Congres voor de democratie en de vooruitgang, won de wetgevende verkiezingen met 101 volksvertegenwoordigers tegen 10 voor de oppositie.

Mali-President-11/5/97

Alpha Oumar Konoré, de aftredende president, werd herkozen voor een nieuw mandaat van vijf jaar.

Mongolië – President -18/5/97

Van de 1,1 miljoen stemgerechtigden (op de 2,4 miljoen inwoners) namen 80 % deel aan de presidentsverkiezingen. De zittende president Punsalmaagiin Orchibat van de Democratische Unie die 29,8 % van de stemmen behaalde werd glansrijk verslagen door Natsagiin Bagabandi van de Revolutionaire Volkspartij (ex-communisten) die met 60,8 % als overwinnaar uit de bus kwam. Orchibat won in 1993 de presidentsverkiezingen en zijn Democratische Unie, een coalitie van verschillende partijen, won vorig jaar de parlementsverkiezingen. De Democratische Unie behaalde toen 50 zetels, de Volkspartij 24 en 2 zetels gingen naar onafhankelijken. De coalitie die de actieve steun geniet van de Verenigde Staten voerde een beleid van snelle liberalisering door een schokterapie met alle gevolgen vandien voor de bevolking. De mensen kregen het sindsdien veel moeilijker om de eindjes aan elkaar te knopen, de helft van de bevolking is werkloos en volgens de Verenigde Naties is een derde van de bevolking ondervoed. Vandaar deze plotse ommekeer van het kiezerskorps.

Iran – President – 23/5/97

Tweeëndertig miljoen kiezers, op de vierenzestig miljoen Iraniërs namen aan de vijfde verkiezing deel die sinds “de revolutie” in 1979 in Iran gehouden werd. Alle burgers vanaf 15 jaar mogen er, in om het even welk van  de 30.000 kiesbureaus op vertoning van  hun identiteitskaart stemmen. Bij afwezigheid van politieke partijen is er in het land geen meerderheid of oppositie. Op de 238 kandidaturen die voor deze presidentsverkiezingen werden ingediend werden er door de Constitutionele Raad slechts vier weerhouden. De twee belangrijkste waren: Ali Abkar Nateq Nouri, de conservatieve voorzitter van het parlement en Mohamad Khatami, voormalig minister van cultuur die destijds om zijn positieve inbreng door het conservatieve parlement werd afgezet. Een centrumfiguur die later als raadgever werkte bij president Rafsanjani.

“De Standaard” van 23/5 beschreef Nouri nog als de “gedoodverfde” winnaar terwijl “Le Monde” van 24/5 het nog had over de zekerheid dat Nouri het zou halen op Khatami. Beiden sloegen naast de bal en hebben blijkbaar geen rekening gehouden dat er ook in Iran iets aan het bewegen is. Ondanks het maar om een korte kiescampagne ging – twaalf dagen – is er een nooit gezien mobilisatie geweest van de jongeren, vrouwen, intellectuelen en progressieven zodat de uitslag er uiteindelijk als volgt uitziet.

Mahamad Khtami: 69 % van de stemmen. (20,07 miljoen stemmen).

Ali Akbar Nateq Nouri: 25 % van de stemmen. (7,24 miljoen stemmen).

De opkomst bedroeg 80 % van de kiezers.

Alhoewel Khatami als centrumfiguur en opvolger van Rafsanjani moest afrekenen  met een conservatieve meerderheid in het parlement en de druk van de hoogste geestelijke, de rechtse Ayatolla Sayed Ali Khameiné (die de kandidatuur van Nateq Nouri steunde) wijst de uitslag van deze verkiezingen er op dat er progressieve krachten aan het werk zijn die aan invloed winnen.

Frankrijk – Parlement – 25/5 en 1/6/97

Indonesië – Parlement – 29/5/97

Uitslag eerste ronde – metropool en DOM-TOM

Ingeschreven kiezers                             39.215.743

Uitgebreide stemmen                             26.334.439

Onthoudingen in %                                              32,5

Blanco en ongeldige                                      4.94 %

Politieke familiesAantal stemmenProcenten
Totaal rechts9.160.40236,16%
R.P.R.4.259.06116,81 %
U.D.F, (lib.)3.723.64914,7%
diverse rechts1.177.6474,64 %
Totaal links10.665.41042,10%
P.S.6.460.00525,50 %
K.P.2.509.7819,91 %
Groenen910.2533,59 %
diverse linksen775.3713,10%
Totaal extreem links  
(versch.)552.2162,18%
Totaal extreem rechts3.824.00015,09%
Front National3.785.10414,94%
Totaal ecologisten  
(versch.)677.9772,68 %
Totaal verscheidene454.4341,87%

Het eerste dat opvalt is het aantal onthoudingen en blanco stemmen dat 37 % van de ingeschreven kiezers uitmaakt. De “meerderheid” (RPFi en UDF) die twee jaar geleden met Chirac nog de presidentsverkiezingen won, behaalde haar laagste cijfer sinds 1958.

Links gaat aanzienlijk vooruit. De P.S. wint 7 %, de communisten hebben een einde gesteld aan hun terugloop en winnen bijna 1 % en de Groenen die op een eenheidslijst met de P.S. opkwamen gaan er eveneens op vooruit. Onrustwekkend is de uitslag van het extreem rechtse Front National dat sinds 1993 opnieuw met 2,24 % vooruitgaat en bijna de 15 % behaalde die J.M. LePen bekwam tijdens de presidentsverkiezingen.

Tweede ronde (volledige uitslag)

Nodige meerderheid 282 (87 in 1993)

–     Totaal links – 319 zetels

Socialisten                  253            (63 in 93)

Communisten              38            (24 in 93)

Verschillend links      21              (-)

Groenen                          7            (-)

–     Totaal rechts – 256 zetels (479 zetels in 93)

R.P.R.                             134            (258 in 93)

U.D.F.                          108            (206 in 93)

Verschillend rechts   14                (29 in 93

Onafhankelijke               1            (2)

Front National                 1            (-)

Met 28,87 % onthoudingen en 6,32 % blanco en vernietigde stemmen iets minder dan in de eerste ronde is nogmaals gebleken dat meer dan een derde van de kiezers zich afzijdig houdt van het politiek debat.

De regeringspartij, de Golkar, won met 74 % van de stemmen de parlementsverkiezingen en behaalde hiermede de beste resultaten sinds 1971. Onafhankelijke groepen, maar ook niet de door de regering erkende controle organisaties, wijzen op de vele onregelmatigheden die de uitslag van de verkiezingen hebben beïnvloed. De eenheidspartij voor ontwikkeling (RPP) een moslimpartij, bekwam 22,7 % van de stemmen (17 % in ’92). De democratische Indonesische partij (PDI) behaalde slechts 3 % (15 % in ’92).

Slechts deze drie partijen mochten aan de verkiezingen deelnemen.

Zelfs Washington zegde, na het bekend maken van de uitslag, “dat de Indonesische burgers niet over de mogelijkheid beschikken om met democratische middelen van regering te kunnen veranderen”. Het ondemocratisch karakter wordt nog duidelijker als men weet dat de president nog 75 leden mag aanduiden aan het uit 475 leden bestaande parlement.

Honderdvijfentwintig miljoen Indonesiërs konden aan de verkiezingen deelnemen.

De kiescampagne ging echter gepaard met veel gewelddaden waarbij ruim 200 mensen het leven verloren. Het enige nieuw geluid in de Indonesische politiek, mevr. Megawati Sukarnoputri (de dochter van de stichter van de republiek Sukarno) mocht echter aan de verkiezingen niet deelnemen. Voorheen was ze voorzitster van de P.D.I. waar ze over een grote invloed bezit, maar werd door een tussenkomst van Golkar uit haar post ontzet. Het was sindsdien verboden zelfs haar naam Megawati … uit te spreken.

De huidige president Suharto die na een bloedige staatsgreep, tussen 1963 en 1968 verantwoordelijk is voor de moordpartij op meer dan 500.000 personen verdacht van lid te zijn van de communistische partij, heeft sindsdien een ware dictatuur uitgebouwd.

Dit was voor het westen echter geen hinder om hem met veel eerbied te bejegenen en hij werd zelf een aantal jaren terug in ons land door de koning ontvangen. Het is algemeen bekend dat zijn familie en regeringsleden betrokken zijn in talrijke corruptieschandalen en dat deze een grote macht uitoefenen in ’s lands economie. Het nieuwe parlement zal slechts eenmaal samenkomen en dit om een uitspraak te doen over de verlenging van het mandaat van Suharto als president. De enige mogelijke tegenkandidaat mevr. Sukarnoputri kan gezien ze uitgesloten werd als voorzitter van de P.D.I. hiervoor niet meer in aanmerking komen. Indonesië is een staat met twintigduizend eilanden verspreid over 5000 km2 en is het meest bevolkte moslimland in de wereld.

Canada – Parlement – 2/6/97

Premier Jean Crétien die zoals president Chirac, vervroegde verkiezingen liet houden, is er eveneens bekaaid uitgekomen. Zijn liberale partij verloor 19 zetels maar behield toch met 105 op de 301 zetels de absolute meerderheid.

De rechtse Reform Partij, tegenstander van een onafhankelijk Quebec, werd met 60 zetels, een winst van 8, de tweede grootste partij. Dit betekent dat volgens de Britse tradities, die in Canada nog van kracht zijn, zij de “officiële oppositiepartij” wordt.

De New Democratie Party (NDP) die dicht bij de vakbonden staat, verdubbelde haar aantal zetels tot 21. De ooit machtige progressieve conservatieve partij, die na met 160 zetels in de regering te hebben gezeten, maar teruggevallen was op 2, behaalde nu 20 zetels. Het separatistische Bloc Quebecois, sleepte 40 zetels in de wacht, wat een verlies betekent van 10 zetels. Met 44 zetels, die alle uit Quebec komen blijft ze wel een meerderheid behouden in het parlement van de Franstalige provincie dat uit 75 leden bestaat. Het perspectief van een nieuw referendum over de afscheiding zal na deze uitslag wel naar later verwezen worden. De opkomst bedroeg 67 %.

Algerije ■ Parlement ■ 5/6/97

Er waren 380 afgevaardigden te verkiezen voor het nieuwe parlement dat, volgens de in nov. 96 in een referendum goedgekeurde grondwet, op 5 juni moet verkozen worden. De Nationale Vergadering (380 leden) wordt samengesteld volgens een systeem van proportionele vertegenwoordiging en heeft een mandaat van 5 jaar. De Raad van de Naties (senaat) bestaat uit 144 leden die niet rechtstreeks verkozen worden. Twee derden wordt aangeduid door verkozen lokale besturen en het overblijvende derde door de president benoemd. Allen hebben een mandaat van 6 jaar. De verkiezingen van de lokale besturen zijn in principe voorzien voor eind van dit jaar.

39 partijen namen aan de voorbije verkiezingen deel met 7.486 kandidaten.

Democratisch Nationaal Verbond (RDN):               155 zetels

Beweging voor Democratische Maatschappij (MPS):69 zetels
Nationaal Bevrijdings Front (FNL):                             64 zetels

Ennahda:                                                                        34 zetels

Front voor Socialistische Krachten (FFS):                 19 zetels

Front voor Cultuur en Democratie (RDC):                19 zetels

Arbeiderspartij:                                                                4 zetels

Andere:                                                                           16 zetels.

Gezien het door de nieuwe grondwet verboden is religieuze of streekgebonden namen als partij te gebruiken kwamen de islamitische partijen op onder de naam van Beweging voor een Democratische Maatschappij en Ennahda. Waarnemers betwisten de eerlijkheid van deze verkiezingen. Zo is het vreemd dat het Democratisch Nationaal Verbond (RDN), de partij van president Zeroual, die pas drie maand bestaat, zo sterk uit de bus komt. Zo moeten ook vragen gesteld worden rond het feit dat de MPS, waarvan de voorzitter Cheikh Nahnah, die anderhalf jaar geleden bij de presidentsverkiezingen nog 2,9 miljoen stemmen behaalde, nu op de helft teruggevallen is. Het zelfde betreft het Front voor Cultuur en Democratie (RDS) waarvan de leiders in nov. 95 nog één miljoen stemmen kreeg waarvan er nu nog slechts 400.000 zouden overschieten.

Ook wat de opkomst betreft blijkt er gesjoemeld te zijn. Officieel wordt gesproken van 65,5 %, wat reeds aanzienlijk lager is dan bij het referendum, maar experten spreken van hoogstens 50 %. In de hoofdstad Algiers zouden er, volgens de regering 43,2 % kiezers opgekomen zijn, maar volgens waarnemers zou het hier slechts om 30 % gaan. Het ziet er dus naar dat deze ondemocratische verkiezingen niet zullen bijdragen om een oplossing te vinden in de Algerijnse warboel waarin, sinds het verbod van het Islamitisch Front (FIS) na de eerste ronde van de eerste pluralistische parlementsverkiezingen reeds 60.000 mensen bij gewelddaden het leven verloren.

Ierland ■ Parlement ■ 5/6/97

De centrum linkse regeringscoalitie bestaande uit Labour, Fine Gael en Democratisch Links heeft de duimen moéten-leggen tegenover het centrum rechtse blok van de Fianna Fail en de Progressieve Democraten. De uitslag ziet er uit als volgt:

Fianna Fail:                                39,9 %       (77 zetels + 9)

Fine Gael:                                   27,9 %       (54 zetels – 7)

Labour:                                        10,4%       (17 zetels – 15)

Progressieve Democraten:    4,7 %             (4 zetels – 4)

Democratisch Links:                 2,5 %           (4 zetels – 4)

Groenen:                                     2,8 %           (2 zetels + 1)

Sinn Fein:                                    2,5 %           (1 zetel)

Andere:                                        9,3 %           (7 zetels = 3)

Er waren 166 zetels te verdelen. Sinn Fein, de politieke arm voor het Noord-lerse Ira, komt voor de eerste maal ook in Ierland in het parlement.

OP MAAT GESNEDEN

Verkiezingen zijn meer en meer een kwestie van grof geld geworden.

In Duitsland, Frankrijk, Italië en België’ ontvangen, althans de grootste partijen, subsidies voor hun verkiezingscampagnes maar worden de uitgaven in principe beperkt. De Amerikaanse belastingbetaler financiert slechts de presidentsverkiezingen (235 miljoen dollar in 1996). Gemiddeld kost de verkiezing van een volksvertegenwoordiger in Europa 1,8 miljoen frank. In de Verenigde Staten kost een zetel bijna tienmaal meer en nog eens tien maal meer voor een senaatszetel.

Globaal hebben de Amerikaanse verkiezingen in 1996 (president, parlement en gemeenten) 4 miljard dollar gekost. Alleen de presidentsverkiezingen slorpten 800 miljoen dollar op wat het dubbel betekent van in 1992. (wat ook reeds het dubbel was van in 1988) In 1996 beschikten 28 van de 100 senatoren over een fortuin van 1 miljard dollar. In Massachusetts en Oregon gingen de verkiezingen door tussen twee dollar miljonairs, de ene democraat de andere republikein.

Dit alles heeft Christopher Dodd, de voorzitter van de democratische partij, niet verhinderd te verklaren “Het maakt geen verschil uit, of ge BUI Gates, de rijkste man van Amerika zijt of iemand die zonder werk zit. Uw stem heeft dezelfde betekenis”.

Verkiezingen: Informatie en commentaar: André De Smet