Tokio wordt oorlogsbondgenoot van V.S.

Het Veiligheidsverdrag tussen Japan en de V.S. had het over een bescherming van Japan tegen bedreigingen van de Sovjetunie. Daarom kan het V.S.-leger basissen gebruiken in Japan “om bij te dragen tot de veiligheid van Japan en het behoud van de internationale vrede en veiligheid in het Verre Oosten”. Er zal gemeenschappelijk worden opgetreden bij een gewapende aanval (sedert 1978: ais een gewapende aanval ‘imminent’ is) tegen een van beiden (VS of Japan) in gebieden die onder de Japanse bevoegdheid vallen. Dit Verdrag werd nu ‘aangepast’aan de nieuwe situatie.

Ten eerste

De militaire basissen van de V.S. in Japan werden vorig jaar gebruikt om aanvalsvluchten te lanceren tegen het Midden Oosten en andere delen van de wereld. Toen in september 1996 Irak V.S.-kruisraketaanvallen moest verteren werden de VS-basissen Yokusaba, Kadena en Misawa daarvoor ingeschakeld. Het is nogal evident dat Irak niet in het ‘Verre Oosten’ ligt, en de Japanse regering werd niet geconsulteerd. Ze werd enkel ingelicht dat er een aanval zou worden opgezet. Hieruit blijkt dat het voor de VS vanzelfsprekend is dat Japan gebruikt kan worden voor dergelijke aanvallen, sinds het Veiligheidsverdrag recentzijn actieradius wijzigde van ‘Verre Oosten’ naar regio ‘Asia-Pacific’.

Bovendien werd besloten om een helihaven-op-zee te bouwen binnen de Okinawa-prefectuur, om de sluiting van Futenma Air Station te compenseren. Er worden VS-maneuvergebieden verplaatst naar legerterreinen op Japan’s grootste eiland, en het KC-130-bevoorradingsvliegtuig wordt nu gestationeerd op de Iwakuni Basis. Gans deze operatie moet dienen om de VS-basis in Okinawa en elders veilig te stellen, en om ze in te kunnen schakelen in de globale VS-strategie.

Ten tweede

Sedert de vergadering van het gemeenschappelijk militair adviescomité van september ’96, zijn er ook nieuwe richtlijnen in voorbereiding. Hierbij gaat het eerst om nieuwe afspraken over het gebruik van Japanse infrastructuur (militaire basissen, civiele vliegvelden en havens) – en logistiek (transport, onderhoud, medische diensten, militaire inlichtingen) op het moment dat het VS-leger effectieve gevechten aangaat. Vervolgens is het de bedoeling tot een akkoord te komen over Japanse militaire hulp aan VS-troepen in gevecht, buitenlandse missies voor het Japans leger (officieel “Japanse Zelfverdedigingstroepen”) zelfs naar de frontlinie om “mijnen te vegen, schepen en oorlogsbodems te stoppen”. De onderhandelingen hieromtrent gaan door op een hoog tempo.

Sedert oktober vorig jaar is er ook een gezamenlijk aankoop- en evaluatieakkoord. Theoretisch zou dit alleen in vredestijd gelden maar alles wijst erop dat dit akkoord ook in oorlogstijd zal blijven fungeren.

De inhoud van de gemeenschappelijke maneuvers is ook grondig veranderd. “Keen Sword ’97” was een geïntegreerde oefening van Japanners en Amerikanen gecombineerd met de US-Koreaanse gezamenlijke maneuvers. De Japanse marine escorteerde daarbij Amerikaanse vliegdekschepen die duidelijk Noord-Korea als doelwit hebben. Hieruit leiden wij af dat in geval van een ‘noodsituatie’ op het Koreaanse schiereiland er gezamenlijke militaire acties zullen komen tussen de V.S., Japan en Zuid-Korea, waarbij de VS-troepen in Japan de centrale rol spelen.

Strategie

Aangezien er geen Sovjet-vijand meer is worden er nieuwe bedreigingen gezocht in de derde wereld, zoals Irak, Noord-Korea, Iran en Libië. Washington noemt deze landen de ‘rogue states’ (vagebondlanden of onkruidlanden, red.). Onder het voorwendsel van militaire repressie van deze ‘onge-controleerden’ is de Verenigde Staten bezig met een reorganisatie en een consolidatie van z’n eigen troepen, en tegelijkertijd worden er voor de NAVO en de Japanse-Amerikaanse alliantie actievere rollen voorzien. Een voorbeeld tot wat dergelijke strategie leidt vinden we in aanvallen tegen Irak vorig jaar. Het was een eigengereid optreden van de V.S. aangezien het internationaal recht of VN-resoluties Washington geen vrijge-leide geven om te sanctioneren.

Hiroshi Suda algemeen secretaris van het Japans Vredescomité