Waar moeten para’s voor dienen ?

Aan de zaak van het gedrag van de para’s in Somalië in 1993 zitten veel aspecten vast. Het gedrag van de para’s. De doofpotoperatie van de legerleiding (toen Artsen Zonder Grenzen een rapport opstelde over het beestachtige gedrag van de para ‘s, kreeg deze organisatie van de legerleiding in Somalië te horen, dat ze zulke rapporten beter niet zouden opstellen, omdat de hulpverleners anders wel eens in de problemen zouden kunnen komen). De afzonderlijke berechting van de para’s die zich aan misdadig gedrag schuldig hebben gemaakt, zodat de metafoor van de “enkele rotte appels” weer eens kan worden bovengehaald en de leiding buiten schot blijft. In Canada werd de eenheid die zich in Somalië aan soortgelijk gedrag schuldig had gemaakt ontbonden. In Italië waren twee generaals verplicht af te treden. In België is er officieel niets aan de hand. Een voorstel, dat militairen die van wangedrag beschuldigd worden, door een gewone rechtbank zouden worden berecht en niet door een militaire rechtbank, werd verontwaardigd afgewezen. Een civiele rechter beschikt immers niet over de militaire kennis om het gedrag van mannen te beoordelen die kinderen roosteren of vrouwen verkrachten. Daarvoor moet je een militaire opleiding hebben genoten.

Dan blijven er nog twee fundamentele vragen: waar dienen para’s voor, en wat hadden ze daar in Somalië verloren?

Eerste vraag. Para-troepen zijn een eenheid, opgeleid om in conflictsituaties snel en doeltreffend in te grijpen. Cru gesteld: een para-eenheid moet, in extreme omstandigheden, kunnen optreden als een moordmachine. Ze is dus samengesteld uit harde binken die een zeer harde opleiding “genoten” hebben. Hoe die opleiding er in detail uitziet, weet ik niet. Ik kan alleen veronderstellen dat er allerlei fysieke krachtpatserij bij te pas komt, maar ook dat er enige mentale vorming bijhoort. Bij de opleiding van Amerikaanse eenheden die naar Vietnam zouden worden gestuurd was het bijvoorbeeld de regel, dat men nooit over “Vietnamezen” mocht spreken, maar uitsluitend over “gooks”. De vijand moet dus ontmenst worden en voorgesteld als een lagere diersoort die moest worden uitgeroeid. Er is dus ook meer dan één My Lai geweest, waarbij hele dorpen, vrouwen, kinderen, grijsaards, werden uitgemoord.

Zo bar zal het er bij de Belgische para ’s wel niet aan toe gaan. Ze worden immers niet voorbereid op het vechten tegen een concrete vijand. Maar ze moeten wél worden voorbereid op drastisch militair ingrijpen, dat wil zeggen dat er bij hen gewelddadige reflexen moeten worden ingepompt. Ik neem aan dat die brute gewelddadigheid niet bij elke individuele para ook buiten een gevechtssituatie stand houdt en aanleiding geeft tot misdadig gedrag. De jongeman die het roosteren van een kind heeft uitgebracht en zijn getuigenis heeft versterkt men een foto, was uiteindelijk ook een para. Men kan dan tot in den treure discussiëren over de vraag hoeveel rotte en hoeveel gave appels er in de mand zaten ( en zitten). Maar het probleem lijkt veeleer te zijn – als ik de metafoor nog even mag doortrekken – dat de mand waar de appels in liggen op de eerste plaats zelf rot is. Het rapport van Generaal Schoups, dat in de pers is uitgelekt, leek in die richting te wijzen, maar de generaal heeft achteraf – naar goede Belgische gewoonte – zijn uitlatingen afgezwakt door te zeggen dat de journalisten ze “uit hun verband” hadden gerukt. Generaal Schoups is ongetwijfeld een eerbaar man, maar het “systeem” is sterker dan één man. In elk geval blijkt uit zijn rapport dat de para’s reeds tijdens hun opleiding te kampen hebben met drankproblemen, ondisciplinair gedrag en racistische reflexen, en dat er nogal wat sympathie bestaat voor extreem-rechtse “ideeën”. Een geïnterviewde para, die blijkbaar gebukt ging onder de slechte reputatie van zijn eenheid, verklaarde in een interview “dat er in alle lagen van de maatschappij racisme te vinden is, dus ook bij de para’s”. Dat is juist. Maar ten eerste zijn de meeste mensen die met racistische neigingen rondlopen niet in een positie om, geïnspireerd door die neiging, misdadig gedrag te vertonen. En ten tweede zijn de feiten waarvoor para’s worden aangeklaagd op de eerste plaats misdadig. Dat ze vermoedelijk ook nog een racistische dimensie hebben, is een overweging die op de tweede plaats komt. In elk geval is duidelijk gebleken, dat de para’s niet geschikt zijn voor de taken die hun worden toevertrouwd. Dat men troepen die getraind zijn als vechtmachines erop uitstuurt om “vredesopdrachten” of “humanitaire opdrachten” uit te voeren, zou lachwekkend zijn, als de gevolgen niet zo schokkend waren.

Dat men troepen die getraind zijn als vechtmachines erop uitstuurt om “vredesopdrachten” of “humanitaire opdrachten” uit te voeren, zou lachwekkend zijn, als de gevolgen niet zo schokkend waren.

Waar zijn die para ’s dan wel voor geschikt ? Om oorlog te voeren ? Ongetwijfeld. Om waar oorlog te voeren ? Om onze grenzen te verdedigen ? Natuurlijk niet. Om in Afrika oorlog te voeren ?Neen, nee, nee, niet om oorlog te voeren, maar om “humanitaire opdrachten” uit te voeren. Humanitaire opdrachten? Zie hoger.

Aan verscheidene reporters hebben vertrekkende para’s gezegd, toen ze naar Somalië trokken, en ook toen Rwanda en daarna Congo-Brazzaville aan de beurt kwamen, dat ze “er eens goed wilden invliegen”. (Bron: Journaal van Mark Grammens, 17 juli) Natuurlijk wilden ze dat. Daar zijn ze voor opgeleid. In Rwanda moest tien procent van de troepen inderhaast worden teruggestuurd wegens wangedrag, in ex-Joegoslavië hebben ze de plaag van de drugs binnengebracht (aldus de Kroatische voetballer Josip Weber). (zelfde bron)

Als de para’s dus niet bestemd zijn om ergens ter wereld oorlog te gaan voeren, en als ze, door hun opleiding, totaal ongeschikt zijn voor humanitaire opdrachten of vredesmissies, waar moeten ze dan in ’s hemelsnaam voordienen? Nergens voor.

Bewijs de mensheid een bescheiden dienst. Schaf ze af. Dan is er althans één factor minder waarover België zich moet schamen.

Willy Courteaux