Op vlucht voor de oorlog

Pleidooi voor een ontheemdenstatuut voor de Koerdische vluchtelingen

Naar aanleiding van de hongerstaking van Koerdische asielzoekers (dec. 97 – jan. 98) zou de minister van binnenlandse zaken rapporten over Koerdistan opvragen bij de asielcommissie, de Turkse ambassade en de Belgische ambassade in Turkije. De coördinatie “Stop de oorlog tegen het Koerdische volk” bood ook haar verslag aan. Een uittreksel.

Gewone mensen werden verplicht door een mijnenveld te lopen. Boeren worden gedwongen hun goed achter te laten. De oorlog heeft de streek economisch aan de grond gebracht, met massale werkloosheid tot gevolg. Alles wijst erop dat de economie een bewust doelwit is van het leger, speciaal in de afgelegen en moeilijk toegankelijke gebieden. Deze vluchtelingen als economische vluchtelingen omschrijven doet de waarheid geweld aan. In werkelijkheid zijn het oorlogsvluchtelingen.

Het Turkse leger past de techniek van de verschroeide aarde toe door het leegplunderen en verwoesten van huizen of hele dorpen, en het afbranden van landbouwgronden en bossen. Verschillende steden zijn tijdens één of meerdere raids voor een belangrijk deel vernietigd, waarbij ook tal van burgers werden gedood. Tot op vandaag worden dorpen ontruimd om te vermijden dat de PKK zich er kan bevoorraden. In 1993 waren dat er 874, in 1994 stijgt het aantal tot 2.374, in 1995 gaat het om 2.489 dorpen, in januari 1997 om 2.759. De laatste cijfers gaan in de richting van 3.000 dorpen en meer.

De Koerden hebben recht op het ontheemdenstatuut zolang Turkije de volkeren- en mensenrechten van de Koerden niet erkent en niet toepast.

Wanneer daaraan voldaan wordt en wanneer zij niet langer hoeven te vrezen voor hun leven en voor de repressie van het leger is 97,3% van de vluchtelingen bereid terug te keren naar hun dorpen.

Het beginsel van niet-terug-wijzing in artikel 3 van de UN Declaration of Territorial Asylum zegt: “Een asielbe-hoevende zal niet worden onderworpen aan maatregelen zoals afwijzing aan de grens of uitzetting of gedwongen terugkeer naar een staat waar hij kan worden onderworpen aan vervolging”.

Coördinatie “Stop de oorlog tegen ’t Koerdische volk”

Officiële cijfers melden dat 85 tot 90 procent van de mensen uit de dorpen naar de steden is getrokken. Vijf miljoen mensen hebben buiten hun wil om, de woonplaats moeten veranderen. De mensen die daardoor naar de steden in het westen trokken, moeten overleven in een ongezonde situatie.

Daar de Koerden zowel in hun volkerenrechten als in hun mensenrechten voortdurend door de Turkse staat worden aangetast, en daar de huidige Turkse politiek geen enkele garantie biedt voor een verbetering van de toestand voor de Koerden, eist de coördinatie “Stop de oorlog tegen het Koerdische volk” politiek asiel op basis van een collectief statuut, d.w.z. een ontheemdenstatuut.

Dit impliceert:

1.de erkenning als politiek vluchteling van alle Koerdische vluchtelingen

2.de erkenning van de oorlog in Koerdistan, waardoor de Koerden als “volk” gedwongen worden te vluchten onder de voortdurende schendingen van de volkeren- en mensenrechten van de Koerden door de Turkse staat 3.een gelijke behandeling als de burgers van het land waar zij tijdelijk verblijven.

Er woedt een echte oorlog in Turkije, een oorlog die het midden houdt tussen een klassieke oorlog en een Low Intensity Conflict. Sinds 1992 is in een groot gedeelte van de Koerdische provincies de noodtoestand van kracht. D.w.z. dat het leger alle politieke sleutelposten bezet. Bovendien wordt de parlementaire controle daardoor uitermate moeilijk.

De herhaalde vraag van de PKK om te onderhandelen en te zoeken naar een politieke oplossing wordt door het leger gezien als een teken van zwakte. Dit verklaart wellicht de grote operaties van het Turkse leger in het Zuid-Oosten, en over de grens op het grondgebied van Irak.

Alle elementen wijzen ook in de richting van een ‘vuile’ oorlog, met oorlogsmisdaden allerhande. Het blijft evenwel wachten vooraleer de eerste oorlogsmisdadigers worden aangeklaagd. Nochtans is er genoeg materiaal voorhanden om de hele Turkse militaire top te achtervolgen.