Lenteleven

Frisse winden wekken
strelend bloem en veldgewas.
Een schuchter zonnetje komt reeds schijnen
’s morgens vroeg op mijn terras.
O, wat speels geluid daarbuiten
nu d’eerste merels vechtend Fluiten.
’t Is net of ’t leven blij ontwaakt
na een lange winterslaap.
De bomen en het struikgewas
getooid met katjes glanzend zacht.
Alles kleurt in voorjaarspracht
nu de nieuwe lente op mij wacht.
Jozef Vandromme
De blijde mei is daar!
Zie, hoe wonderbaar het leven
In de natuur zich openbaart, alles groeit,
alles bloeit terwijl het bijtje onvermoeibaar stoeit.

Blauwe luchten zie ik rusten.
De vijver parelt in de zon.
‘k Voel in mij een blij ontwaken,
de lentevreugd is in mijn hart.

Nu de avond mij komt bevangen
met een innig, vroom verlangen
en reine klanken zweven rond de veldkapel
weet ik …
de blijde mei is daar!
Jozef Vandromme