50 jaar NAVO is genoeg

Washington D.C., 4 april 1949 “(…) De Partijen bij dit Verdrag zijn vastbesloten om de vrijheid, het gemeenschappelijk erfdeel en de beschaving van hun volken, welke zijn gegrondvest op de beginselen van democratie, persoonlijke vrijheid en rechtsorde, veilig te stellen. Zij zullen zich beijveren de stabiliteit en de welvaart in het Noord-Atlantisch gebied te bevorderen. Zij zijn besloten haar krachten te verenigen voor de gemeenschappelijke verdediging en voor het behoud van vrede en veilig”De Partijen komen overeen dat een gewapende aanval tegen een of meer van haar in Europa of Noord-Amerika als een aanval tegen haar allen zal worden beschouwd ; zij komen bijgevolg overeen dat (…) ieder van haar de aangevallen partij zal bijstaan in de uitoefening van het recht tot individuele of collectieve zelfverdediging”, (uittreksel uit Verdragtekst NAVO) Het Warschaupact werd pas in 1955 opgericht nadat West-Duitsland was toegetreden tot de NAVO.

Bescherming economisch systeem

De crisis van het kapitalisme, die zich o.m uit door overproductie en afzetpro-blemen, verscherpt de bestaande binnenlandse en internationale maatschappelijke verhoudingen. Wij ondervinden dat door deregulering, werkloosheid, bestaansonzekerheid, verarming, uitsluiting, overuitbuiting van de derde wereld, privatiseringen. We zien dat ook aan de concentratie van rijkdom, aan de gunsten en het vrij spel voor transnationale ondernemingen, aan de totale vrijheid voor speculatief en investeringskapitaal. De militaire structuur van de NAVO moet een garantie vormen voor de hegemonie van het westers kapitalisme over de hele wereld.

Sedert de wederinvoering van het kapitalisme in het voormalige ‘Oostblok’ en de implosie van het Warschaupact moet de economische verovering van Midden- en Oost-Europa, en van de ex-Sovjetunie ondersteund worden door militaire middelen die de nieuwe stabiliteit dienen te garanderen: de toekomst van de NAVO ligt in haar uitbreiding,

heet het dan. Ook de andere bijkomende structuren als Partnership for Peace, de NAVO-Rusland Raad, de aparte overeenkomsten met verschillende landen uit het Middelandse-Zeegebied, vormen de waarborg dat deze landen in de Atlantische invloedssfeer worden verankerd. Formele meerpartijendemo-cratie en vrije markt, zeg maar kapitalisme, worden verheven tot absolute wereldnormen. De NAVO-invloed gaat op die manier tot in de derde wereld, waar belangrijke grondstoffenreserves te vinden zijn.

Suprematie van de V.S.

Zoals bij de oprichting is ook vandaag de verdere bestaansreden van de NAVO te vinden in de betrachting om Europa en Noord-Amerika economisch, politiek aan mekaar te binden onder een militaire paraplu. De NAVO moet vandaag voor de V.S. ook dienen om de krachtsverhoudingen in de westerse wereld van na WOU te bestendigen in de post-koude-oorlogtijd: de suprematie van de Verenigde Staten. Zeker de grotere lidstaten hebben onderling tegenstrijdige belangen, maar in het verdedigen en verspreiden van de “vrije markt” vormen ze een hecht bondgenootschap onder leiding van de VS.. De militair-technische vertaling van deze suprematie concretiseert zich in het feit dat in de NAVO informatie- en communicatiekanalen – centrale elementen in moderne oorlogsvoering -Amerikaans zijn, dat de technische normen door de Noord-Amerikaanse wapenindustrie bepaald worden, en dat de kleinere lidstaten onder druk worden gezet om een minimum budgetgroei aan te houden, in de eerste plaats bedoeld om materieel aan te kopen. De V.S. wil haar technologische superioriteit absoluut behouden en verder doordrukken.

Er gaat van het bondgenootschap een druk en een logica uit voor constante vernieuwing en modernisering van de bewapening. Een kwalitatieve bewapeningswedloop als het ware. Vandaar ook opnieuw de pleidooien in ons land om het defensiebudget te verhogen. (De NAVO vraagt 3% verhoging). Voor het Militair-Industrieel Complex vormen de nieuwe lidstaten een gigantische afzetmarkt door een totale omschakeling van hun bewapening naar NAVO-normen. Het Duitse DASA krijgt het contract om MIG’s compatibel te

maken met Westerse technologie, in afwachting van volledige vernieuwing van het oorlogsmateriaal. De militaire uitgaven van de (huidige en toekomstige) nieuwe lidstaten zullen fors worden opgetrokken en zullen willens nillens de sociale budgetten aanvreten, en dat precies in landen waar de invoering van het kapitalisme een ware sociale ravage heeft veroorzaakt.

Nucleaire afdreiging

De NAVO wil ten allen prijze haar absolute superioriteit behouden. De nucleaire afschrikking blijft de hoeksteen, ook tegen “vijanden” die zelf niet over atoomwapens beschikken. Het NAVO-hoofdkwartier blijft zich het recht toeëi-genen om als eerste het atoomwapen te gebruiken, om mogelijke aanvallen met biologische of chemische wapens tegen te gaan. Stel u even een atoombombardement voor van een chemische installatie. Dergelijke politiek vormt een stimulans voor anderen om ook zelf naar atoomwapens te streven. Bovendien moet elke NAVO-lidstaat een nucleaire taak op zich kunnen nemen, zodat Washington resoluut weigert om de feitelijk gedenucleariseerde kandidaat-lidstaten via een verdrag ook officieel te denucleariseren. “Er bestaan geen twee soorten lidstaten”, stelt VS-president Clinton. Dit alles ondanks het feit dat het Hooggerechtshof van Den Haag het atoomwapen illegaal verklaarde, en ieder land verplicht is om atoomontwapeningsgesprekken aan te vatten.

Interventionisme

De NAVO definieerde zichzelf als een territoriaal verdedigingsverbond. Vandaag moeten we de vraag stellen wie het NAVO-gebied bedreigt? Ook voor de NAVO-strategen is de vijand niet meer zo nauwkeurig te omschrijven zoals voorheen. NAVO-secretaris Willy Claes ontdekte toentertijd het islamitisch gevaar dat hij als kwaadaardiger omschreef dan communistisch Moskou. Vandaag wil de minister van buitenlandse zaken van de VS., Made-leine Albright, optreden tegen nucleaire spreiding, internationaal terrorisme, drugshandel en de zogenaamde schurkenstaten (waarmee men o.m. Noord-Korea bedoelt, Libië, Irak, Iran). Hieruit volgt dat het verdedigingsconcept wordt omgevormd naar een strate

gie om daar op te treden waar de westerse belangen op het spel staan. De statutaire beperking (in overeenstemming met het internationaal recht) tot verdediging van het grondgebied moet dus worden doorbroken. In de plaats komt collectieve verdediging en veiligheidsuitbreiding tot voorbij de grenzen: de out-of-area-op-drachten. Onder het mom van vredesoperaties wordt de publieke opinie klaargestoomd om deze fundamentele wijziging in de militaire strategie te aanvaarden, of zelfs heftig voor te staan. Selectief interventionisme dus op basis van de westerse economische en politieke belangen.

Zelfmandatering

Zolang de Verenigde Naties slaafs volgden wat Washington voorschreef (cfr Golfoorlog) beschouwde men dit internationaal orgaan als interessant. Vandaag wil Washington dat de NAVO de handen volledig vrij krijgt. “Het kant toch niet dat NAVO-optreden bepaald of gestremd wordt door diplomatieke onenigheid of politieke discussies in de VN-Veiligheidsraad”, aldus Madeleine Albright.

Op een bepaald ogenblik slaagde de NAVO erin zichzelf als gewapende arm van de OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa) op te stellen. Vandaag wil men dat de OVSE een politieke dekking geeft aan het politieke en militaire optreden van de NAVO. De NAVO wordt zelf een directe factor op het politieke veld (ten koste van VN en OVSE) met Amerikaanse superonderhandelaars (cfr Holbrooke in Kosovo), die dan zelfstandig inschatten of er militair zal worden opgetreden, waar dan de strategie van luchtaanvallen de algemene regel wordt.

Europees leger

Er is in het kader van de NAVO een bepaalde beweging aan de gang om de Europese landen een belangrijkere rol toe te kennen. De mogelijke uitbouw van een Europese pijler – uitvoering van NAVO-opdrachten zonder deelname van Amerikaanse troepen – zal binnen de NAVO de afhankelijkheid ten opzichte van de Noord-Amerikaanse logistiek en communicatiemiddelen niet fundamenteel wijzigen. Concentraties en fusies binnen de Europese bewapeningsindustrie staan op de agenda, voornamelijk in de luchtvaart en de rakettenconstructie. Een eventueel Europees leger (met Franse en Britse atoombommen?) dat zich op de strategie van interventie baseert om de “Europese waarden en belangen te verdedigen” (dixit Maastricht) is koek van hetzelfde deeg en dus geen alternatief. Een dergelijk leger zou bovendien ten dienste staan van de supermacht Europa, die op haar beurt gedomineerd wordt door een economisch, politiek en militair sterk Duitsland.

De militaire veiligheid in Europa moet kunnen worden opgebouwd via bilaterale en multilaterale niet-aanvalsverdra-gen, via maatregelen van wederzijds vertrouwen en respect voor het zelfbeschikkingsrecht (ook op economisch vlak)

De veiligheid moet gerealiseerd worden door samenwerking op basis van respect voor de soevereiniteit van de

naties, en niet door economische wingewesten te creëren en militaire structuren te ontwikkelen.

Een pan-Europese structuur, gebaseerd op internationaal recht, moet het kader kunnen vormen waarin algemeen een strategie van defensieve defensie wordt aangenomen, met een zo laag mogelijk bewapeningsniveau. Daarvoor zullen we de huidige krachtsverhoudingen moeten kunnen wijzigen in functie van het realiseren van de economische, politieke en sociale rechten voor de grote meerderheid van de bevolking.

De NAVO moet weg: 50 jaar is genoeg. België uit de NAVO, de NAVO uit België. Geen Europees interventieleger.

Belgisch legerbudget moet omlaag.

Vrede v.z.w.

Grootmacht of geen grootmacht?

Rik Coolsaet, professor aan de RUG en voormalig cabinetsmedewerker van defensieminister Coëme en minster van buitenlandse zaken Claes, over Kosovo in het weekblad Knack: “De poging om de NAVO permanent carte blanche te geven om buiten haar rechtsgebied op te treden en onafhankelijk van de Verenigde Naties, is ten dele geneutraliseerd door de afspraak (binnen de NAVO) dat elke operatie op zijn eigen rechtsgrond zal worden getoetst en dit in gemeenschappelijk overleg (..) Elke dag opnieuw blijkt hoe beperkt de armslag is waarover de Verenigde Staten nog beschikken En wat doet een grootmacht die geen grootmacht meer is? Zij gaat unilateraal trachten te doen wat zij multilateraal niet meer kan waarmaken. Het Amerikaanse umlateralisme dat de afgelopen jaren almaar sterker is geworden, illustreert helemaal niet de status van een “hypermogendheid”, zoals de Fransen denken, maar de klassieke zwanenzang van een grootmacht in verval